Column Edter

Ach, ach, ach

Uitzetting verhinderd

Eerste gat in Koppelingswet

Belgen in verzet

Duitsland

De mythen en de verkeerde toon

Economie en vrije migratie

Een multiculurele samenleving?

In een nieuw gebouw

VVN

Solidariteit of blinde vlek

Kort nieuws en spreekuur

Oekraíne

Het verhaal

WID

Naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad in drie zaken tegen de Wet op de identificatieplicht (WID) is begin dit jaar besloten de zaak voor te leggen aan het Europees Hof. Het ging daarbij om de vraag of de verplichting in de WID een paspoort te tonen aan de werkgever en toe te staan dat deze een kopie ervan in administratie bewaart, een onevenredige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is. De vraag was bovendien of de sanctie bij weigering (toepassing van het hoogste belastingtarief (anoniementarief) over het gehele inkomen) niet beschouwd moet worden als een straf die niet aan allerlei wettelijk bepaalde criteria voldoet. De Hoge Raad heeft beide vragen met een luid `Nee' beantwoord. Een klacht die wordt ingediend bij het Europees Hof wordt eerst behandeld door een commissie die zich buigt over de vraag of het zinvol is de klacht in behandeling te nemen met het oog op eerdere uitspraken van het Hof. Het secretariaat van de commissie reageerde uiterst negatief op de ingediende klacht: zo zou het laten zien van een paspoort in geen enkel geval een inbreuk op de privacy kunnen betekenen en zou uit eerdere uitspraken zonneklaar blijken dat het toepassen van het anoniementarief geen sanctie is. De commissie liet weten dat er aanvullende informatie moest komen op korte termijn waaruit zo blijken dat deze zaak zo uniek was dat er geprocedeerd kon worden. Zo niet, dan zou de klacht niet-ontvankelijk worden verklaard.
In overleg met de advocaat en degene op wiens naam de procedure eventueel gevoerd zou worden is besloten de klacht vervolgens in te trekken.

Kleur bekennen

Op 17 juni organiseerde Nederland Bekent Kleur (NBK) een discussie naar aanleiding van kritiek die op de organisatie was geuit naar aanleiding van de aanwezigheid van de Amsterdamse politie op de Beurs van Kleurrijk Nederland op 21 maart 1997. Deze Beurs wordt ieder jaar georganiseerd door NBK en biedt organisaties de kans om zich te profileren. Over het algemeen wordt die kans benut door antiracismegroepen, maar dit jaar dus ook door de Amsterdamse politie. Die kritiek hierop was dat het juist de politie is die regelmatig hard optreedt tegen migranten, tegen antifascisten, tegen demonstranten tijdens de Eurotop, en die betrokken is bij het opjagen van illegalen in de binnenstad. De bijdrage van de politie aan een kleurrijk Nederland bestaat kortom voornamelijk wit en bont en blauw. Daarnaast was er de in `Op de Grens' kritiek op de gewoonte om bij discussies en manifestaties steeds weer politici uit te nodigen, die vervolgens de kans krijgen zich te profileren als maatschappelijk betrokken, de schijn op te houden dat er naar burgers geluisterd wordt, en een onmenselijk beleid een fatsoenlijk smoel te geven. Als voorbeeld werd daarbij genoemd de aanwezigheid van Bolkestein op een anti-racisme demonstratie.
Aan de discussie namen (achter de tafel) mensen deel van de Fabel van de Illegaal, de Antifascistische Actie (AFA), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Autonoom Centrum en NBK. Inleiding op de discussie werden verzorgd door de AFA en het COC. In eerste instantie was er sprake van dat ook iemand van de Amsterdamse politie een inleiding zou verzorgen, maar van hogerhand was daar de oekaze binnengekomen dat er niet met het Autonoom Centrum of AFA gediscussieerd kon worden.
De discussie spitste zich in eerste instantie voornamelijk toe op de politie en vervolgens op de noodzaak van een `brede anti-racisme beweging'. De bijdrage van het AC aan de discussie was vooral het proberen de discussie te laten gaan over wat anti-racisme als begrip nu eindelijk inhoudt. Het probleem is namelijk dat iedereen in Nederland zich binnen de gangbare termen van het antiracismedebat definieert als antiracist. Als dat niet verandert is het zinloos te spreken van een noodzaak van een brede antiracisme beweging, want die is dan overbodig. Het gaat er namelijk om als buitenparlementaire groepen gezamenlijk te definiëren wat antiracisme als politiek strijdbegrip inhoudt; vervolgens kan bekeken worden of dat organisaties als de VNG, politieke partijen of de politie uitnodigt om onderdeel van zo'n beweging te zijn. Daarover ontspon zich een boeiende discussie tussen aanhangers van een beweging die gebaseerd is op breedheid als uitgangspunt en degenen die pleitten voor een inhoudelijke definitie van antiracisme als vertrekpunt. Na afloop werd duidelijk dat mensen het een waardevolle discussie vonden die eigenlijk te weinig gevoerd wordt. NBK, waarvan de bestuursleden tijdens de discussie verdeeld waren, heeft in haar laatste nieuwsbrief de rijen weer gesloten ten aanzien van de politie: samenwerking is geoorloofd mits onder strikte voorwaarden, dus bv. geen wervingscampagnes op de beurs en alleen aandacht voor projecten die van belang zijn voor de multiculturele samenleving. Over het in onze ogen belangrijkste discussiepunt - wat is de basis van een antiracismebeweging? - geen woord.

Voorlichting

De afgelopen maanden werd weer verschillende keren voorlichting gegeven over de problematiek rond illegalen en uitgeprocedeerden in Nederland. Deels gebeurde dit in de vorm van informatiestands op festivals in Driebergen, Gemert, Emmen en Tilburg. Verder werd meegewerkt aan bijeenkomsten in Boxmeer (van de Vrijwillige Internationale Actie), Rotterdam (Utopia, een congres over o.a. `experimentele' woon- en leefvormen), Wageningen (over detentie en uitzetting van vluchtelingen) en Leeuwarden (een bijeenkomst op 4 mei georganiseerd door het Frysk Anti Rassisme Komitee). Ook verleende het AC medewerking aan een discussiedag van de Coornhertliga - een vereniging voor strafrechthervorming - over het toenemende gebruik van artikel 140 door justitie (als uitvloeisel van het politieoptreden tijdens de Eurotop).
Tevens ontving het AC zelf een groep gymnasium-scholieren uit Bremen (Duitsland) om uitleg te geven over het asielbeleid in Nederland, wat vooral betekende te proberen de hardnekkige mythe van het ruimhartige toelatingsbeleid in Nederland door te prikken. Tot slot bezocht een groep Duitse vluchtelingen-hulpverleners uit diakonale hoek het AC en No Pepers. Daarbij is uitleg gegeven over hulpverlening en netwerkstrukturen in Nederland.
Verschillende media werden geholpen bij een productie over het vreemdelingenbeleid, waaronder RVU-televisie, NCRV-radio en -Tv, de Volkskrant, VPRO-Argos en Zembla.

Esabr

No Pepers, het inloopcentrum voor illegalen, is nu een jaar open. In dat jaar is langzaamaan een zekere structuur ontstaan. Er wordt nu in vaste groepen twee maal per week les gegeven en het koken op de vrijdagavond wordt de laatste tijd geheel door illegalen zelf geregeld. Het Autonoom Centrum coördineert nog steeds een en ander, bijvoorbeeld via een wekelijkse vergadering met bezoekers en gebruikers van de ruimte. Het AC draait zelf op vrijdagmiddag een spreekuur voor mensen die problemen hebben met hun verblijfspapieren of daaraan verbonden problemen.
In de ruimte van No Pepers wordt nu ook spreekuur gedraaid door een nieuwe organisatie. De groep noemt zichzelf `Esabr', wat staat voor het Arabische `geduld'. De groep wordt gevormd door mensen die slachtoffer geworden zijn van het Nederlandse vreemdelingenbeleid, bijvoorbeeld door de zesjaarsregeling (zoals Gümüs). Esabr probeert collectieve actie op te zetten voor mensen zonder papieren in de Nederlandse samenleving. Door het uitwisselen van ervaringen en ideeën en het uit de anonimiteit halen van mensen zonder papieren, willen zij zichzelf zichtbaar maken. Esabr is bereikbaar in No Pepers op vrijdagmiddag tussen 12.00 en 13.00 uur of anders op afspraak.
Het inloopspreekuur van het Autonoom Centrum in No Pepers is verhuisd naar de vrijdagmiddag, en vindt plaats van 12.00 tot 14.00 uur. De taallessen zijn op dinsdag en vrijdag tussen 14.00 en 17.00 uur.

Eurotop

Op 31 juli deed de Raadkamer van de Amsterdamse rechtbank uitspraak in de zaak van een aantal artikel-140 arrestanten die op 3 juli diende. De zaak diende namens 267 ex-arrestanten. Zij waren allen aangehouden in de avond en nacht van 15 juni 1997, in de omgeving van het pand Vrankrijk. De rechter besloot alle klagers een schadevergoeding van ƒ2500,- toe te kennen voor geleden immateriële schade wegens wederrechtelijke vrijheidsberoving en inbreuk op de grondwettelijk gegarandeerde vrijheid van meningsuiting. Ook de mensonwaardige omstandigheden tijdens de detentie zijn bepalend geweest voor de hoogte van de vergoeding.
Voor bijna alle arrestanten gold volgens de rechter dat hun betrokkenheid bij een criminele organisatie niet bewezen was. In één geval oordeelde de rechter dat betrokkenheid niet uit te sluiten was, maar ook in dat geval was de zaak door justitie zelf geseponeerd. In alle gevallen kwam de rechter tot het oordeel dat een schadevergoeding op zijn plaats was.
In een persbericht reageerde het AC verheugd dat er na meer dan een jaar wachten eindelijk een gerechtelijke uitspraak over deze massa-arrestatie is. Het is een voor Patijn, Vrakking en toenmalig hoofdcommissaris Nordholt vernietigende uitspraak en een bevestiging van de klachten in het door het AC en Buro Jansen en Janssen samengestelde Zwartboek Politieoptreden. Het vervelende is echter dat er geen enkel politiek vervolg komt. Patijn en Vrakking hadden na deze zoveelste schrobbering gewoon moeten aftreden. Die consequentie wordt echter niet getrokken.
Het openbaar ministerie heeft beroep aangetekend tegen de uitspraak. Dit is nogal vreemd, omdat het OM vanaf het begin helemaal geen rechtszaken wilde. Het is dus onbegrijpelijk dat het OM nu `door een hogere rechter een uitspraak wil laten doen over de rechtmatigheid'. Het gaat hierbij slechts om een nieuwe poging de zaak te traineren om zodoende de politieke impact die de zaak zou kunnen hebben teniet te doen.
Vervolgens hebben ook de advocaten van de klagers besloten beroep aan te tekenen tegen het vonnis, omdat zij de door de rechter vastgestelde vergoeding voor hun kosten (ƒ7050,-) te laag vonden. Wordt dus vervolgd.

PAS OP! Overheidssubsidie!

Zo af en toe verschijnt er een advies aan de regering waar je mond een stukje van openvalt. Zo'n advies is het advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB), een adviesorgaan van de regering. Zij hebben een advies uitgebracht in april 1998, naar aanleiding van de recente verscherpingen in het vreemdelingenbeleid, voornamelijk door de Koppelingswet. De ROB beschrijft in het advies de gevolgen van een steeds restricitiever beleid: er is geen sprake meer van een gedoogbeleid maar van een ontmoedigingsbeleid. Bovendien worden vreemdelingen die niet mogen blijven gestimuleerd weer te vertrekken. Ten eerste ligt er meer nadruk op `gefaciliteerde terugkeer', ten tweede is er het onaantrekkelijk maken van het verblijf, en ten derde is er het afsluiten van de legaliseringsmogelijkheden.
De ROB constateert dat dit ontmoedigingsbeleid niet alleen maar het beoogde effect heeft: er zijn namelijk vreemdelingen die toch hier blijven. Een deel van hen probeert alsnog legaal te worden of middels valse papieren toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt en voorzieningen. Een ander deel echter houdt de identiteit verborgen en werkt niet mee aan uitzetting of probeert zo onzichtbaar mogelijk verder te leven. Deze groepen hebben geen toegang tot voorzieningen, overleven op kosten van kennissen of hulpverleners, raken in een poging te overleven betrokken bij criminaliteit of raken gemarginaliseerd. Volgens de ROB ontstaat er een toenemende vraag naar hulp en worden ook steeds meer gemeenten geconfronteerd met de gevolgen van het ontmoedigingsbeleid. De ROB stelt dat de Nederlandse overheid een taak heeft ten aanzien van illegalen. Dit deels uit humanitaire overwegingen, maar de ROB noemt ook `groei van het circuit van dak- en thuislozen, dreiging van criminaliteit, gevaren voor de volksgezondheid en mogelijke beeldvorming van vreemdelingen die negatieve gevolgen heeft voor legale nieuwkomers'.
Geen reden voor de ROB om eens iets geheel anders te adviseren. De ROB vindt namelijk dat het huidige beleid moet worden voortgezet, maar dan wel met een aanvulling: illegale blijvers moeten essentiële steun kunnen vinden. `Die steun moet echter op zodanige wijze geboden worden dat niet de indruk kan ontstaan dat Nederland zijn vreemdelingenbeleid versoepelt'. Ondersteuning kan volgens de ROB het best geboden worden door particuliere organisaties. Deze zijn `een onmisbare schakel in een humaan vreemdelingenbeleid'. En dus, zo laat het advies van de ROB ons lezen, moet niet te moeilijk worden gedaan over gemeenten die dergelijke organisaties de helpende hand bieden. De ROB stelt voor om extra geld vrij te maken om kosten die gemeenten maken, `bijvoorbeeld via subsidiering van maatschappelijke instellingen die opvang bieden', beter te kunnen dragen.
Blijkbaar is het in Nederland al zo ver dat tegenstanders van invoering van wetten als de Koppelingswet door de overheid gesubsidieerd moeten gaan worden om de meest schrijnende gevallen die het gevolg zijn van het gevoerde beleid op te vangen. Zo wentelt de overheid niet alleen zijn zorgverantwoordelijkheid af op particuliere hulpverleners, maar schakelt ze deze ook nog eens
in binnen het gevoerde afschrikkingsbeleid. De secretaris van de ROB, van Haeften, zegt dat dit een direct gevolg is van het schipperende beleid in Nederland, dat niet kiest voor ruimhartig toelaten maar ook niet voor keihard uitzetten. Van Haeften zegt dat veel lagere overheden het advies gebruiken bij de vaststelling van hun eigen beleid aangaande de Koppelingswet, en dat ook veel hulpverleners het advies gebruiken in hun contacten met de overheid. De enige die formeel heeft moeten reageren was staatssecretaris Schmitz. Dat heeft zij gedaan binnen de drie maanden die ze er voor had, zo'n beetje op de laatste dag dat zij staatssecretaris was. De reactie was dan ook volstrekt niet inhoudelijk, maar eerder een doorverwijzing naar haar ambtsopvolger. Op korte termijn gaat de ROB met ambtenaren van Justitie praten over het advies.

Bezetting SPD-kantoor

Op 1 oktober werd het kantoor van de SPD Niedersachsen in Hannover bezet. Aanleiding was de dreigende uitzetting van Nigerianen uit Duitsland en vanuit de EU in het algemeen. Geëist werd een uitzettingsstop (waartoe de bondslanden binnen Duitsland zelfstandig kunnen beslissen) en een einde aan de detentie van deze vluchtelingen.
Op 17 september werden zes Nigerianen, allen lid van de Nigerian Association in Niedersachsen (NAN), opgepakt met als doel hen uit te zetten. Op 24 en 25 september werden zij, samen met andere Nigerianen uit Noord-Duitsland, gepresenteerd aan de Nigeriaanse ambassade in het asielcentrum in Hannover. Onder verwijzing naar de dood van Sémira Adamu en van Kola Bankole (die tijdens zijn uitzetting in augustus 1994 werd doodgespoten op het vliegveld in Frankfurt) werd met de bezetting geprotesteerd tegen de rigoureuze en steeds gewelddadiger uitzettingspraktijken binnen de EU.
De bezetters wijzen op de verantwoordelijkheid van de SPD in Niedersachsen bij de uitzettingen naar het onveilige Nigeria, waar nog steeds een militaire dictatuur heerst. De uitzettingen van Nigerianen worden op nationaal niveau geregeld, zonder medewerking van de bondslanden in de vorm van arrestatie en detentie, echter, zouden de uitzettingen niet mogelijk zijn. De bezetters eisten tevens dat de SPD Niedersachsen de eis van de NAN, die inhoudt dat Nigerianen tot aan de verkiezingen in Nigeria in mei 1999 in Duitsland kunnen blijven, zou ondersteunen. Na een aantal uur werd de bezetting beëindigd.

Tentenkamp Ermelo

Sinds maandag 12 oktober zijn de Aanmeldcentra (AC's) Rijsbergen en Zevenaar `op slot' gegaan. Asielzoekers die zich aanmelden worden op een wachtlijst gezet en de straat op gestuurd. Minderjarige asielzoekers, humanitaire noodgevallen (criteria hiervoor worden aan de praktijk ontleend!?) en gedocumenteerde asielzoekers worden wel in een centrum toegelaten indien er voldoende capaciteit is. Voor Rijsbergen is er een maximum van 60 personen per dag vastgesteld, voor Zevenaar 72 personen. Tussen 17.30 uur en 9.00 uur en in het weekeinde worden er geen afspraken gemaakt. Vrouwen met kinderen, gezinnen, ouderen, iedereen wordt op straat gestuurd. Zij moeten zelf onderdak voor de nacht vinden en zich de volgende dag of na het weekeinde bij de Vreemdelingendienst melden (op het AC of in den lande). Het ministerie van Justitie kan geen zekerheid geven of mensen die later met afspraak naar het AC terugkomen ook allemaal geplaatst kunnen worden in een Opvangcentrum.
De asielzoekers krijgen in het AC wel een openbaar vervoerticket om naar het tentenkamp te Ermelo te gaan of naar familie en of kennissen. Zij zijn gedurende deze wachttijd echter niet verzekerd en als zij onderdak vinden bij familie of kennissen krijgen zij hiervoor geen financiële vergoeding. In Ermelo heeft de Vereniging voor huisartsen zich bereid verklaard noodhulp te verlenen indien dit nodig mocht zijn. Er worden geen TBC-controles gedaan. Ziektekosten en eventuele andere kosten worden betaald uit het noodpotje van 11 miljoen dat in het kader van de Koppelingswet ingesteld werd (bedoeld voor algemene gezondheidzorg van illegalen). Een zeer opvallende noodgreep! Ten eerste zijn asielzoekers geen illegalen. Ten tweede is het bedrag van 11 miljoen voor illegalen alleen al niet toereikend. Zo dendert de trein maar door.


Spreekuur

Elke vrijdag van 12.00 tot 14.00 uur wordt in No Pepers, Frederik Hendrikstraat 111a, een inloopspreekuur gehouden. Direct contact met uitgeprocedeerde vluchtelingen en illegalen is één van de activiteiten van het Autonoom Centrum naast het doen van onderzoek en het voeren van actie. De mensen waar het bij het vreemdelingenbeleid om gaat komen dan aan het woord.
S. is een Sikh uit de Indiase Punjab waar hij in de landbouw werkte. Als hij bij ons aanklopt blijkt zijn leven een heel andere wending te hebben gekregen. Hij is net vrijgekomen uit de vreemdelingengevangenis Nieuwersluis waar hij zeven maanden gezeten heeft. Bij het verkopen van rozen in nachtelijk Amsterdam werd hij aangehouden waarbij bleek dat hij niet over een verblijfsvergunning beschikte. Een jaar eerder had hij na een verloren asielprocedure al gezeten zonder dat het ministerie van Justitie hem uit kon zetten.
S. vraagt ons hem te helpen met werk en huisvesting. Hij verblijft nu voor een paar nachten in de Sikh Tempel. Het bloemenverkopen zelf levert soms maar enkele guldens per avond op en er is reëel gevaar voor aanhouding. Op een avond wordt hij door een groep jongeren in elkaar geslagen, worden zijn rozen afgepakt en is hij van zijn geld bestolen.
We gaan met S. aan de slag. We zetten druk op zijn advocaat die S. nog een paar duizend gulden schadevergoeding verschuldigd is (de rechtbank heeft besloten S. ten laste van de Staat dit toe te kennen vanwege het ten onrechte vastzitten). Wij kunnen hem aan een acteursbaantje helpen voor een TV-documentaire over de stad. En uiteindelijk regelen voor hem een woning voor een half jaar.
J. komt bij het spreekuur voor financiële ondersteuning voor een ECG bij de trombosedienst; hij heeft hartproblemen. Verder heeft hij geen geld, geen huis, niks. Of wij hem willen helpen.
J. is marktkoopman van de Badundu-stam in Congo. Zijn vader was in Mobutu-tijd adjudant. Begin 1993 betaalde hij - namens Mobutu - zijn soldaten met nieuwe bankbiljetten die de winkeliers echter niet accep
teren. De soldaten gaan plunderen en vermoorden J's vader. Als oudste zoon van het gezin wordt J. gevangen gezet, maar weet te ontsnappen en vlucht half 1993 naar Nederland. In 1995 duikt hij, na zijn asielzaak verloren te hebben, onder. In 1997 dient hij een hernieuwde asielaanvraag bij Aanmeldcentrum (AC) Rijsbergen. Na een verblijf van drie maanden in een asielzoekerscentrum wordt hij plots opgepakt en overgebracht naar vreemdelingengevangenis Willem II te Tilburg. Begin 1998 wordt hij op straat gegooid met de mededeling zich opnieuw bij AC Rijsbergen te melden voor een derde asielverzoek. Dit wordt terstonds afgewezen en de marechaussee brengt hem naar het station Etten Leur met de boodschap het land onmiddelijk te verlaten. Hij heeft geen paspoort en kan natuurlijk het land niet uit. Op advies van Vluchtelingenwerk meldt hij zich april 1998 voor de vierde keer bij AC Rijsbergen. Daar wordt hij opgepakt omdat er een boete van 115 gulden nog open ligt uit 1996 vanwege `reizen zonder treinticket'. Na twee dagen politiecel wordt hij gedumpt met de mededeling zich te melden bij ..... AC Rijsbergen (????). Justitie dumpt hem vervolgens bij station Etten Leur en verwijst hem nu naar Amsterdam.
Het spreekuur zorgt dat hij voor zijn hartklachten geholpen wordt, geeft hem leefgeld en neemt contact op met zijn nieuwe advocaat die een aanvraag doet om verlening van een vergunning tot verblijf om humanitaire gronden: Justitie besloot intussen uitzetting naar Congo stop te zetten. Deze procedure loopt nog. Het lukt een woonplekje voor hem te regelen bekostigd door de Hervormde Diakonie. In No Pepers volgt Nederlandse les en maakt hij deel uit van het `illegale' voetbalelftal. Hij is libero.

`Grensgevangenen'
`Grensgevangenen' is een uitgave van het Autonoom Centrum. Het is een boek over de detentie van vluchtelingen en illegalen. Waarom sluiten we ze op? Wat zegt deze detentie over onze cultuur en hoe kunnen we komen tot een menswaardiger omgang met de `vreemdeling'? `Grensgevangenen' geeft een overzicht van de ontwikkelingen van vreemdelingendetentie in de laatste vijftien jaar: de geschiedenis, de juridische basis, een cultuurkritiek, verslag van een hoorzitting, een rondetafelgesprek, impressies vanachter de gevangenismuren en natuurlijk verhalen van vluchtelingen en illegalen. Het boek telt 160 pagina's en is offset gedrukt op gerecycled papier. Het is te bestellen door ƒ 22,50 (inclusief porto) over te maken op giro 6131418 tnv Stichting Afval Amsterdam ovv `Grens-gevangenen' (voor donateurs van het Autonoom Centrum ƒ 18,50)

zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish