| Economie en vrije migratieEconomie en migratie hangen nauw met elkaar samen. Uit de geschiedenis blijkt dat migratie het gevolg is van grote veranderingen in de wereldeconomie. Ook nu weer. En economieën blijken er alleen maar beter door te gaan draaien. Wie het oor te luisteren legt bij vrije markteconomen hoort maar één ding: vrije migratie moet, vrije migratie doet goed!
Maar hoe logisch is de redenering eigenlijk? Eén ding klopt: migratie en economie hebben alles met elkaar te maken. Alleen blijkt die relatie anders te liggen dan meestal wordt aangenomen. Uit historische studies (1) blijkt dat grootschalige migratie altijd het gevolg is van grote politieke en economische structuurveranderingen. De industriële revolutie leidde bijvoorbeeld eind vorige eeuw tot een uitstoot van arbeidskracht op het platteland en een enorme vraag naar arbeidskracht in de steden, waar de massale migratie van platteland naar steden het gevolg van was. De migratie naar Amerika van de afgelopen tweehonderd jaar was direct verbonden met de enorme kapitaalopeenhoping in dat land, waardoor er grote vraag was naar arbeidskracht. Migratie vindt nooit zomaar plaats. Mensen zullen, zo blijkt uit vele migratiestudies, als het even kan proberen in hun eigen omgeving een bestaan te vinden, hoe marginaal dan ook. Migratie ontstaat niet simpelweg omdat er een verschil in welvaart is tussen landen. Een bijzondere band met het bestemmingsland is bijvoorbeeld van groot belang. Mensen vertrekken óf omdat ze vervolging en geweld vrezen - en dan hebben we het dus over asielzoekers die recht op bescherming hebben - óf omdat er vraag is naar hun arbeid in andere delen van de wereld. Migranten volgen de arbeidsmarkt, is een eerste les die daaruit valt te trekken. Een tweede les is dat migratie minder een individuele keuze is dan het lijkt. Het vloeit voort uit grootschalige ontwikkelingen die weinig te doen hebben met individuele keuzen. Dat geeft meteen de ridiculiteit aan van een beleid dat zich richt op het ontmoedigen van individuele migranten. Flexibele werknemersDe naoorlogse migratie naar Nederland laat zich op die wijze verklaren. Gastarbeiders erden door ronselteams van de overheid en het bedrijfsleven gerekruteerd om in Nederland te komen werken.Uit studies blijkt dat dit een economisch positief resultaat heeft gehad: per saldo zijn er door de komst van migranten meer arbeidsplaatsen gecreëerd dan bezet (2). Studies uit de Verenigde Staten hebben een zelfde uitkomst. Of nu wordt gekeken naar arbeidsplaatsen, naar belastingopbrengsten, naar overheidsuitgaven of naar de inkomensontwikkeling, de komst van migranten blijkt op de langere termijn de economie een flinke injectie te geven (3). Ook de afgelopen twintig jaar zijn er sterke veranderingen te zien in de organisatie van de wereldeconomie en de arbeidsmarkt. Deze veranderingen hebben op hun beurt weer geleidt tot de huidige migratiepatronen. De globalisering van de economie, onder invloed van technologische ontwikkelingen, maakt het bedrijven mogelijk om te profiteren van regionale en internationale verschillen in loonkosten, belastingtarieven en infrastructuur. Nationale overheden gaan steeds meer met elkaar de concurrentie aan om bedrijven en investeringen te lokken. Naast investeringen in infrastructuur en gunstige belastingtarieven
wordt vooral op de loonkosten bespaard. De slagwoorden privatisering, deregulering,
flexibilisering en uitbesteding betekenen in feite één grote
afwentelingsoperatie. Waar vroeger bedriven hun werknemers een zekere mate
van zekerheid boden middels vaste dienstverbanden, en de overheid zekerheid
bood in de vorm van sociale voorzieningen, worden de risico's nu bij de
werknemers gelegd.
De daarmee gecreëerde arbeidsmarkt vraagt een specifiek soort arbeidskracht: flexibele werknemers, oproepkrachten, uitzendkrachten, tijdelijk personeel, eenmansbedrijfjes. Aan die vraag naar arbeid wordt voor een groot gedeelte voldaan door migranten. Volgens Sarah van Walsum kan daarbij een onderscheid gemaakt worden tussen twee stromingen (4). Enerzijds vindt er arbeidsmigratie plaats door gezinshereniging en -vorming. Waar vroeger bedrijven en de overheid zorgden voor allerlei vorm van opvang en steun, zijn het nu de families en netwerken binnen de eigen gemeenschap die mensen opvangen, ondersteunen en helpen een weg te zoeken op de instabiele en gefragmenteerde arbeidsmarkt. Ook hier vindt dus risico-verschuiving plaats. De tweede grote groep `ideale arbeiders' vormen de illegalen. Door hun volstrekt marginale en immer bedreigde situatie pakken ze elke klus aan die er te krijgen is. Omgekeerd kunnen ze geen aanspraak maken op voorzieningen. Het is een cynische uitbuitingsverhouding die stilzwijgend wordt gedoogd. Naast het uitermate nuttige economische effect dat illegalen hebben, doen ze het ook goed in pleidooien voor verdere deregulering. Illegalen eruit, werklozen erin, kort samengevat. En willen de werklozen niet, of zijn ze te duur of niet flexibel genoeg, dan moet dat maar worden veranderd. Illegale arbeid vormt op die manier ook een breekijzer om de arbeidsverhoudingen verder aan te passen aan de nieuwe economische eisen. Juist meer migratieDe globale wereldeconomie staat in het teken van vrij verkeer: vrije verkeer van goederen, diensten en kapitaal. Onder liberale economen, die overtuigd zijn van de heilzame werking van de vrije markt, vallen veelvuldig pleidooien voor vrij verkeer van personen te beluisteren (5). Vrije migratie dus. Ze bepleitten dit niet vanuit morele of ethische overwegingen, maar puur op economische gronden. In Nederland publiceerde Ed Lof begin dit jaar een fraai voorbeeld van een dergelijke gedachtegang (6). Hij stelt dat de maatschappij heel goed zo ingericht kan worden dat het mogelijk is migranten op te nemen. Sterker nog, zegt Lof, we zullen ze zelfs hard nodig hebben om de verstarring in de maatschappelijke dynamiek te doorbreken.Lof signaleert een aantal samenhangende ontwikkelingen. Nederland vergrijst. Een steeds grotere groep ouderen zal krampachtig proberen hun verworven rechten en welvaart koste wat het kost te beschermen. Ze potten geld op, er wordt steeds minder geïnvesteerd in productie en werkgelegenheid en er ontstaat een renteniersnatie. Tegelijkertijd nemen de kosten voor gezondheidszorg toe en is er een steeds kleiner aantal `actieven' dat de welvaart moet verdienen. Ed Lof voorziet een vastlopende economische dynamiek waardoor de tweedeling in de samenleving zich alleen maar verder vastzet. Een samenleving die wordt geregeerd door angst voor verandering, door krampachtigheid en polarisatie. Een maatschappelijke tijdbom, oordeelt Lof. Daarnaast constateert hij dat juist de hoogwaardige dienstensector die zich in het Westen ontwikkelt, een groot aantal laaggekwalificeerde, flexibele banen creëert voor technisch-huishoudelijke taken zoals schoonmaak, beveiliging en catering. Ook neemt door de groeiende inkomensverschillen en de afbraak van de verzorgingsstaat de vraag naar persoonlijke dienstverlening als huishoudelijke hulp, verzorging en kinderopvang toe. Het alternatief dat Lof ontvouwt, heeft als sleutelwoord dynamiek. Rigide regels op het gebied van sociale zekerheid, arbeidsvoorwaarden en vestigingseisen moeten opgeruimd worden, om het productieve potentieel van de bevolking te ontketenen. Wat we nodig hebben, stelt Lof, is innovatie, vernieuwing en flexibiliteit. Migranten moeten dan ook niet gezien worden als `gastarbeiders', die tijdelijk de gaten opvullen die - in dit geval - door de vergrijzing ontstaan. Migranten zijn volgens Lof vooral een bron van groei, vitaliteit en dynamiek, waarmee de verstarring kan worden doorbroken. De oplossing, zegt Lof, is juist méér migratie Maar daarvoor moet wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. De maatschappij moet ingericht worden op de komst van migranten. Naast de economische veranderingen die Lof bepleit, en die het volgens hem mogelijk maken dat meer mensen hun kansen kunnen grijpen, is er ook een cultuuromslag nodig. Migranten moeten zich hier welkom voelen, gewaardeerd voelen, en gestimuleerd worden. Ze moeten de erkenning krijgen die ze verdienen. Des te meer kansen de samenleving hun biedt, des te meer zullen zij het ook als hun samenleving gaan beschouwen. Het illegale circuit ziet Lof daarbij vooral als uitdrukking van de
discrepantie tussen de nationale, restrictieve migratie regimes en
Hartstikke rechtsDe auteur is niet onder de indruk van het verwijt dat hij voor migranten alleen maar laagbetaalde, flexibele baantjes ziet weggelegd, als aanvulling op de hoogwaardige dienstensector. `Dat is echt onzin. Het gaat er om dat mensen de kans krijgen ergens te beginnen. Vaak blijkt dat na een paar generaties migranten zijn gestegen op de sociale ladder. Als dat niet gebeurt, is er waarschijnlijk racisme in het spel, waardoor mogelijkheden worden geblokkeerd. En dat is nu precies waar ik tegen waarschuw. Dat een samenleving, die migranten alleen maar als bedreiging ziet, zijn eigen graf graaft.Ook het verwijt dat zijn liberale marktmodel de sociale zekerheid en
rechten van werknemers ondergraaft raakt hem niet. `Ik ben econoom en aanhanger
van het liberale marktmodel. Je moet het niet als een afgod zien, of als
een heilstaat, je moet er gewoon gebruik van maken. Meer marktwerking laat
zich goed combineren met een stevig sociaal model. Maar ook daar is vernieuwing
voor nodig. Het basisinkomen is bijvoorbeeld een interessante mogelijkheid.
Daar zijn inmiddels heel wat serieuze economische studies naar verricht
waaruit blijkt dat het heel goed zou kunnen werken, zowel sociaal als economisch.
Maar goed, ik ben inderdaad hartstikke rechts hoor.'
Voor wie vanuit een linkse overtuiging pleit voor vrije migratie doemt een interessant dilemma op. Pleidooien voor vrije migratie worden vanuit linkse hoek nauwelijks economisch onderbouwd. Het meest `economische' is de verwijzing naar de eeuwenlange uitbuiting van het Zuiden. Vandaar uit wordt geredeneerd dat het logisch en terecht is dat mensen het geld achterna reizen dat hen ontstolen is. Daarmee is echter niet de vraag beantwoordt hoe mensen hier dan een daadwerkelijk economisch en sociaal perspectief geboden kan worden. Bovendien dreigt het gevaar dat de redenering wordt overgenomen dat migratie vooral het verlangen naar de Westerse vleespotten belichaamt. Naast algemene noties over een wereldwijde rechtvaardige verdeling van welvaart, en een algemene notie over de `maakbaarheid' van samenlevingen, ontbreekt een economisch onderbouwd model dat vrije migratie integreert. Er bestaan weliswaar ideeën over een radicaal andere organisatie van de economie, maar die hebben als nadeel dat ze nog nergens in de praktijk op enige schaal en over een langere termijn bewezen hebben te werken. Daarnaast is het een perspectief dat lichtjaren verwijderd is van de alledaagse praktijk, hetgeen de overtuigingskracht er ook niet op vergroot. VerwarringEen pleidooi voor vrije migratie kan daarentegen wel vertrekken vanuit de onderbouwde wetenschap dat migranten de arbeidsmarkt volgen. Met het werk van liberale economen in de hand kan vervolgens worden aangetoond dat grootschalige migratie ook binnen de huidige economische verhoudingen heel goed mogelijk en zelfs wenselijk is. Het voordeel is dat op een onverwachte manier kan worden ingebroken in het politieke debat. Sla rechtse politici met hun eigen economische uitgangspunten om de oren. Het is een vrij eenvoudige methode om verwarring te zaaien, wat nog steeds een van de effectiefste methoden is om een gesloten front open te breken.Daarnaast is het een vertoog dat relatief eenvoudig geradicaliseerd
kan worden. Een beetje liberale econoom zal moeten toegeven dat de Westerse
praktijk om de eigen markt af te schermen tegen producten uit het Zuiden,
prijsafspraken tussen multi's of
Zolang er niet een effectief antwoord wordt geformuleerd op de akelig effectieve beeldspraak die het dominante migratievertoog schraagt - we kunnen toch niet iedereen in ons kleine landje opvangen? - lopen de voorstanders van vrije migratie steeds een paar stappen achter. Jelle van Buuren Noten 1. Zie bijvoorbeeld: David M. Kennedy, Can we still afford to be a nation of immigrants? In: The Atlantic Monthly, november 1996; Saskia Sassen, Transnational economies and national migration policies, IMES, Amsterdam 1996 2. Bureau voor Economische Argumentatie, De economische betekenis van minderheden voor de arbeidsmarkt, Hoofddorp 1994 3. Michael Fix and Jeffrey S. Passel, Immigration and Immigrants, Setting the Record straight, Urban Institute, Washington, 1994 4. Sarah van Walsum, Uit moederschoot of vaderland, In: Thomas Spijkerbroer en Sarah van Walsum, Grensoverschrijdingen - opstellen over vreemdelingen en recht, NCB, Amsterdam 1997 5. Zie bijvoorbeeld regelmatige publicaties in vrije markt-fanzines als The Economist of The Washington Post 6. Ed Lof, Een nieuwe Gouden Eeuw, de demografische en economische noodzaak van immigratie, Forum, Utrecht 1998 7. G. Fisher, K. Frohberg, M.A. Keyzer, K.S. Parikh and W. Tims, Hunger: Beyond the reach of the Invisible Hand, International Institute for Applied Systems Analysis, Laxenburg, Oostenrijk 1991 |
|
|