over de grens - verwijdering van vluchtelingen en migranten uit Nederland
autonoom centrum, maart 2004
# Regulering van migratie, een achterhaald concept
Een visie van het Autonoom Centrum over migratie en verwijderingen
De verwijdering van vluchtelingen en migranten uit Nederland is, evenals de detentie bij binnenkomst, sluitstuk van een beleid dat migratie tracht te reguleren. Dit houdt in dat het aantal migranten tot een 'acceptabel' aantal wordt terug gebracht, ongeacht de motieven van hun komst. Bij de regulering van migratie wordt nauwelijks over de (Europese) grens heen gekeken. Er wordt dus geen oplossing gezocht voor de oorzaken van 'gedwongen' migratie. Het beleid is daarmee slechts gericht op symptoombestrijding. Wat geboden wordt is om het probleem vooral buiten de grens te houden. Dit is in tegenstelling tot hoe de wereld zich op tal van andere terreinen ontwikkelt. De nationale grenzen vervagen en het beleid, met name op economisch gebied, verwelkomt het proces van globalisering. Een globalisering wel te verstaan, waarbij vooral de belangen van bepaalde groepen voorop staan. Dit zijn in eerste instantie vooral militaire, economische en bestuurlijke elites en daar vallen de belangen van migranten nu eenmaal niet onder. Vandaar: oppakken, verwijderen en klaar is kees.
Het huidige beleid van regulering van de migratie gaat gepaard met maatregelen die op zijn zachtst gezegd op gespannen voet staan met een democratische rechtsstaat. Hieronder wordt verstaan een rechtsstaat die gebaseerd zou zijn op het naleven van mensenrechten.
Om het nu geïntensiveerde verwijderingsbeleid in praktijk te brengen, is een constante stroom uit te zetten mensen nodig. Met andere woorden de opsporing, aanhouding en detentie van mensen zonder papieren zijn onlosmakelijk met dit beleid verbonden. Voor de detentie ten behoeve van de verwijderingen zijn inmiddels twee nieuwe uitzetcentra geopend. Diensten zoals de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND)en Vreemdelingendienst maken zich klaar voor een 'grote schoonmaak' in diverse steden.
Als je tot je door laat dringen, welk leed en geweld hiermee mensen wordt aangedaan die vanuit een kansarme of onveilige positie, op zoek naar verbetering, hier terecht zijn gekomen, begint er iets te knagen. Het blijkt dat als de vluchteling of de illegaal een gezicht krijgt voor de omgeving, er een grote kans is dat deze omgeving het voor de bewuste persoon opneemt. Scholen, buurten, sportverenigingen en kleinere gemeenten komen massaal in 't geweer tegen een dreigende verwijdering.
Het is niet zo verwonderlijk dat de overheid om het beleid acceptabel te maken, de migrant als mens van zijn waarde ontdoet. Er wordt over hem of haar gesproken in onpersoonlijke termen als categorieën en cijfers. De oorzaak van de slechte behandeling wordt bij de migranten zelf gelegd: ze liegen bewust over hun herkomst, het zijn criminelen en profiteurs, ze nemen niet hun eigen verantwoordelijkheid (ze kunnen op eigen gelegenheid komen dus ook op eigen gelegenheid vertrekken). Hiermee wordt voorkomen dat we ons gaan afvragen waar de overheid mee bezig is en waar onze verantwoordelijkheid ligt.
Stel je voor dat veel mensen zich ongemakkelijk gaan voelen en in verweer komen…
Nee, dan kunnen we beter ons zelf wijsmaken dat het uiteindelijk zowel beter voor 'ons' is als voor de migranten als die met 'zachte drang' het land uitgezet worden: ze hebben hier toch geen toekomst, ze dachten in een paradijs te komen, ze kunnen beter hun eigen land opbouwen.
Het huidige restrictieve beleid is echter zeker niet in het belang van de migrant. Onderzoeken tonen aan dat juist de migratie, zowel legaal als illegaal, zorgt voor geldstromen richting landen van herkomst (meestal direct naar families), die groter zijn en in veel gevallen effectiever dan de ontwikkelingshulp (die meestal in handen komt van een elite).
De verwijdering is de uitvoering van het recht van een staat om te bepalen wie zich binnen haar landsgrenzen mag bevinden. Het heeft dus veel met het karakter van de Europese moderne natiestaat te maken. De vorming van deze staten was noodzakelijk voor de snel groeiende kapitalistisch economie. De lokale elite had behoefte aan rust en stabiliteit aan het thuisfront om zo te kunnen opereren en concurreren in een steeds groter geografische gebied. De invloed van de kerk moest verminderd worden en die van de 'vrije markt' vergroot. Doordat het kapitalisme haar vleugels uitsloeg, bestond er sterke behoefte aan geografisch beperkte machtscentra. De natiestaat maakte het ontstaan van koloniale mogendheden mogelijk en zorgde voor een 'wij'- en 'zij'denken dat uitbuiting acceptabel maakt. Door de industrialisatie en de snelle technologische ontwikkelingen kreeg de Europese moderne natiestaat haar definitieve vorm. Handhaven van openbare orde, veiligheid en controle zijn de belangrijkste taken van het staatsapparaat, evenals het in stand houden van een leger ter bescherming van de eigen belangen. De staat vindt het rechtvaardig om rijkdom en welvaart voor ingezetenen met een Nederlands paspoort in stand te houden en te beschermen ten koste van zwakkere mensen buiten die staat.
De rol van de natiestaat is echter juist op vele terreinen op zijn retour. Bedrijven en elites zijn niet meer lokaal gebonden maar geglobaliseerd. Je zou kunnen zeggen dat daarmee de oorspronkelijke reden tot de vorming van de natiestaat is weggevallen. Het kapitaal heeft geen geografische machtscentra meer nodig in de vorm van begrensde staten. De grenzen die er werkelijk toe doen: de economische, etnische en culturele, vormen het strijdperk waar we ons op moeten begeven. Het zijn grenzen die zowel dichtbij als ver weg liggen. Daarnaast is door privatiseringen het grootste deel van de functie die de staat had in openbare voorzieningen verdwenen. Hetzelfde geldt voor controle en veiligheid en zelfs binnen militaire acties zoals de oorlog in Irak is er sprake van verregaande privatisering.
De Europese welvaartsstaat, ontstaan door verzet en strijd van dat deel van de bevolking dat arm en minder bedeeld was alsmede door de strijd van arbeiders in vakbonden, is een last geworden. Veel voorzieningen waren in eerste instantie afgedwongen van bedrijven en zijn pas later door de staat overgenomen. Door de globalisering is van het bedrijfsleven op nationaal niveau weinig meer af te dwingen omdat ze net zo makkelijk de productie verplaatsen of kapitaal verplaatsen naar andere landen. Ook allerlei facetten van de rechtsstaat worden geïnternationaliseerd wat vaak een uitholling van lokale rechten betekent.
Bij het huidige beleid ter beperking van migratie wordt echter angstvallig vastgehouden aan de grenzen van de natiestaat met als argument de verdediging van de welvaartsstaat met haar cultuur en waarden. Dit veronderstelde verband is echter vals. De afbraak van de welvaartsstaat zowel als van haar waarden hebben weinig met toenemende migratie te maken, maar met de economische globalisering vanuit een neoliberaal klimaat, waar de politiek nauwelijks meer greep op heeft maar die zij wel steunt. Verschillende culturen zijn niet vast omlijnd en hebben veel overlap en uitwisseling met elkaar. Natiegrenzen hebben weinig of niets met cultuurgrenzen te maken. Begrippen als nationale cultuur of beschaving zijn meestal kunstmatig opgebouwd en worden met name gebruikt in de verdediging van economische belangen.
Het fenomeen migratie en hoe daar mee om te gaan, kan niet los gezien worden van de huidige globalisering die leidt tot scherpere tegenstellingen mede veroorzaakt door de werkwijze van instituties als WTO en IMF. Deze internationale instituties zijn steeds meer belangenbehartigers van multinationale ondernemingen en rijke landen. Het in de zomer van 2003 gehouden WTO overleg in Mexico (Cancún) maakt dat weer duidelijk. Dit overleg strandde onder andere op de weigering van vertegenwoordigers van rijke landen om hun landbouwsubsidies te verminderen of af te schaffen. Deze subsidies maken het armere landen onmogelijk om te kunnen concurreren met de landbouw van rijke landen. Een ander voorbeeld is de enorme invloed die multinationale ondernemingen hebben om aan de enen kant de prijs van grondstoffen in arme landen laag te houden en aan de andere kant de prijs van hun producten zoals medicijnen hoog te houden. Gevolg is verdere armoede en perspectiefloosheid die weer tot toenemende migratie leiden.
Globalisering en migratie zijn blijvende verschijnselen. De welvaartsstaat bestaat uit afspraken tussen werkgevers, werknemers en staat op nationaal niveau. In die welvaartsstaat wordt aanwezige mensen elke toegang tot voorzieningen en arbeid ontzegd wanneer zij geen verblijfsstatus hebben. Deze vorm van welvaartsstaat is achterhaald en behoort tot de wereld van gisteren. Vooruit kijken betekent inspelen op de globalisering en haar gevolgen. Op welke wijze zijn voorzieningen anders te organiseren en hoe krijgen we democratische controle op de globalisering? Wat kost het eigenlijk om voorzieningen open te houden voor iedereen die zich op Nederlands grondgebied bevindt? En hoe verhoudt zich dat tot de kosten van alle uitsluitingsmechanismen, het huidige opvangmodel voor asielzoekers en de verwijderingen? Hoe groot is de som geld die nu door de globalisering wordt onttrokken aan belastingheffingen zoals die door staten zijn opgebouwd?
Het is hard nodig om opnieuw strijd te voeren voor welvaart en welzijn, echter niet beperkt tot nationaal niveau maar vooral op mondiaal niveau. Hetzelfde geldt voor democratie. Op nationaal niveau valt er weinig meer te kiezen. De belangrijkste keuzes worden in mondiale netwerken gemaakt. Net als vroeger zullen voorzieningen en invloed afgedwongen moeten worden door strijd. Strijd waarbij lokale netwerken aan mondiale netwerken verbonden worden.Dit is de wereld van morgen. Een wisselwerking tussen afspraken en organisatie op mondiaal niveau en lokaal. Het gaat dan over voorzieningen, beheer van de leegomgeving en democratie.
Voor open grenzen pleiten we niet vanuit de huidige vrije markt (die in wezen helemaal geen vrije markt is), maar vanuit het vrije leven. Dit vrije leven wordt nu zowel voor de migrant als voor onszelf ingeperkt. Het huidige beleid stimuleert controle, geslotenheid en terugtrekking in plaats van openheid, confrontatie en solidariteit. Eigenlijk kun je zeggen dat het huidige beleid een beleid is van de oude nationale koloniale machten.
Eén van de weinige rationele verklaringen voor een restrictief migratiebeleid die overblijft, is dat de ongelijkheid in stand dient te worden gehouden door nationale grenzen. Er wordt niet geijverd voor werkelijke herverdeling en gelijke verhoudingen in de wereld.
Het gaat dan ook al jaren niet meer over bestrijding van oorzaken van migratie maar uitsluitend over het weren van migratie van arme naar rijke landen, tenzij er een acuut arbeidstekort is in bepaalde beroepsgroepen. Het beleid wordt voornamelijk ingegeven door de houding van de rijke koopman die om zich heen vele kapers op de kust ziet. Er leeft continu het besef dat deze erop uit zijn om ook een deel van de 'buit' op te eisen.
Een belangrijke reden die een open benadering van migratie moeilijk maakt is angst. Angst voor het toenemende aantal mensen met een andere cultuur en een integratie die gepaard gaat met problemen. Er leven veel onderhuidse gevoelens: het zijn indringers die 'anders' zijn. Ze zijn vooral gewelddadig, primitief, of onbetrouwbaar. Dit 'wij' en 'zij'denken is gestimuleerd door de kunstmatige constructies van natiestaten en is een erfenis van een koloniaal verleden waarin 'de ander' niet als (volwaardig) mens gezien werd.
De angstgevoelens spelen binnen een maatschappij waar onzekerheid is toegenomen door het wegvallen van gemeenschapsstructuren. Waar de heilig verklaarde 'vrije markt' de sociale burger omvormt tot een calculerende consument.
Deze onzekerheid wordt versterkt doordat de 'multiculturele samenleving' ook problemen en conflicten oplevert, waar weinig mee gebeurt en waar men geen grip op heeft.
Helaas is er weinig aan gedaan om progressieve oplossingen te bieden. Links autochtoon Nederland heeft de migrant en vluchteling te veel behandeld als slachtoffer en hulpbehoevende, in plaats van te erkennen dat de migranten ook zelf actoren zijn. Het samenleven levert altijd problemen op waar ook de migrant een verantwoordelijkheid in heeft en vooral ook in moet kunnen hebben. In onze samenleving van links tot rechts spelen vaak een paternalistische houding en een superioriteitsdenken een rol die al eeuwen kenmerkend zijn in onze cultuur. Migratie en integratie zijn veelal een probleem niet zozeer veroorzaakt door de migrant maar door de ontvangende samenleving. Een samenleving waar zelfkritiek een zelfreflectie zelden een rol spelen. Er wordt vooral naar buiten gewezen als bron van het kwaad.
Het jarenlang gevoerde overheidsbeleid ontkent de samenleving als migratiesamenleving en heeft er dan ook geen positieve visie over ontwikkeld. De migratie wordt vooral als probleem en bedreiging gezien die slechts negatieve gevolgen hebben. Deze gevolgen worden met repressie beantwoord en geven voeding aan (extreem) rechtse oplossingen en nationalistische gedachten.
Er is een onderscheid tussen het reguleren van migratie als het gaat om mensen toegang te geven tot alle voorzieningen in Nederland en het willen verwijderen van mensen die zich zonder status op Nederlands grondgebied bevinden. Dat niet iedereen die de Nederlands grens passeert direct recht heeft op alle voorzieningen, daar valt over te discussiëren. Binnen het overheidsbeleid staat dit al lang niet meer ter discussie. Iemand zonder papieren heeft geen enkel recht meer op een voorziening. Hij betekent geen last voor de welvaartsstaat. Maar dit is schijn. De rechteloze positie maakt uitbuiting mogelijk waarmee ook de positie van legale werknemers wordt ondergraven. De ontstane situatie wordt door bedrijven gebruikt om rechten van werknemers, zoals het minimumloon, af te breken. Het bedrijfsleven maakt in diverse sectoren ruim gebruik van illegale werknemers om loonkosten te drukken.
Op den duur is het ontstaan van een 'illegale maatschappij' voor velen een bedreiging van welvaart en welzijn. In plaats van de 'illegale' werknemer te straffen zou het beter zijn de werkgevers te dwingen om iedere werknemer gelijk te behandelen (waarbij geen sprake meer is van legale of illegale status) met rechten en voorzieningen zoals die in Nederland gelden. Er zal dan minder sprake zijn van verdringing van werk of het onder druk zetten van de positie van werknemers. Maar ook de 'overlevingscriminaliteit' van illegalen, de gezondheidsrisico's door besmettelijke ziektes, toenemende uitbuiting bij huisvesting: het heeft allemaal negatieve effecten op de samenleving.
Samengevat: het migratiebeleid levert vooral verliezers op. Het is onduidelijk wat de eventuele winst zou zijn. Welke ellende wordt ons nu feitelijk bespaard? Er is een ommekeer in het denken nodig, om vanuit het uitgangspunt open grenzen te kijken wat dit voor problemen oplevert en hoe die op te lossen zijn. Wat nodig is, is een houding die op z'n minst accepteert dat Nederland een immigratieland is en van daaruit probeert migranten zo snel mogelijk de kans te geven een volwaardig leven in onze maatschappij op te bouwen. Migratie moet een plaats krijgen in de discussies en strategieën van de anti-globaliseringsbeweging of beter gezegd "de globalisering van onderop". Met andere woorden: je kunt het denken over migratie niet loskoppelen van de kritiek op het mondiale kapitalistische systeem. Democratische en eerlijke verhoudingen in de wereld zullen veroverd en heroverd moeten worden. Omdat de functie van de natiestaat steeds verder afbrokkelt en geen antwoord op problemen geeft die nu en in de toekomst spelen, zal er naar andere vormen gezocht moeten worden. Tegelijkertijd is verzet tegen gesloten grenzen voor migranten op zijn plaats. Juist daar waar de beslissende confrontatie tussen de migrant en overheid plaatsvindt: bij binnenkomst en bij de verwijdering. Verwijderingen vragen om verzet en zetten aan tot het denken over alternatieven, of het nu op scholen is, door buurtbewoners, door migranten zelf of door belangen- en actiegroepen.