inhoud
Koppelingswetkrant, 21 maart 1996
De Koppelingswet, sluitstuk van het vreemdelingenbeleid
Gevolgen voor vrouwen
Vreemdelingen Administratie Systeem
Wie zijn nu die illegalen
Tarak; de praktijk van de Koppelingswet
Kritiek en verzet
Kerken
Lokale politiek en belangengroepen
Koppelingswet en anti-racisme
Niet uitsluiten, maar openbreken
|
|
Koppelingswet en anti-racisme
Een interview met Marijke Bijl van het Haags
Initiatief tegen Fascisme en Discriminatie (HIFD). Marijke is ook betrokken
bij het Ondersteunings Komitee Illegale Arbeiders (OKIA) in Den Haag ze
kent de positie van illegalen dus goed.
Op welke wijze werd het HIFD actief
betrokken bij de Koppelingswet? Met één oog zijwaarts hou je als anti-discriminatie
vereniging de vreemdelingenwetgeving bij. Daar wil ik zo nog wel meer
over zeggen. Toen we in het najaar van 1995 de koppelingswet doornamen,
duurde het even voor we de consequenties onder woorden konden brengen.
Het wetsvoorstel zelf is erg droog geformuleerd. De Memorie van Toelichting
geeft natuurlijk al veel meer een inhoudelijk beeld, maar is enorm verbrokkeld.
We zijn de consequenties eerst maar eens op een rijtje gaan zetten. Vervolgens
ontstond een klik: een enorme operatie, met fundamentele gevolgen voor
de samenleving. We vonden dat daar op zijn minst een maatschappelijke
discussie over plaats moest vinden. Waar leggen jullie de nadruk op bij
jullie activiteiten? In onze activiteiten zijn we ingegaan op de gevolgen
voor sectoren, maar ook op een algemenere verschuiving: de verdeling van
inwoners in Nederland in verschillende categorieën met verschillende rechten;
het leggen van de controle daarop bij niet-opsporingsambtenaren en het
feit dat iedere niet-Nederlander voor elke voorziening eerst moet aantonen
er recht op te hebben. Daarmee vindt een versterking plaats van het gedachtegoed
dat we met velen juist tegen willen gaan: die buitenlanders hebben minder
rechten. Is er sprake van een breuk in het beleid met de Koppelingswet?
In intentie is de koppelingswet natuurlijk niet nieuw. Met kleine stappen
is dat beleid al eerder ingezet. Een nieuwe maatregel in de vreemdelingenwetgeving
is vaak al ingevoerd voordat je van het voornemen gehoord hebt. Veel mensen
zagen dat met lede ogen aan. Met de Koppelingswet lijkt het moment bereikt
om te zeggen:'t is zo wel genoeg, het is tijd dat we onze mening laten
horen. Hoe is het dan mogelijk dat die vreemdelingenwetgeving zonder massaal
protest keer op keer is verscherpt? De discussie over de vreemdelingenwetgeving
is een tijd lang gegijzeld door paniek. De aanname is steeds geweest dat
koste wat kost alles ingezet moet worden om de 'stroom van vreemdelingen'
tegen te houden. Wie een nuance wilde aanbrengen werd al snel verweten
'iedereen maar hierheen te willen halen'. Laten we hopen dat die gijzeling
is opgeheven. Kijk, tekenend voor de situatie nu is dat er een hele rij
handtekeningen van verantwoordelijke ministers onder het wetsvoorstel
staat, maar niet van minister Dijkstal, die toch de coördinator van het
minderhedenbeleid is. Hij is verantwoordelijk voor de naleving van Artikel
1 van de Grondwet. De Koppelingswet stelt regelmatig dat het nationaliteitsbeginsel
v¢¢r het gelijkheidsbeginsel gesteld mag worden. Daarvoor wordt verwezen
naar allerlei verdragen. Omgekeerd verwijzen tegenstanders zoals de Leidse
hoogleraar Schermers ook naar internationale verdragen om hun standpunt
te verdedigen. Wat is volgens jouw het meest opvallende bij het verzet
tegen de Koppelingswet? Wat wij merken is dat mensen die zich 'aan de
basis' organiseren tegen de Koppelingswet internationale verdragen nauwelijks
als argument gebruiken. Er wordt wel verwezen naar Artikel 1 en dan vooral
naar de geest ervan. Daar bestaat een grote gevoeligheid voor. In de discussie
over het vreemdelingenbeleid wordt vaak 'het draagvlak' in de samenleving
genoemd. Dat de geest van artikel 1 zo breed gedragen wordt zou wel eens
belangwekkender kapitaal voor de toekomst op kunnen leveren dan de besparingen
die het wetsvoorstel op het oog heeft. Welke rol kunnen Anti-Discriminatie
Bureauþs spelen bij de ontwikkelingen op het terrein van de vreemdelingenwetgeving?
De vreemdelingenwetgeving houdt de samenleving een spiegel voor, al was
het maar omdat daar geformuleerd wordt wie hier (niet) 'hoort'. De maatregelen
zelf staan nogal eens op gespannen voet met de integratiegedachte. Zo
kan iedere niet-Nederlander die wil trouwen vooraf door de ambtenaar gecontroleerd
worden op de echtheid van het huwelijk. Ook de Koppelingswet heeft natuurlijk
invloed op de 'gewone' samenleving: alleen al door de controle. Wat gebeurt
er in het hoofd van degenen die de plicht krijgt iedere 'vreemdeling'
(of wie dat lijkt te zijn) te controleren en in de hoofden van degenen
die steeds maar weer moet aantonen recht te hebben? Het is noodzakelijk
dat Anti-Discriminatie Bureau's of organisaties die zich met minderhedenbeleid
bezighouden ontwikkelingen op het gebied van de vreemdelingenwetgeving
kritisch volgen. Dat werd in het verleden te veel als een gescheiden terrein
gezien. Dat is het niet.
|