Krant: De Vreemdelingen-wet 2000 de nieuwe orde, oktober 1998 Techniek en politiek, een gevaarlijk verbond?, oktober 1998 De verdedigingslinies van Europa, oktober 1998 Georganiseerde mensensmokkel of georganiseerde instroom (mei 1998) Mensensmokkel: het bedreigde continent (mei 1998) De muur weer wat hoger (december 1997) Harmonisatie van de asielpolitiek op Europese schaal (1997) Het verwijderingscentrum Ter Apel in het kader van het Nederlandse vreemdelingenbeleid (eind 1995) Vergelijking tussen een gewoon AZC met het AZC dat in Ter Apel gepland is (eind 1995) Uitwerking herziene Vreemdelingenwet (maart 1994) Commentaar op Herziene Vreemdelingenwet van 1 januari 1994 (december 1993) |
De nieuwe ordeDit nummer van `Op de grens' heeft als thema `controle en registratie'. In het eerste van vier artikelen wordt kort ingegaan op de politieke en ideologische achtergrond van het gebruik van deze middelen. Terwijl de overheid over de hele linie lijkt terug te treden probeert zij juist bij ongewenst gedrag steeds meer grip te krijgen op de samenleving. Oorzaken van ongewenste verschijnselen worden niet meer bestreden, maar de oplossing wordt gezocht in controle en daarmee gepaard gaande sancties en uitsluiting.Opsporing en registratie zijn twee termen die de laatste jaren meer en
meer te horen zijn. Te horen vanuit een overheid, die daarmee te kennen
wil geven maatschappelijke problemen serieus te lijf te (willen) gaan.
Van uitsluiten tot uitroeienWaartoe een aantal ingrediënten van de moderne samenleving - een sterke bureaucratie, technische middelen en een rationele benadering - kan leiden wanneer besloten wordt een groep binnen die samenleving te gaan registreren en uitsluiten, maakt het boek `De moderne tijd en de holocaust' van de hoogleraar sociologie Zygmunt Bauman duidelijk. Bauman heeft een zeer lezenswaardig boek geschreven over de uitroeiing van joden door de nazi's. Hij stelt dat het de nazi's er aanvankelijk niet om ging de joden te vermoorden, maar dat men van de joden af wilde. Gezocht werd naar maatregelen voor gedwongen migratie. Tegelijkertijd kwam een proces van uitsluiting op gang die deze migratiedwang moest bevorderen. Toen dit alles niet het gewenste resultaat opleverde is de nazi-bureaucratie steeds weer verdergaande maatregelen gaan nemen die de politieke opdracht - het verwijderen van joden - moesten bewerkstelligen. Op het moment dat er politiek het sein tot uitroeiing werd gegeven resulteerde dit in perfect georganiseerde vernietigingskampen. Opvallend is dat het hier een heel bureaucratisch systeem betrof, waaraan bijvoorbeeld ook vele spoorwegbeambten meewerkten. Velen van hen waren geen ideologisch bevlogen nazi's. Als radertje in een systeem schoven zij hun verantwoordelijkheid af naar boven, en de hogere regionen op hun beurt naar de politiek. Het is het hiërarchisch en functioneel georganiseerde arbeidsproces wat kenmerkend is aan onze moderne samenleving, net als de toepassing van techniek. Verder wijst Bauman op het gebruik maken van en het beroep doen oprationele afwegingen door de nazi's. Dit ondermijnt een menselijke wereld, waar juist morele en ethische afwegingen noodzakelijk zijn. Hij stelt dat zowel het beroep doen op rationaliteit als het geperfectioneerde bureaucratische systeem een direct gevolg zijn van de moderne samenleving. Zonder dit zou de holocaust niet hebben kunnen plaatsvinden. Uit de moderne samenleving hoeft niet noodzakelijkerwijs een holocaust te ontstaan, maar zonder deze kan het niet ontstaan. Een steeds verder doorgevoerde rationalisatie, gepaard gaande met toenemende registratie, uitsluiting en gebruik van technische middelen, zien we ook bij het vreemdelingenbeleid. In menig debat rond het vreemdelingenbeleid - waarbij concrete gevallen geëmotioneerd uit de doeken worden gedaan - is er een reactie van politici dat we op moeten passen dat we het debat niet door emoties moeten laten leiden. Er wordt snel weer geprobeerd het debat in een abstracte vorm te gieten waarin vooral statistieken en cijfers een rol spelen en waarin mensen zijn uitgeschakeld. Het zal iedereen duidelijk zijn dat een bepaalde vorm van naleving van regels en dus controle in een maatschappij noodzakelijk is. Een groot dilemma is echter dat controle bijna altijd gepaard gaat met een inbreuk op de privacy, haar eigen bureaucratische dynamiek heeft en bovendien niet duidelijk is wie de controleur controleert. Controle, sancties en uitsluiting zijn nooit meer dan tussen-oplossingen, zo niet surrogaat-oplossingen. De werkelijke problemen en oplossingen liggen elders. Toch zien we dat deze middelen steeds vaker als eindoplossing worden gepresenteerd. Roep om ordeningToenemende controle staat niet op zich maar vindt plaats binnen een algehele roep om ordening. Er wordt beweerd dat we te tolerant zijn en dat alles maar kan. Dit zou één van de oorzaken zijn van maatschappelijke problemen. Het `zero tolerance'-beleid waait over vanuit de VS en vindt hier een vruchtbare bodem. Om ordening te realiseren worden uitsluitingsmechanismen en strak juridisch optreden ingezet. Maar het blijft niet bij juridisch optreden alleen. In samenwerking met sociale diensten, woningbouwverenigingen en ziekenfondsen worden mensen uitgesloten. Ook binnen projecten als `Zoeklicht' (zie verderop in dit thema) wordt aan actieve opsporing gedaan door niet-justitiële instanties.De volgende stap is er één die al voorzichtig wordt gezet: het uitsluiten dan wel arresteren van mensen als er sprake is van dreigend gedrag of van iets anders dat niet door de beugel zou kunnen. Binnen het vreemdelingenbeleid is al vaker geprobeerd omkering van bewijslast in te voeren, zoals ook weer in het nieuwe wetsvoorstel met betrekking tot vluchtelingen die over (geldige) papieren beschikken (zie Korte Berichten). Een ander voorbeeld is de reactie van politiek en beleidsmatig verantwoordelijken op de vele kritiek na de onrechtmatige arrestaties tijdens de Eurotop in Amsterdam. De reactie hield vooral in dat het hen ontbrak aan een wettig instrumentarium. In de toekomst willen zij dat instrumentarium wel beschikbaar hebben om rechtmatig op te kunnen treden wanneer in hun ogen sprake is van `dreigende ordeverstoringen'. Hiervan kan in de praktijk, zo bleek tijdens de Eurotop, alleen al sprake zijn bij het voornemen te gaan demonstreren of omdat van een bepaald uiterlijk `dreigend gedrag' uit zou gaan. Het nieuwe offensief van hoofdcommissaris Kuiper in Amsterdam is ook een goed voorbeeld van afnemende tolerantie en een nieuwe rechtse ideologie. Hij wil strak optreden tegen wildplassen, fietsen zonder licht en schelden tegen de politie. Dit wil hij vooral omdat hij van mening is dat de mentaliteit van waaruit dit soort dingen gebeuren één van de oorzaken is van toenemende criminaliteit en de in zijn ogen op drift geraakte samenleving. Het aanpakken van bijvoorbeeld het zonder licht rijden heeft dus niet zozeer te maken met verkeersveiligheid, maar met het terugdringen van een vrijheid die mensen zich aangemeten hebben en met een mentaliteitsverandering. Kuiper wil law and order terug in de stad. Wat over de hele linie waarneembaar is, is dat de eigen dynamiek (op de economische na) om zelf oplossingen te vinden binnen de samenleving wordt teruggedrongen. Regels na regels na regelsDe gehele aanpak van migratie door politici lijkt een management-gebeuren. Dit zien we eigenlijk in de gehele politiek. Was er vroeger nog sprake van politieke bevlogenheid en een geloof in de maakbaarheid van de samenleving, nu lijkt het alsof alles wordt overgelaten aan de vrije krachten in de samenleving. Dit zijn dan vooral de economische krachten. Het vreemde is dat terwijl de maakbaarheid en sturing van de maatschappij door de politiek vermindert (`de terugtredende overheid'), er op het gebied van het vreemdelingenbeleid juist een vaste overtuiging is grip te kunnen krijgen (beheersing) op het verschijnsel migratie.In de bureaucratie die voor deze beheersing moet zorgen, en dit als gevolg van de politiek ook vooral technisch en zakelijk benadert, raken ethische beginselen op de achtergrond. De bureaucratie heeft zo haar eigen dynamiek. De politiek geeft de ideologische ruimte aan. Zo moet bijvoorbeeld `illegaal' verblijf ontmoedigd worden. Wat doet het bureaucratische apparaat dan? Om zwart werk tegen te gaan door onder andere illegalen is het sofinummer
ingevoerd. Al snel bleek dit geen waterdicht systeem. Sofinummers zijn
immers uit te lenen en te vervalsen. Dus kwam er als volgende maatregel
de `beperkte' identificatieplicht. Deze voerde onder meer de identificatieplicht
op de werkvloer in. Zonder werk en sofinummer ook geen sociale voorzieningen,
zo werd gedacht. De verwachting was dat illegalen op deze manier geen
overlevingskansen meer zouden hebben en vanzelf zouden vertrekken. Omdat
ook dit onvoldoende effect had werd de Koppe-lingswet ingevoerd, zodat
nu ook de toegang tot voorzieningen als medische zorg en onderwijs beperkt
is voor illegalen. Ed Hollants |
|
|