inhoud
Koppelingswetkrant, 21 maart 1996
De Koppelingswet, sluitstuk van het vreemdelingenbeleid
Gevolgen voor vrouwen
Vreemdelingen Administratie Systeem
Wie zijn nu die illegalen
Tarak; de praktijk van de Koppelingswet
Kritiek en verzet
Kerken
Lokale politiek en belangengroepen
Koppelingswet en anti-racisme
Niet uitsluiten, maar openbreken
|
|
Aktiviteiten tegen de Koppelingswet
De consequenties van de invoering
van de Koppelingswet drongen eind 1995 langzaam door in verschillende
sectoren. Vooral de expliciet in het wetsvoorstel geformuleerde controletaken
maken langzaam maar zeker de gemoederen los. Vooral in het onderwijs ontlokken
de volgende passages uit het wetsvoorstel van de Koppelingswet protesten
uit: Het ligt voor de hand dat een bevoegd gezag van een school bij de
inschrijving van een (niet-leerplichtige) persoon naar dit document (document
op grond van artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht) vraagt en
de gegevens verifieert. Mocht er bij deze verificatie twijfel rijzen over
de exacte status (verblijfsstatus) dan kan het bevoegd gezag op basis
van artikel 48 van de Vreemdelingenwet de gegevens natrekken bij de Vreemdelingendienst.
(..) Voorstelbaar is dat een school periodiek nagaat of de toegelaten
vreemdelingen nog voldoen aan de door de wet gestelde voorwaarden. (..)
Gerealiseerd wordt dat (..) een verwijdering door de leerling en de school
als pijnlijk ervaren wordt. Ook in dit geval moet echter het individuele
belang het afleggen tegen het algemene belang, (..): het geheel ontmoedigen
van verblijf van illegale vreemdelingen in Nederland. (..) Het wordt verder
aan het beleid van de scholen overgelaten om te bepalen op welke wijze
zij gestalte geven aan de hun opgelegde verplichting. Onderwijs Tijdens
de organisatie van een bijeenkomst in november 1995 in de Balie (organisatie:
de Balie en het Autonoom Centrum) over de Koppelingswet, werd de onderwijsvakbond
ABOP ingelicht over de op stapel staande wet. De ABOP liet in samenwerking
met het Vara- radioprogramma Punch een onderzoek uitvoeren onder 92 scholen.
Ongeveer 50 scholen deden mee aan de enquête waarvan 91% te kennen gaf
dat het controleren van verblijfsvergunningen bij leerlingen niet tot
de taken van de school behoort. Op de vraag:'Als de wet wordt aangenomen,
werkt u dan wel of niet mee aan de controle van papieren van uw leerlingen?',
antwoordde 42% van de scholen ontkennend. Een meerderheid van de scholen
die aan illegale leerlingen les geven, zullen na invoering van de Koppelingswet
daarmee doorgaan. Naast het protest van scholen heeft de Landelijke Vereniging
van Leerplicht Ambtenaren (LVLA) gezegd in elk geval geen aangifte te
doen van illegale leerlingen. J. Backers van de LVLA:'Dat is onze taak
niet. Wij beogen juist zoveel mogelijk kinderen op school te houden en
zich te laten kwalificeren.' Het gevolg van de Koppelingswet kan volgens
Backers zijn dat illegale ouders hun kind niet meer naar school durven
te sturen. Sinds januari 1996 zijn aan de argumenten tegen de Koppelingswet
internationale verdragen toegevoegd. In het Nederlands Juristen Blad schrijft
prof. mr. H. Schermers (Rijksuniversiteit Leiden en lid van de Europese
Commissie voor de Rechten van de Mens) dat schoolbesturen die illegalen
van scholen weren, in strijd handelen met het Europese Verdrag tot bescherming
van de Rechten van de Mens. Nederland heeft dat verdrag ook ondertekend.
De discussie over de Koppelingswet binnen het onderwijs vindt vooral plaats
op het niveau van de leerkrachten en schoolbesturen. Verschillende schoolbesturen
en docentenraden hebben al protestbrieven tegen de Koppelingswet aan Tweede
Kamer en de plaatselijke gemeenteraad geschreven (voorbeeldbrieven zijn
te verkrijgen bij het HIFD en het Autonoom Centrum). Enkele leerlingen
van het Montessori Lyceum in Amsterdam zijn van plan ook leerlingen in
beweging te krijgen door op hun eigen school en landelijk leerlingen te
informeren over de Koppelingswet en aan te zetten tot acties tegen die
wet. Gezondheidszorg Maar niet alleen vanuit het onderwijs kwam er forse
kritiek. De Nationale Raad voor de Volksgezondheid (NRV) en het Overlegorgaan
Gezondheidszorg en Multiculturele Samenleving betwijfelen of de voorgestelde
maatregelen een bijdrage leveren aan het terugdringen van illegaal verblijf.
Het NRV verzet zich fel tegen het snijden in de zorg aan illegalen. W.
Roscam Abbing, voorzitter van de NRV:þDie zorg zou zich niet mogen beperken
tot acute noodsituaties, zowel uit volksgezondheidsbelang als om humanitaire
redenen. De gezondheidswinkel de Witte Jas, een organisatie die medische
hulp verleend aan onverzekerden, is er furieus over dat de overheid de
gezondheidszorg steeds meer tot instrument van het vreemdelingenbeleid
maakt. De NRV deelt deze zorg. De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij
tot Bevordering der Geneeskunst (KNMG), een organisatie van huisartsen,
gaat een stap verder dan de NRV. Uit de brief van de KNMG aan de Tweede
Kamer: þVoorts kan men zijn twijfels hebben bij de vraag of het gewenst
is dat een hulpverlener naar de verblijfsstatus van een patiënt vraagt.
Als dat al zou gebeuren dan zou dit waarschijnlijk voornamelijk zwarte
mensen treffen en daardoor een discriminatoir karakter krijgen. Daardoor
zou mogelijk de schijn kunnen ontstaan dat hulpverleners een rol vervullen
in de opsporing van illegale vreemdelingen. En de praktijk? Hoe staat
het met de hulp en de kosten op dit moment? Sinds 1 januari kunnen ziekenhuizen
de onkosten van hulp aan onverzekerde illegalen niet meer declareren bij
de sociale dienst. Alleen spoedgevallen worden nog vergoed. Het Onze Lieve
Vrouwen Gasthuis in Amsterdam staat bekend als een ziekenhuis met een
'sociaal gezicht' en economisch adjunct-directeur Van der Lubbe wil die
naam hoog houden. Ondanks de bezuinigingen is de directie niet van plan
patiënten aan de poort te selecteren op verblijfsstatus en verzekering.
Medische hulp moet voor iedereen toegankelijk zijn, vindt Van der Lubbe.
Huisvesting De sector huisvesting heeft nog niet van zich laten horen.
Terwijl ook hier reden tot zorg is. In de Huisvestingswet is op dit moment
nog niet opgenomen dat bij de afgifte van een huisvestingsvergunning de
verblijfsstatus moet worden bekeken. De Koppelingswet wil dit veranderen.
Gemeenten met een vergunningsstelsel hebben na invoering van de Koppelingswet
alleen nog de mogelijkheid een vergunning af te geven aan Nederlanders
en mensen met een definitieve verblijfsvergunning. Bovendien verwijst
de Koppelingswet naar het Wetboek van Strafrecht waarin sinds 1993 is
opgenomen dat mensen die uit winstbejag behulpzaam zijn bij het verblijven
in Nederland, terwijl zij weten of kunnen vermoeden dat de persoon in
kwestie illegaal in Nederland verblijft, strafbaar zijn. Mr. M. van der
Hiel, hoofd juridische zaken van de Nationale Woningraad zegt over de
strafbaarstelling:' Omdat het winstbejag-criterium bij corporaties natuurlijk
per definitie ontbreekt, is toepassing van het strafrecht ons inziens
niet aan de orde (voor woningbouwverenigingen red.). Woningcorporaties
hebben volgens de Woningwet tot taak personen te huisvesten die door hun
inkomen of andere omstandigheden moeilijkheden ondervinden bij het vinden
van hun passende huisvesting.' En over de controletaak van woningcorporaties
zegt hij:'De aard van de verblijfstitel noch de rechtmatigheid van het
verblijf in Nederland is daarbij relevant. Huurovereenkomsten kunnen ook
niet worden opgezegd indien blijkt dat een huurder geen geldige verblijfsvergunning
heeft.'
|