inhoud
Koppelingswetkrant, 21 maart 1996
De Koppelingswet, sluitstuk van het vreemdelingenbeleid
Gevolgen voor vrouwen
Vreemdelingen Administratie Systeem
Wie zijn nu die illegalen
Tarak; de praktijk van de Koppelingswet
Kritiek en verzet
Kerken
Lokale politiek en belangengroepen
Koppelingswet en anti-racisme
Niet uitsluiten, maar openbreken
|
|
Tarak
Het onderstaand verhaal beschrijft het leven van een illegaal. Het
verhaal is gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen en hier en daar
is er de te verwachten nabije toekomst in vervlochten.
Ik ben Tarak. Ik kom uit Sri Lanka en woon sinds 1986 in Nederland.
Bijna onmiddellijk vond ik werk in een groothandel voor de horeca.
Wit werk, waarmee ik in het bestaan van mijn vrouw en mezelf kon
voorzien. Het ging jarenlang eigenlijk heel goed. En dan word je
ineens ziek, zelfs langdurig ziek en kom je daardoor in de WAO
terecht.
De pijn in mijn rug en in mijn hoofd ging maar niet weg. We hebben
van alles geprobeerd, maar niets hielp. Intussen liep ik zo lang in
de ziektewet, dat ik de relatie met mijn werkgever moest verbreken.
Dus kreeg ik een WAO-uitkering. Ik dacht steeds: als ik me maar
rustig hou dan gaat het wel over. Dan ga ik daarna wel weer op zoek
naar werk.
Na een maand of zes werd ik voor de WAO-herkeuring opgeroepen.
Legitimatie meenemen, stond er in de oproep. Toon je je paspoort
aan de balie, blijkt dit niet afdoende te zijn. De beambte wil de
verblijfsvergunning zien. En die had ik niet. Ik ben maar naar huis
gegaan. Geen slapende honden wakker maken. Maar ja, de
WAO-uitkering werd wel stopgezet. Ik zit er steeds over te
piekeren. Er klopt iets niet. Er zijn veel mensen, net als ik, die
jarenlang wit hebben gewerkt, een bijdrage aan de economie hebben
geleverd - en nu zijn ze bang om naar dit soort herkeuringen toe te
gaan, omdat het een directe afkeuring kan betekenen, als je geen
vergunning tot verblijf kan overleggen.
Inmiddels probeer ik toch een verblijfsvergunning op humanitaire
gronden te krijgen. Die procedure loopt nu. Maar ik mag de
uiteindelijke beslissing hierop niet in Nederland afwachten. Ik mag
hier officieel niet zijn, maar als er straks positief op mijn
aanvraag voor deze verblijfsvergunning wordt besloten, dan mag ik
hier wel zijn, dus kan ik terugkomen in Nederland. We hebben
besloten toch maar gewoon hier op antwoord te wachten, we zijn hier
gewoon. 'Gewoon' illegaal, met vrouw en kinderen. En ook gewoon,
net als ieder ander, af en toe gezond, af en toe ziek.
Ik ben astma-patiënt en van mijn rugklachten ben ik ook nog steeds
niet af. Op het spreekuur van een zelforganisatie kreeg ik het
advies maar naar het ziekenhuis te gaan om voor mijn astmaproblemen
medische zorg te krijgen. Vergeet 't maar, ik ging wel, maar toen
ze daar bij de balie ook al om mijn verblijfspapieren vroegen ben
ik maar meteen weer omgekeerd.
Ook mijn vrouw verblijft hier met mij 'illegaal'. We zijn geen
illegaal echtpaar, we zijn heel gelukkig getrouwd, maar toch
verblijven we hier nu zo, als een illegaal echtpaar. Met alle
gevolgen vandien. Want ook een illegaal echtpaar kan kinderen
krijgen. We wilden al heel lang een tweede kind. Dus toen mijn
vrouw zwanger werd waren we de eerste maanden heel gelukkig en
opgewonden. We dachten er eigenlijk nauwelijks over na hoe we dat
allemaal moesten regelen. Uiteindelijk moest mijn vrouw vanwege
complicaties en een vroeggeboorte bevallen in het ziekenhuis. Ons
kind kwam in de couveuse terecht. Een prachtig jongetje, heel klein
maar heel mooi. Alleen kon hij daar niet blijven. De couveuse
kostte achthonderd gulden per dag!
Die kosten waren niet gedekt en wij konden ze natuurlijk niet
betalen. We konden niet anders dan ons kind mee naar huis nemen.
Voordat we uit het ziekenhuis vertrokken dwongen ze ons nog een
verklaring te ondertekenen dat we het kind op eigen risico
meenamen, zodat het ziekenhuis niet aansprakelijk kon worden
gesteld. Couveuse-zorg is van levensbelang voor zwakke babyþs,
zoals ons jongetje. Bij het uitblijven ervan kan de zuigeling
blijvend letsel oplopen. Onze vroedvrouw was woedend, toen we
thuiskwamen met het kind. Ze verweet het ziekenhuis en de artsen
nalatigheid omdat zij het kind lieten gaan. Ze belde meteen het
ziekenhuis. Ze zei: zuigelingenzorg hoort open toegankelijk te zijn
voor elke zuigeling. Uiteindelijk bracht ze ons alledrie weer terug
naar het ziekenhuis en praatte net zo lang op die arts in tot ze
ons jongetje weer een plek gaven in de couveuse.
Onze dochter moet volgend jaar naar de middelbare school. Zij kan
heel goed meekomen, de school adviseert een VWO-opleiding, maar we
denken dat we haar naar een MAVO sturen. Dan heeft zij in ieder
geval nog een papiertje op haar zestiende. Anders heeft zij
helemaal niets. Wat heb je nou aan vier jaar atheneum?
We durven het niet aan om de gok te nemen dat we tussentijds een
verblijfsvergunning krijgen. Mijn vrouw wil perse dat zij nog naar
school gaat, voor de toekomst. Ik weet het nog niet. Ik vind het
beter dat de politie niet weet waar wij wonen. De school moet onze
dochter gaan kontroleren, en wie zegt dat de vreemdelingenpolitie
er niet via de school achter komt waar wij wonen? Ik vind het
risiko te groot. Misschien moeten we onze kinderen zelf maar les
gaan geven. Ik wil eigenlijk niet dat ze straks nog ergens
geregistreerd staan. Ja, natuurlijk weet ik dat mijn dochter
leerplichtig is. Maar waarom zou ik mij houden aan zo'n plicht als
we straks officieel niet meer bestaan en geen rechten meer hebben?
Waarom houdt Nederland zich niet aan zijn verplichtingen, waarom
biedt het geen garanties op een veilig verblijf? Wat heeft mijn
dochter aan een diploma als we worden teruggestuurd? Je kunt iemand
toch niet verplichten zijn eigen leven in gevaar te brengen?
Op een gegeven moment moesten we ook op zoek naar een nieuwe
woonruimte. We woonden al jaren op een halve etage, en die werd te
klein voor ons vieren. Alleen hadden we nu eigenlijk helemaal geen
geld meer voor de huur. Gelukkig hebben wij als illegale familie
toch huisvesting gevonden. Vrienden van ons, die veel later dan wij
uit Sri Lanka waren gekomen, kregen een tijdelijke vergunning tot
verblijf, en gingen voor hun recht op een huis en huursubsidie naar
de woningbouwvereniging. Zij hadden zelfs een urgentieverklaring,
omdat Sammy in een rolstoel zit. Aan de balie werd naar paspoorten
gevraagd. De woningbouwvereniging nam contact op met de Sociale
Dienst, en die weer met de vreemdelingenpolitie. Alle instanties op
hun beurt wilden weten of de vergunning tot verblijf kansrijk werd
ingeschat. Gelukkig was dat het geval, zodat ze hun huisvesting
kregen.
Als de vreemdelingenpolitie ze weinig kans had gegeven op een
definitieve verblijfsvergunning, hadden alle instanties de deur
voor onze vrienden dichtgegooid. Nu ging het gelukkig goed: ze
kregen een ruime benedenetage, zelfs met een tuintje, en wij konden
bij ze intrekken.
Nu ben ik dus zogenaamd 'illegaal'. Ik ben eigenlijk gedwongen om
de hele dag niets te doen. Maar dat kan ik niet. Ik kan niet thuis
blijven zitten. Het is er veel te druk, veel te veel lawaai. Ik
word er zenuwachtig van. Ik heb een vriend, een Nederlandse man,
die me af en toe mee uit vissen neemt. Eerst moest ik lachen, toen
we daar aan het water zaten. Maar nu ga ik graag met hem mee. Het
is heel rustig daar, en soms neem ik een mooie vis mee naar huis.
Alleen: voor het beoefenen van de hengelsport, zeggen ze, moet je
wel een visvergunning hebben. Die kun je op het postkantoor halen.
Maar dan moet ik aan de balie wel een verblijfspapier kunnen laten
zien, om officieel te mogen vissen! Dus nu zit ik iedere dinsdag,
zonder vergunning, naar de dobber te staren. Een illegaal die
illegaal zit te vissen. Mijn vriend zegt: jij vist ook altijd
achter het net.
|