over de grens - verwijdering van vluchtelingen en migranten uit Nederland
autonoom centrum, maart 2004
# De verwijdering van Wesley
In juni 1998 komt Wesley met een tussenstop in Accra/Ghana en in Kano/Nigeria aan op Schiphol. Wesley, geboren in 1973, is Liberiaan en op de vlucht voor de oorlog. Na een verblijf van drie dagen in het Aanmeldcentrum Schiphol wordt zijn asielverzoek afgewezen en wordt hij overgebracht naar het Grenshospitium waar hij in totaal zes maanden gevangen zit. Het enige dat Wesley heeft, is een identiteitskaart, welke door de IND niet als zodanig wordt geaccepteerd. Na drie maanden detentie wordt hij voorgeleid bij de Liberiaanse ambassade. Daar krijgt hij te horen dat er onvoldoende bewijs is dat hij Liberiaan is. In die tijd gebeurde het veelvuldig dat Liberianen niet erkend werden door hun ambassade. Dit had direct te maken met de oorlogssituatie. Een maand later wordt hij voorgeleid bij de ambassade van Nigeria. Hier weer hetzelfde verhaal: er is geen bewijs dat hij Nigeriaan is. Een maand later probeert men het opnieuw bij dezelfde ambassade.Weer volgt een afwijzing. Een maand later wordt hij voorgeleid voor de ambassade van Ghana; ook hier wordt het verzoek afgewezen. Na deze rondgang langs ambassades wordt er bij gebrek aan een laissez passer een 'Guiding Letter' opgesteld door de IND. Dit is een verklaring dat hij niet is toegelaten tot Nederland, aangevuld met een beschrijving van de vliegroute. In bezit van deze 'Guiding letter' wordt hij op 19 december 1998 uitgezet naar Kano in Nigeria met een passagiersvliegtuig van de KLM. Dit gebeurt onder begeleiding van een escorte van twee marechaussees. Wesley verzet zich niet en wordt daarom ook niet geboeid. In Kano aangekomen wordt hem de toegang door de Nigeriaanse autoriteiten geweigerd. De escorte is dan al verdwenen. Wesley wordt teruggestuurd naar Nederland. Op Schiphol aangekomen wordt hij opgesloten in het Aanmeldcentrum Schiphol. Hij vraagt opnieuw asiel aan op humanitaire gronden. Het verzoek wordt direct afgewezen. Drie dagen later wordt hij uitgezet naar Lagos in Nigeria met een KLM-toestel onder begeleiding van twee marechaussees. In Lagos wordt hij wederom geweigerd. Hij zit daar twee dagen in de cel. Vervolgens vliegt hij onder begeleiding terug naar Nederland samen met een vrouw uit Sierra Leone die eveneens vanuit Nederland is uitgezet en in Nigeria is geweigerd. Wesley kent haar uit het Grenshospitium waar zij vier maanden verbleef. Terug op Schiphol wordt hij naar Alkmaar gebracht en hier op straat gezet zonder enige aanwijzing.
Zijn advocaat vecht zijn uitzetting naar Lagos aan, waarbij hij zich beroept op het Verdrag van Chicago. Volgens dit verdrag mag een vreemdeling alleen worden uitgezet naar de plaats waar hij de reis begonnen is of naar een andere plaats waar de cliënt zou worden toegelaten. Helaas kan er geen aanspraak worden ontleend aan dit verdrag. Ook gaat Wesley in beroep tegen zijn detentie tussen de twee pogingen tot uitzettingen in. Volgens zijn advocaat had Wesley vrij moeten zijn na zijn eerste uitzetting en was de detentie onterecht. Dit verzoek wordt gegrond verklaard; desondanks krijgt Wesley geen schadevergoeding: zijn invrijheidstelling wordt als voldoende compensatie gezien.
De advocaat doet nog een poging om hem opnieuw in de asielprocedure te krijgen, ditmaal op medische gronden. Wesley heeft namelijk een zeldzame erfelijke afwijking aan de rode bloedcellen. Door deze afwijking heeft hij een vergrote milt en oogproblemen, waarvoor hij laserbehandeling nodig heeft. Voor een verblijfsvergunning echter, zijn geldige identiteitspapieren essentieel. Om deze te verkrijgen zou Wesley opnieuw naar de Liberiaanse ambassade moeten gaan, maar hij heeft er uiteindelijk voor gekozen dit niet te doen uit angst om opnieuw te worden uitgezet. Hij verblijft inmiddels al enkele jaren illegaal in Nederland en weet zijn hoofd boven water te houden met baantjes als krantenbezorger. Hij heeft een vrouw en twee kinderen, beide in Nederland geboren. Ondanks een recente operatie aan zijn oog behoudt Wesley een positieve instelling en prijst hij de mensen die hem hebben geholpen. Hij wil ooit terugkeren naar Afrika, maar door de oorlog is dit nog steeds niet mogelijk. Ooit hoopt hij een plek te vinden waar hij vrij kan zijn.