Column Edter

Ach, ach, ach

model Kosovo

Spreekuur

De nieuwe orde

Techniek en politiek, een gevaarlijk verbond?

De verdedigingslinies van Europa

Operatie Zoeklicht

Kort nieuws

Afrika

Een interview met één van de initiatiefnemers van het Autonoom Centrum.

Het verhaal



Immigratie in West-Afrika

Als we denken aan Afrikanen en vluchtelingen, dan zien wij een beeld van mensen die van daar naar hier komen en die wij hier opvangen met alle problemen van dien.
Ongeveer tachtig procent van de vluchtelingen wordt buiten de westerse landen opgevangen.
In Afrika is migratie al eeuwen een bekend verschijnsel;
het heeft een rol gespeeld binnen de ontwikkeling van het continent.
Hoe gaat men daar eigenlijk om met migratie? Wat is het verschil met de aanpak in het Westen?
En welke waarden liggen in Afrika ten grondslag aan de zienswijze over de migrant?
De visie van een migrant uit het Afrikaans continent.

In de zogenaamde derdewereldlanden is een vreemdeling in principe altijd welkom. In westerse landen is dat tegenwoordig niet altijd het geval. In de meeste Afrikaanse talen zijn de termen `vluchteling' en `immigrant' eigenlijk onbekend. Als ze al bestaan, hebben ze geen discriminerende lading. Zelfs het woord `vreemdeling' wordt slechts gebruikt voor iemand die zich door zijn gedrag onderscheidt van de lokale gewoontes. Het woord `vreemdeling' heeft dan ook geen ongunstige negatieve bijbetekenis.

Al komen de termen `vreemdeling' en `vluchteling' nauwelijks voor in Afrikaanse talen, dit wil niet zeggen dat de verschijnselen onbekend zijn. Natuurlijk bestaan ze al heel lang en worden vaak door elkaar gebruikt, bijvoorbeeld ten gevolge van natuurrampen, burgeroorlogen en politieke, religieuze en racistische vervolgingen. De enorme stroom Rwandese vluchtelingen in Oost-Congo na de genocide in Rwanda van 1994 is één van de meest recente en meest tragische voorbeelden in de geschiedenis van de politiek-etnische crises wat betreft vluchtelingen in Afrika. Een ander voorbeeld is de etnisch-raciale crisis in Mauretanië eind jaren '80 die er de oorzaak van was dat veel zwarte Mauretaniërs naar Senegal werden verdreven. Mauretanië draagt een zware erfenis van slavernij met zich mee. In het verleden hebben de Mauretaniërs van Arabische afkomst hun zwarte landgenoten als slaven behandeld. Tot vandaag de dag worden de zwarte Mauretaniërs, in de collectieve herinnering van de Arabieren van dat land, nog altijd beschouwd als slaven.

Om grote migratiestromen in Afrika tegemoet te treden is men gaan denken aan wettelijke regelingen.
 

Wet versus praktijk

Door een open benadering van de `immigrant' hadden enkele Afrikaanse landen tot voor enkele jaren geen vreemdelingenbeleid. Men kende geen verblijfsvergunning, geen illegaal verblijf. Andere landen kennen wel een specifieke wetgeving, maar opmerkelijk is dat hier de praktijk nogal afwijkt van de letter en de achtergronden van de wet.

Sinds 10 september 1969 bestaat er een conventie van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid die zich uitspreekt over specifieke aspecten van het vluchtelingenbeleid in Afrika.

Bijna alle Afrikaanse staten hebben zowel deze conventie als de Conventie van de Verenigde Naties betreffende het statuut van vluchtelingen ondertekend. Bovendien hebben enkele Afrikaanse landen ook een eigen wetgeving op het gebied van immigratie en asielrecht.

In 1975 werd in Lagos, Nigeria, de Economische Gemeenschap van West Afrikaanse Staten (ECOWAS) opgericht. Deze gemeenschap telt zestien staten en heeft tot doel om vrij verkeer van personen en goederen te regulariseren. Een essentiële clausule in deze overeenkomst is dat personen binnen de gemeenschap gedurende 90 dagen zonder visum of verblijfsvergunning in één van de andere landen mogen verblijven. In praktijk is echter ook na de 90 dagen geen vergunning nodig. Een uitzondering is Ivoorkust waar, vanwege de vele immigranten, regelmatig gecontroleerd wordt.

Toen in het begin van de jaren negentig een stroom vluchtelingen uit Liberia Ivoorkust binnenkwam, wist men niet meteen welke status men deze mensen moest toekennen. De meeste vluchtelingen kwamen van vlak over de grens, spraken dezelfde taal als de autochtonen en hadden dezelfde gewoontes. In Afrika zijn landgrenzen tenslotte niet meer dan denkbeeldige lijnen tussen twee dorpen of velden. Bij grote volksverhuizingen is het dus vaak zo dat vluchtelingen door dorpelingen worden opgevangen, waarbij ze wat voedsel en een dak wordt aangeboden en eventueel een stukje grond om zelf te bewerken.

Dus toen de internationale gemeenschap (UNHCR, Artsen Zonder Grenzen, Internationale Actie tegen de Honger) de autoriteiten van Ivoorkust vroeg de status van de Liberiaanse vluchtelingen te bepalen, werd er geantwoord dat dat niet nodig was: dit waren immers geen vreemdelingen. Ze waren namelijk afkomstig uit een land binnen de ECOWAS en hadden recht om binnen het territorium van Ivoorkust te verblijven. Deze reactie was gebaseerd op het verdrag van de ECOWAS. Maar op het humanitaire vlak was er wel degelijk een probleem, namelijk met de hulpverlening aan slachtoffers. In feite zou de overheid van Ivoorkust door de toekenning van de status van vluchteling gedwongen worden om materiële en financiële hulp te bieden aan hun gasten.

Het probleem werd pas goed duidelijk in maart/april 1997, toen de Ghanese regering een duidelijke overeenkomst eiste alvorens een groep van 2000 vluchtelingen toe te laten die met een schip in nood langs de Westafrikaanse kust zwierven, op zoek naar een haven waar ze welkom waren. De Ghanese autoriteiten gaven de vluchtelingen pas toestemming om aan land te komen, toen de UNHCR beloofd had hen steun te verlenen.

Als een grote groep mensen plotseling op de vlucht slaat, brengt dat uiteraard een aantal problemen met zich mee, met name in Afrika waar de infrastructuur niet altijd even goed ontwikkeld is. In dit soort situaties tre
den conflicten op zoals bijvoorbeeld naar aanleiding van de verdeling van internationale hulpgoederen voor vluchtelingen waar de autochtone bevolking geen recht op heeft. De aandacht en de welwillendheid voor de vluchtelingen - in de vorm van gezondheidszorg, onderwijs en gratis onderdak - lokken gevoelens van boosheid uit aan de kant van de lokale bevolking.

Afrikaanse gastvrijheid

Hoewel geconstateerd kan worden dat internationale hulpacties en verdragen de lokale verhoudingen kunnen verstoren, moet hier toch worden benadrukt dat de meeste vluchtelingen opgevangen worden door huishoudens in steden en dorpen. Slechts een klein deel komt in kampen terecht. Het Afrikaanse solidariteitsgevoel speelt een belangrijke rol bij de opvang en het verblijf van vluchtelingen.

Zo worden in praktijk zelfs mensen afkomstig uit landen buiten de ECOWAS niet gedwongen om een verblijfsvergunning aan te vragen om er te mogen verblijven. Dit is bijvoorbeeld het geval voor jongeren uit Burundi, Kameroen, Rwanda en Tsjaad, landen die verscheurd zijn (geweest) door oorlogen of ernstige etnische conflicten. Jonge mensen, meestal studenten, verblijven voor kortere of langere tijd zonder papieren in een Westafrikaans land als Benin, Burkina Faso, Senegal of Togo. Daar staan ze ingeschreven bij de universiteit of in het beroepsonderwijs van het ontvangende land. Soms verblijven ze bij gastgezinnen en vragen de kerk of NGO's (Niet Gouvernementele Organisaties) om geld voor hun dagelijkse behoeften. Tevens treden mensenrechtenorganisaties als de Burkinabe Beweging van Mensenrechten en Volkeren en de Interafrikaanse Unie voor de Mensenrechten op als weesouders voor vele studenten die gevlucht zijn naar Burkina Faso. Voor de duidelijkheid: deze studenten lopen geen enkel risico bij controles. Ze worden daarentegen met respect behandeld als uit hun accent of door een identiteitsbewijs blijkt dat ze geen autochtoon zijn.

Gedoe met papieren

Wat betreft de `gewone' immigranten tenslotte moet benadrukt worden dat er tot voor kort geen wet was op dit gebied. En zelfs in landen waar dit soort wetten de laatste jaren zijn gemaakt, is de praktijk niet daadwerkelijk veranderd. Een Afrikaan die in een ander land wil gaan wonen, vraagt zich niet af hoe het zit met papieren. Er zijn wel een aantal uitzonderingen, maar in minstens 80% van de Afrikaanse landen kan een migrant gewoon ergens gaan wonen en daarna pas de papierwinkel regelen. Al dat gedoe met
papieren wordt in Afrika beschouwd als een gebrek aan respect voor anderen en aan gastvrijheid. Toen de Togolese autoriteiten begin jaren negentig kleine handelaars uit Niger wilden verbieden om zich te laten regulariseren, kreeg zij de autochtone bevolking tegen zich. Die vond dat je broeders die in goede verstandhouding met de lokale bevolking leven geen verblijfsvergunning weigert. Een uitzondering hierop zijn de uitzettingen van duizenden immigranten in Nigeria in 1982 omdat ze de oorzaak zouden zijn van werkloosheid en andere economische problemen. Zelfs zij die over papieren beschikten welke hun verblijf mogelijk maakten (zoals arbeidscontracten) werden weggestuurd. Ondanks dit voorval is Nigeria tot op heden één van de landen waar altijd vraag is naar Afrikaanse arbeiders, waarbij niet wordt gevraagd naar een verblijfsvergunning of kennis van het Engels, de officiële taal.

Westerse waarden

Ondanks alle moeilijkheden op het Afrikaanse continent, is er nog altijd een grote tolerantie ten opzichte van buitenlanders, want de cultuur om traditie mondeling over te brengen, plaatst de mens temidden van alle morele waarden. De benadering van immigratie in Westerse landen is precies het tegenovergestelde van wat hierboven over Afrika gezegd werd. Het is een formalistische benadering. De status van een vreemdeling is er dan ook volkomen anders. Hij is niet welkom. In welke categorie vreemdeling hij wordt ingedeeld bepaalt zijn omstandigheden. Het ergste is het als je in de categorie `illegaal' terecht komt. Iemand uit deze categorie bestaat juridisch niet, wat betekent dat hij geen enkel recht heeft, zelfs niet op de meest elementaire mensenrechten als het recht op onderwijs, gezondheidszorg, onderdak en werk, om over de rest maar te zwijgen. Paradoxaal is dat in westerse landen zelfs beesten recht hebben op gezondheidszorg en voedsel! De wetgeving ten opzichte van vreemdelingen is in strijd met de mensenrechten. Het is één van de ergste manieren van discriminatie tussen menselijke wezens.

De westerse landen die zo plechtig `de' regels betreffende mensenrechten hebben uitgeroepen die ze van toepassing vinden op de gehele mensheid - waaronder dat men niet mag discrimineren, wat men hier ook onder wil verstaan - zijn de eersten die deze regels overtreden met hun wetgeving.

R.F.K.

zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish