Europese asieltop in Tampere, oktober 1999 De Europese veiligheid, oktober 1999 Europees asiel- en immigratiebeleid Europese aanscherping artikel 140 Het verdrag van Amsterdam Rammelen aan de poort Over de grens - Het Nederlans vreemdelingenbeleid, ingebed in het Europese Drie jaar Sans-papierbeweging, oktober 1999 Belgen in verzet, oktober 1998 Duitsland, oktober 1998 Oekraïne, oktober 1998 Hongarije Roemenie Polen, een nieuwe muur Sans-papier, uit de schaduw komen Zweden Frankrijk Belgie Duitsland |
Sommige bewoners in de grensstreek hebben wel degelijk last van de BGS-activiteiten.
Zo wordt door de BGS hard opgetreden tegen taxichauffeurs in de grensregio.
Een aantal van hen heeft zware straffen gekregen voor het `smokkelen' van
`illegalen' vanaf de Duitse zijde van de grens richting het westen. In
de gemeente Zittau-Löbau lopen momenteel 36 onderzoeken tegen 22 (van
in totaal 73) taxichauffeurs. De eersten zijn inmiddels veroordeeld tot
onvoorwaardelijke straffen tussen anderhalf en twee en half jaar. De veroordeling
van de taxichauffeurs heeft er toe geleid dat zij bijna geen zwarte passagiers
meer meenemen. Om de proef op de som te nemen besloot een zwarte journalist
te proberen een taxi te gaan. De weerstand tegen het kamp was ook gevoed
door een actiekamp van vrouwen en lesbiennes, die begin juli in dezelfde
streek de tenten hadden opgeslagen. Tegen de vrouwen was vanuit de overheid
een ware hetze ontketend, vooral nadat op muren in Görlitz leuzen
waren aangebracht. Verbieden van de actieweek kon echter niet, dus werd
geprobeerd degene die zijn land ter beschikking had gesteld onder druk
te zetten. Gelukkig was er een contract afgesloten door de man en de organisatoren
van het kamp, en kon hij niet meer onder het contract uit. Het kamp ging
van start met een 36 uur durende rave op het kampterrein. Meer dan duizend
mensen uit Duitsland, Polen en Tsjechië bezochten het feest.
De dinsdag begon met een persconferentie naar aanleiding van de berichten
dat er drie nieuwe grensovergangen zouden worden geopend. Na de bijeenkomst
vertrok de pers naar de dichtstbijzijnde plek voor een nieuwe grensovergang.
Daar was kort daarvoor een ferrydienst geopend. Het vlot voer drie keer
heen en weer over de Neisse, tot Poolse grensbewakers besloten de touwen
waarmee het vlot heen en weer getrokken werd door te snijden. Ondertussen
werd ter plekke een persconferentie gegeven over het waarom van het kamp.
De persconferentie kreeg een onwerkelijk karakter door de verschijning
van veel BGS'ers met honden. Het humeur van de heren van de BGS werd er
niet beter op toen zij, door de aanwezigheid van de pers, niet zomaar op
konden treden en ook nog eens uitgebreid gefotografeerd werden door demonstranten.
Ook nu had de BGS het voornemen mensen te arresteren: zij waren op zoek
naar de mensen die op het vlot heen en weer waren gevaren, omdat deze daarmee
illegaal de grens over waren gestoken. Niemand werd gearresteerd. Arrestaties
werden wel verricht door de Poolse grensbewaking, een stuk stroomopwaarts.
Daar ontdekten de Poolse bewakers dat er een verbinding met een kabelbaan
was aangelegd. De eerste twee demonstranten die de oversteek waagden werden
wegens illegale grensoverschrijding aangehouden, maar na een paar uur weer
vrijgelaten.
Al met al kan gesteld worden dat de acties leuk waren, maar dat het
moeilijk bleek te zijn mensen uit de regio daadwerkelijk te bereiken gedurende
de actieweek. Positief was wel dat er voorafgaande aan de actieweek veel
contacten zijn gelegd met regionale antifascisme-groepen. Actieweken als
deze zijn nodig om de aandacht van mensen te vestigen op de dagelijkse
gang van zaken rond de oostgrens en lokale initiatieven te stimuleren.
De noodzaak daarvan werd nog tijdens de actieweek op dramatische wijze
duidelijk door een ongeval waarbij zeven vluchtelingen uit Kosovo om het
leven kwamen.
De vraag dringt zich op waarom de BGS de bus niet aan de grens heeft
tegengehouden, als zij was getipt over de komst van de bus. Het ongeluk
is gebeurd in Weissenborn. Dat plaatsje ligt 26 kilometer achter de grens.
Dit kan niet anders betekenen dan dat de bus vanaf de wegversperring (volgens
de BGS tien kilometer achter de grens) gedurende 16 kilometer is opgejaagd
door de BGS. Remsporen van een tweede auto op de plaats van het ongeluk
wijzen hier ook op. Uit verklaringen van overlevenden blijkt dat hun bus
langdurig is achtervolgd op zeer kleine afstand. De bestuurder heeft dit
gemerkt en de snelheid waarmee hij reed verhoogd. Pogingen van de vluchtelingen
om met klopsignalen de bestuurder langzamer te laten rijden halen niets
uit. Als de bus te pletter rijdt, zijn direct geüniformeerden aanwezig.
De BGS weigert verder op het gebeuren in te gaan en houdt vast aan haar
eigen (rammelende) versie.
De BGS weigert een asielverzoek van de gewonde Albanezen in behandeling
te nemen. Nadat een eerste medische behandeling heeft plaatsgevonden, worden
de gewonden urenlang door de BGS verhoord en vervolgens gedwongen een verklaring
te ondertekenen. De verhoren gaan niet over hun vluchtmotieven, maar enkel
over de manier waarop zij gevlucht zijn. De BGS verklaart evenwel op een
persconferentie dat verhoren met betrekking tot het asielverzoek niet kunnen
beginnen vanwege de gezondheidstoestand van de gewonden. Een advocate die
probeert in allerijl een aantal gewonden te bezoeken en ervoor te zorgen
dat zij een asielverzoek kunnen indienen, krijgt van leden van de BGS te
horen dat dat niet bij hun kan: zij zorgen immers alleen voor de bewaking
van de Kosovo-Albanezen. De BGS zorgt er vervolgens voor dat er een bezoekverbod
voor de gewonden wordt afgekondigd. De directie van het ziekenhuis in Freiberg,
waar de meeste gewonden verblijven, verleent zonder morren haar medewerking
aan het verbod. Familieleden, vrienden, bezoekgroepen en advocaat worden
niet toegelaten.
Al na enkele dagen wordt duidelijk dat de Duitse overheid alles op alles
zet om de gewonde vluchtelingen uit te zetten. Twee van de gewonden worden
kort na het ongeluk uitgezet. Zij zijn er nog zo slecht aan toe dat Tsjechische
grensbewakers weigeren de twee tot Tsjechië toe te laten. De gewonde
vluchtelingen worden vervolgens opgesloten in een BGS-detentiecentrum in
de buurt van de grens. De Tsjechische autoriteiten laten in een officiële
verklaringen weten dat zij de gewonden om humanitaire redenen niet zullen
terugnemen. Dit ondanks het bestaan van een algemene terugname-overeenkomst
tussen Duitsland en Tsjechië, die het Tsjechië verplicht vluchtelingen
die via haar grondgebied Duitsland inreizen terug te nemen. Toch slaagt
de BGS er in om de twee vluchtelingen enkele dagen later zelf de grens
over te brengen en in Tsjechië te dumpen.
Ondertussen zijn de overige gewonden allemaal in bewaring gesteld en
worden één voor één overgebracht naar gevangenisziekenhuizen.
De grondslag voor de detentie is uiterst dubieus. Ondanks het feit dat
alle gewonden fracturen en inwendige verwondingen hebben, worden ze gedetineerd
op grond van `gevaar voor onttrekking aan de uitzetting'. Op 13 augustus
roept ProAsyl, een soort Vluchtelingenwerk, de Duitse regering op om de
isolatiemaatregelen tegen de dan nog 16 gedetineerde gewonden op te heffen:
nog steeds is contact met hen bijna onmogelijk. Tevens eist ProAsyl dat
de 16 op humanitaire gronden worden toegelaten tot Duitsland omdat het
duidelijk is dat zij gevlucht zijn voor de burgeroorlog in Kosovo, dat
terugsturen naar Kosovo niet kan en dat zij tot in Duitsland vreselijke
vluchtervaringen achter de rug hebben. Ondertussen lukt het advocaten de
eerste gewonden overgeplaatst te krijgen naar asielzoekerscentra. Alle
asielverzoeken worden echter afgewezen. Voor vijf vluchtelingen bepaalt
de rechtbank in Chemnitz dat zij niet uitgezet mogen worden. Voor een andere
vluchteling komt de uitspraak dat in ieder geval niet voor 15 september
mag worden uitgezet. Opnieuw laat de Duitse overheid zien waartoe zij bereid
is: op 11 september wordt de betreffende vluchteling over de grens met
Tsjechië gezet op grond van het feit dat zijn asielverzoek is afgewezen
en er een terugname-overeenkomst bestaat. Ook deze man, die niet zonder
pijn kan bewegen, is op Tsjechisch grondgebied afgezet en aan zijn lot
over gelaten. De advocaat van de man heeft een strafklacht tegen de BGS
ingediend. In de eerste week van oktober verlaat de laatste gewonde het
ziekenhuis. Ondertussen hebben de resterende vluchtelingen van de groep
het verstandige besluit genomen onder te duiken. Over hoeveel mensen het
gaat is nog niet duidelijk: de schimmige handelswijze van de BGS zorgt
ervoor dat niet met zekerheid gezegd kan worden hoeveel gewonde vluchtelingen
ondertussen zijn uitgezet.
Het ongeluk zelf en de daarop volgende behandeling van de vluchtelingen
door de Duitse overheid maken duidelijk welke prijs het afsluiten van Europa
vraagt. Die prijs wordt allereerst betaald door de vluchtelingen zelf.
De vraag is echter ook welke vraag Europa zelf betaalt voor de mensverachtende
praktijken aan haar buitengrenzen en de apathie waarmee binnen Europa op
deze praktijken reageert.
Sjoerd Bosch |
|
|