Uitzettingen Schiphol: cijfers gebruik van dwang, december 1999

Uitzetting verhinderd, oktober 1998

De verwijderingsmachine op volle toeren, september 1999

Europese samenwerking en tegenwerking, december 1997

Het verwijderingsbeleid, december 1997

Oude wijn in nieuwe zakken, december 1997



Uitzetting verhinderd

In de periode rond de moord door de rijkswacht op Sémira Adamu bij verwijdering, verzetten twee vluchtelingen zich op Schiphol tegen hun verwijdering. Zij ontkleedden zich en schreeuwden. Het ontkleden beantwoordde de marechaussee met dwangmaatregelen als handboeien en door met zes marechaussee'ers op één van de vluchtelingen te springen. Het schreeuwen maakte de marechaussee onmogelijk door de hand op de mond van de vluchteling te drukken. Mensonterende taferelen achter in een KLM-vliegtuig, alle passagiers en personeel waren getuigen. Door hun verzet voorkwamen de twee vluchtelingen de verwijdering.

De Ethiopische vluchtelingen, een ruim vijf maanden zwangere vrouw en haar echtgenoot. moesten zich melden bij de vreemdelingenpolitie in verwijdercentrum (Vc) Ter Apel, waar zij al maanden verbleven. Zij werden ter plekke in hun kraag gegrepen, overgebracht naar cellen in politiebureau Delfzijl en nog diezelfde avond het vliegtuig ingesjouwd. Maar door zich te verzetten wisten zij de verwijdering te voorkomen. Zij kleedden zich uit voordat ze het vliegtuig inmoesten. Al het grondpersoneel rond het vliegtuig was getuige. Direct werden de twee geboeid met de handen op de rug, zo strak dat de handen opgezwollen raakten. De man werd door zes marechaussee'ers in bedwang gehouden. Ze werden het vliegtuig in gedwongen, onder escort van twee marechaussee'ers in burger, een man en een vrouw. De handen werden niet langer op de rug maar nu voor geboeid. Toen de vluchtelingen vroegen het document te kunnen zien waarmee justitie hen wilde verwijderen zei de marechaussee dat ze alleen een copietje hadden; ze kregen niets te zien. De Ethiopische vrouw riep en schreeuwde, wat steeds werd gepoogd te voorkomen door een hand op de mond van de geboeide vluchtelinge te drukken. De marechaussee dreigde - fluisterend, zodat geen andere passagier dit kon horen - dat ze de vluchtelingen een injectie zou toedienen als ze zich bleven verzetten.

Het tumult was voor de gezagvoerder aanleiding om één van de marechaussee'ers bij zich te roepen met het verwijder-document. Even later werden de twee vluchtelingen het vliegtuig uitgezet; de gezagvoerder wilde geen verantwoordelijkheid nemen voor hun verwijdering op deze manier. Ze werden weer opgesloten in het passantenverblijf in de Schiphol-terminal. De politie van Vc Ter Apel transporteerde hen terug naar de politiecel Delfzijl. Hen werd te verstaan gegeven dat ze niet moesten denken dat door hun verzet de verwijdering verder achterwege zou blijven. Nee, justitie zou het opnieuw proberen, dit keer onder dreiging van een injectie. Ook werd hen gezegd dat hun advocaat (een hele goeie!) toch niets meer kon doen en dat ze maar een andere moesten nemen. Er volgden dagen van angst, slapeloosheid en eenzaamheid voor beiden in de cel. Ze durfden allebei nauwelijks iets te eten, bang dat er kalmerende middelen door het voedsel zouden zitten. De vrouw kreeg tot drie keer toe ongevraagd medicijnen zonder bijsluiter aangeboden. Ze wilde niets slikken, niet in verband met haar zwangerschap en niet uit angst dat het kalmerende middelen waren. Het Autonoom Centrum bracht een persbericht uit waarop met name regionale pers reageerde.

De donderdag daarop bracht de politie hen weer naar het passantenverblijf op Schiphol voor een tweede verwijderingspoging. Die mislukte door tijdige interventie van de advocaat en de Ethiopische consul. Zij mochten niet uitgezet worden. Bovendien loopt er een kansrijke doormigratieprocedure voor de VS. Weer dat urenlange transport in een busje met cellen, terug naar de politiecel in Delfzijl, weer geen eten, weer elkaar niet zien. Het AC bracht nogmaals een persbericht uit. Na acht dagen werd de vrouw overgeplaatst naar de grensgevangenis, de man naar de gevangenis in Zoetermeer. Beiden dienden een tweede asielverzoek in. Na drie dagen gevangenis werden ze vrijgelaten. Ze moesten terug naar Vc Ter Apel, maar de IND ging akkoord met logies bij vrienden en het Autonoom Centrum. De IND toonde zelfs begrip voor het niet terugkeren naar Vc Ter Apel wegens de psychische trauma's die Ter Apel hen had opgeleverd. Een beschikking op het tweede asielverzoek wordt afgewacht. Eindelijk kan zij weer een gewone arts zien die haar van harte begeleid bij de zwangerschap. De bagage van de twee met daarin belangrijke documenten is wél het land uitgezet, door justitie doorgelabeld naar Ethiopië, maar tot nu toe zoek. Ook is een deel van hun geld verdwenen.

De twee Ethiopiërs maken deel uit van een groep van zo'n vijftien zogenaamde Ethio-Cubanen. die als kinderen (duizenden) door dictator Mengistu bij hun familie weggehaald en gedwongen verscheept werden naar Cuba (en de SU). Daar zouden ze opgeleid worden, om vervolgens later weer ingezet te kunnen worden in het Ethiopisch regime. Naast een opleiding kregen ze militaire training en werden ze gedwongen landarbeid te verrichten. Ze richtten een politieke beweging op, die connecties onderhield met de in Ethiopië verboden Medhin-partij. Fidel Castro beëindigde hun verblijf, ze moesten terug naar Ethiopië waar ze juist ontheemd waren. De groep vroeg in Nederland asiel aan. Dat werd bij de meesten afgewezen, eental van hen kwamen terecht in eindstation Verwijdercentrum Ter Apel. De twee waren de eersten van de groep die het geweld van de verwijderingsmachine moesten doorstaan.

Rens den Hollander

zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish