AC-bijdrage voor het engelstalig Utopian Communities and Sustainability-boek van de UvA. (december 1998) Netwerken in Amsterdam (december 1998) Europa achter prikkeldraad (mei 1998) Hulpverlening onder druk (januari/februari 1998) No pepers (december 1997) Eigen Haardige regels (april 1997) Werken aan een Europees netwerk (april 1997) Samenwerken en netwerkvorming (december 1996) Medische hulp aan illegalen (1996) Wat is het SNIN? (november 1994) Huize Valentijn, opvang voor minderjarige alleenstaande asielzoekers (december 1992) |
december 1992 Huize 'Valentijn'Je bent jong, zo'n 15 jaar oud. Je moet je land verlaten omdat er oorlog is, of honger, of er heerst al meer dan 25 jaar een diktator, of je bent sexueel misbruikt. Deze en nog veel meer redenen dwingen een mens tot vluchten naar elders. Een andere plek, maar je weet niet waar je terechtkomt. Misschien is het een rustiger plek, is er minder armoede, wellicht liggen er andere kansen. Ze zeggen dat het er demokratisch is...Europa, Nederland...misschien kom je bedrogen uit.... Een gesprek met drie gevluchtte jongens, één uit Guinee, tweenhalve maand geleden gevluchten twee uit Zaïre, vijf maanden geleden gevlucht. Zij ontvluchtten alledrie de problemen in hun land, wisten niet waar zij terecht zouden komen en willen het liefst ooit terug. Ze verblijven nu in Huize Valentijn, een opvangcentrum voor minderjarige, alleenstaande asielzoekers. Vluchten naar een vacuum? De deur van Huize Valentijn in Nunspeet gaat wijd open. Ik krijg een hartelijke hand toegestoken van een medewerkster die de drie jongens uit de les zal halen voor een gesprek met mij. We maken kennis, drinken koffie en vrijwel direkt zitten we in een ernstig gesprek over hun situatie hier in Nederland, nu ze gevlucht zijn uit hun eigen land. Plotseling zijn we dan hier, vanwege de problemen in ons land. Je weet niks over je toekomst, je weet niet waar je terecht bent gekomen. Terugkeer moet ooit eens mogelijk zijn want we zijn de zonen van ons land. We moeten de kultuur en de kleur van ons land verdedigen, zegt één van hen. Als je hebt moeten vluchtten, om welke reden dan ook, en je weet niet of je ooit terug zal keren, maar ook niet wat je toekomst elders zal zijn, wat gaat er dan in je om?, is mijn vraag aan hen. Een moeilijke vraag, zuchten zij. "We wachten. Op resultaat, op een antwoord op ons asielverzoek, of we mogen blijven of niet. We zijn afhankelijk van de wetten van het Ministerie van Justitie". Eén van de jongens stelt mij ter verduidelijking een wedervraag: "Wat zou jij er van vinden, als je je huis moest verlaten en gedwongen werd naar een ander huis te gaan? Zo is het met ons gegaan." Asielverzoek aan een zijden draadje Geen van de drie heeft nog iets gehoord over het ingediende asielverzoek. Onzekere tijden dus. Volgens één van de medewerkers van Valentijn krijgen de kinderen over het algemeen in eerste instantie een negatieve beschikking. Er hangt hen dus iets negatiefs boven het hoofd. Waarom is dat nou nodig, als in tweede instantie in vrijwel alle verzoeken positief beschikt wordt? Ik suggereer dat dat van overheidswege wel zal zijn vanwege Kosto's voortdurende argument van de zogenaamde 'aanzuigende werking'. De medewerker stemt daarmee in. Om te voorkomen dat er meer en meer kinderen vluchten naar hier, voert Justitie juist een restriktief beleid. Voor Justitie is het blijkbaar belangrijker afschrikeffekten toe te passen dan de gevluchtte kinderen te beschermen en een veilige plek te bieden. Dat zijn nota bene grondrechten van het kind. Kosto heeft destijds zelfs beweerd dat ouders hun kinderen zonder meer 'op de vlucht' sturen. De medewerker van Valentijn zegt hiervan nooit iets gesignaleerd te hebben. Van de meeste gevluchtte kinderen zijn de ouders trouwens overleden of gevangen gezet. Perspektief schetsen Ik vraag de jongens wat zij in de 'tussentijd' nou doen? Wachten? "Je moet niet stil zitten wachten maar bezig zijn. We leren ondertussen Nederlands en we proberen een beetje de Europese kultuur aan te nemen. Maar je behoudt het gevoel dat je terugwilt. Je denkt altijd aan je land, je vergeet het nooit. Het is wel alsof je hier opnieuw geboren wordt, je begint op een andere manier te begrijpen wat je land is. Ik vergeet wel een beetje de gewoontes van mijn land. Bijvoorbeeld in Zare eten wij ook elke dag, maar niet zoals hier drie keer per dag. Maar je neemt hier, omdat het logisch is, de gewoontes van Nederlanders over. Je kunt in Valentijn wel wegblijven bij de maaltijden natuurlijk, maar dat doet ook niemand". Op mijn vraag of ze die gewoontes uit hun land dan niet missen, antwoordt één van hen, dat hij die wel mist maar nooit zal vergeten. "Maar je moet verder. Je bent nu ergens anders, hoewel ik nooit gedacht had dat ik in Europa terecht zou komen. En wat komt, dat komt. Alles is begrensd. Een ander vult aan: "wij zijn nog jong, we hebben nog een lange toekomst voor ons. Die moeten we nu opnieuw maken. Het is duidelijk dat zij de verbintenis met hun land waar ze opgegroeid zijn nooit los zullen laten. Tegelijkertijd zijn zij nu eenmaal hier en moeten verder. Opvallend is hun vastbeslotenheid waarmee zij zich wapenen tegen de onzekerheid die hen boven het hoofd hangt. Er is een grote saamhorigheid onder de drie. En die voelen ze ook met de andere jongeren in Valentijn. Ik vraag of zij daar in huis ook hun vrienden/vriendinnen maken. "Wij zijn hier met z'n allen, we dragen hetzelfde lot. Dus we zijn kameraden", antwoordt één van hen. De anderen knikken. Ik ben benieuwd of ze als jongeren van dezelfde nationaliteit, Zarezen bijvoorbeeld, nu onderling veelal met elkaar optrekken. Natuurlijk doen ze dat, "...maar er is hier geen separatisme. Als er een slaapkamer leegkomt omdat er een jongere vertrekt uit Valentijn, dan wordt die plek gewoon ingenomen door een andere gevluchtte jongere, een nieuwkomer. Ik deel bijvoorbeeld mijn slaapkamer als Zaïrees met een Afghaanse jongen en de Guinese jongen heeft een Somalische jongen bij hem op de kamer". Eerste opvang en voogdijschap Er wonen in totaal 80 jongeren in vier groepen van 20. Het huis is altijd vol. Daarom gaan gevluchtte jongeren bij aankomst in Nederland altijd eerst naar het OC (Opvang Centrum) Beatrixoord in Eindhoven, tot er plek is in Valentijn. Via de afdeling Unit Spreiding en Plaatsing van WVC wordt een minderjarige alleenstaande asielzoeker in Valentijn geplaatst. Tijdens het verblijf aldaar krijgt Stichting De Opbouw de voogdij over de minderjarige toegewezen. Dit houdt in dat De Opbouw beslissingen over en voor de minderjarige kan nemen die anders door de ouders zouden zijn genomen. Dit gaat uiteraard in samenspraak met de jongere. De Opbouw wil van de jongere iets horen over de situatie waarin deze vroeger leefde. De maatschappelijk werker van De Opbouw adviseert en bemiddelt bij de uitplaatsing uit Valentijn. Uitplaatsing moet uiterst zorgvuldig gebeuren en het vinden van een plek die ook aansluit bij de achtergronden van de jongere is niet eenvoudig. Daardoor laat het vertrek van jongeren uit Valentijn naar een plek elders in Nederland nogal eens op zich wachten. De doorstroming verloopt helaas niet zo snel als gewenst. Eén van de jongens: "sommige kinderen zitten er al meer dan 10 maanden, terwijl er in het foldertje staat dat we er drie a vier en maximaal zes maanden opgevangen worden". Minderjarige alleenstaande asielzoekers Als een minderjarige alleen naar Nederland is gevlucht en asiel aanvraagt, stuurt Justitie hem/haar in principe door naar Huize Valentijn, dat in augustus 1990 startte met vluchtelingenopvang. Ook een minderjarige wordt door een kontaktambtenaar van het Ministerie van Justitie geïnterviewd. Aanvankelijk gebeurde dat direkt bij aankomst in Nederland, maar er is vanuit Valentijn met Justitie de afspraak gemaakt dat nader gehoor de eerste zes weken niet afgenomen wordt. "Het belang dat een jongere eerst maar eens de nieuwe plek verkent en tot rust kan komen, is groter", aldus direkteur Zweers van Valentijn. In de beginperiode bereidt een medewerker van Valentijn een jongere voor op het nader gehoor, dat door een kontaktambtenaar van Justitie wordt afgenomen, die speciaal belast is met de behandeling van asielaanvragen van minderjarigen. Als de jongere dit wenst is de betreffende medewerker daarbij aanwezig, want het gehoor wordt door de jongeren nogal eens als bedreigend ervaren. De medewerker gaat ook mee naar de vreemdelingenpolitie te Nunspeet. Daar wordt de in de regel negatieve eerste beschikking aangehoord. Dan wordt een en ander verder met een advokaat geregeld. Het gebouw en de dagelijkse gang van zaken Ik krijg in Valentijn een rondleiding door mijn drie gesprekspartners. Ik krijg alle hoeken en gaten te zien. Het zijn twee karakteristieke grote woonpanden, verder een sportzaal en een schoolgebouw. Overal bomen, ruimte. Het naambordje op de toegangsweg doet nog denken aan de voormalige funktie van het gebouw: Byzonder Jeugd Internaat. Elk van de vier leefgroepen heeft zijn eigen huiskamer en een gang waar de twee-, tot vierpersoonsslaapkamers op uitkomen. Ze hebben eveneens een eigen rekreatieruimte met tafelvoetbal en pingpongtafel. Hoe ziet nou een dagindeling eruit? Om 7.00 uur opstaan en om 22.00 uur moet overal het licht weer gedoofd zijn. Om 7.30 uur is het ontbijt, verder school van 9.00 uur tot 16.00 uur, met tussen de middag een uur pauze. Om 17.30 uur wordt er warm gegeten. Ieder doet dan zijn of haar taak volgens een rooster en is men verder vrij tot aan bedtijd. Iedere jongere krijgt fl.20.- zakgeld per week en elke dertien weken fl.150.- kleedgeld. Er is in Valentijn een winkeltje waar zij goedkope (nieuwe) kleding kunnen kopen. In elk kledingstuk naai je je eigen wasnummer, de was wordt centraal gedaan. Als je in het weekend bijvoorbeeld op bezoek wilt bij kennissen, dan moet je dat vooraf overleggen met de administratie; wel moet je zelf sparen voor het reisgeld. De samenstelling van de groepen is min of meer toevallig. Bij binnnenkomst wordt je eerst in een ontvangstgroep geplaatst. Daar wordt een aantal zaken met je geregeld zoals het bekijken van je asielaanvraag en je medisch onderzoek. Op volgorde van binnenkomst van een jongere komt hij of zij bij de groep waar een plaats is leeggekomen. Elk kind heeft rechten en plichten. Er zijn regels zoals niet roken in de slaapkamers of in het bos. Wel mag er in de huiskamer gerookt worden. Alkohol en drugs zijn verboden in Valentijn. School Een plicht is de leerplicht: elk kind, ook de minderjarige asielzoeker, moet naar school. Er is op het terrein van Valentijn een school, maar het onderwijsaanbod is beperkt. Er zijn vier klassen. Het onderwijsprogramma heeft binnen een tijdsbestek van drie maanden tot doel de kinderen de eerste beginselen bij te brengen van de Nederlandse taal, enkele sociale vaardigheden en enige maatschappijkennis, aangevuld met sportieve en kreatieve aktiviteiten. Dit programma vraagt de nodige kreativiteit. Veel lukt, maar lang niet alles. Er wordt geen les gegeven in bijvoorbeeld de historie en geografie van de diverse landen van herkomst. Je leert wel 'de dingen die je nou eenmaal moet weten' als je Nederland komt te wonen. Kortom: je wordt wegwijs gemaakt in de beginselen van de Nederlandse samenleving. Ook worden maatschappelijk relevante situaties besproken aan de hand van bijvoorbeeld videomateriaal. Er wordt uitgelegd dat integratie hier niet eenvoudig is, dat er racisme is. Tegelijk worden ze erop gewezen dat hun eigen afkomst, stam of land, kultuur, waardevol zijn. Die eigenwaarde moeten zij behouden. Onderlinge diskriminatie komt ook voor, evenals het voortbestaan van de konflikten uit de landen van herkomst hier. "Maar", aldus de heer Zweers, "wat weten wij nou af van konflikten of strijd tussen bevolkingsgroepen in hun landen van herkomst? We horen er wel van, maar snappen er vaak niets van. Als je hier een nieuwe toekomst op moet bouwen, kun je die beter niet baseren op het voortbestaan van oude konflikten. Andersom houdt die strijd ook niet op als er niet ook aan een nieuwe toekomst gewerkt wordt. Er moet gewerkt worden aan een alternatief. Voor deze jongere vluchtelingen kan dat de samenwerking in het klein op het grondgebied van Valentijn zijn en tezijnertijd in het groot daarbuiten". Naast deze 'maatschappijleer' zijn er dagelijks nog de vakken sport en handenarbeid. Door de week moeten de kinderen verplicht naar school. In de weekend zijn er voor ieder aktiviteiten georganiseerd. Samen Een ieder is medeverantwoordelijk voor een goede sfeer in de groepen. "Het leven in een groep met een aantal leeftijdsgenoten kan erg gezellig zijn, maar er zijn ook wel moeilijke momenten. Heb jij iets voor een ander over, dan kun je ook verwachten dat een ander iets voor jou over heeft", aldus het informatiefoldertje van Valentijn. Als er problemen zijn, dan stap je naar de groepsleiding toe. Of, zoals één van mijn drie gesprekspartners het formuleert: "zij bieden je intellektuele hulp als je problemen hebt, het zijn wel broers voor je. Maar als er echt diep iets met mij is, dan ga ik in het bos lopen, om te denken". De andere: "ieder begrijpt hier elkaar en samen is het beter dan alleen. Er is een sfeer van broers en zussen". Volgens de heer Zweers beschouwen de gevluchtte kinderen Valentijn toch als wachtkamer. Zij kunnen bijvoorbeeld niet naar een 'normale' school of opleiding. Zij zitten dan wel op de Valentijnschool, maar zij willen méér, ze willen perspektief, bijvoorbeeld naar een internationale schakelklas of naar mavo/havo en zich op een beroep oriënteren. De eerste periode is een vluchteling vaak wel fanatiek aan de slag, maar de tweede fase is moeilijker. Er treedt dan meer lusteloosheid op en de problemen komen sneller bovendrijven. Toch houden veel ex-bewoners goede herinneringen over aan hun Valentijn-tijd, getuige hun terugkomst daar als logé. Ze kijken waardevol terug op de periode daar. "Je kunt er lachen, je kunt er huilen". Overigens zijn er opvallend weinig meisjes in Valentijn, de jongens zijn er altijd ruim in de meerderheid. Op dit moment, augustus '92, zijn er onder de 80 jongeren (8-17 jaar) 14 meisjes. De zoon van een familie, en vooral de oudste, heeft vaak de plicht om voor de rest te zorgen vooral als het er allemaal niet zo rooskleurig voor staat. Zo zijn er ook meer gevluchtte mannen en blijven vrouwen en kinderen vaak achter in het land van herkomst. Wat na Valentijn? Er zijn diverse mogelijkheden voor uitplaatsing: AZC, familie elders in Nederland, pleeggezin, Opbouwhuizen, ROA-woning, opname in jeugdhulpverlening, onbekende bestemming, land van herkomst. Een uitzetting komt nauwelijks voor. Met name de Opbouwhuizen zijn van belang voor de langduriger opvang van gevluchtte jongeren. Dit zijn woningen waar vier minderjarigen worden gehuisvest onder verantwoordelijkheid en begeleiding van een residentiële voorziening. Deze instelling gaat een overeenkomst aan met De Opbouw. Met name voor oudere jongeren is dat een goede oplossing. Zij verzelfstandigen op die manier en kunnen leren in hun eigen bestaan te voorzien. De problemen met pleeggezinnen zitten onder andere in het niet beschikbaar zijn van voldoende gezinnen. Bovendien blijkt het uitplaatsen van kinderen in pleeggezinnen vaak moeilijker dan gedacht, volgens een medewerker van De Opbouw. Wederzijdse integratie van de gevluchtte jongeren en de leden van het pleeggezin is vaak moeilijk omdat die onderschat wordt. De diverse karakters botsen bijvoorbeeld te erg of de wederzijdse aanspraak op vrijheid gaat verloren. Of een gezin dacht teveel aan een soort adoptie, terwijl dat niet ter sprake is. "Maar wij vinden het niet erg om nog langer in Valentijn te verblijven", zeggen de drie jongens. "Je voelt je hier thuis, de begeleiders helpen je, je bent welkom. Maar toch, als je wel naar een huis wilt, is de periode hier wel lang". De medewerker van De Opbouw> vertelt dat de gezinshereniging altijd prioriteit heeft. Zij stimuleert gezinshereniging waar maar mogelijk is. Als de kinderen gedwongen zijn los van de ouders te leven, kan dat funest zijn. Vaak is er bijvoorbeeld bij kinderen uit Afrikaanse landen nog een half-moeder, of is er opvang door andere families. Als er nog kontakten zijn met (half)familie in de landen van herkomst dan stimuleert De Opbouw die. Zij ondersteunt een goed klimaat voor de kinderen en dat is per individu verschillend. De rechten van het kind moeten op z'n minst gewaarborgd zijn. Veel kinderen komen uit o.a. Ethiopie, Somalie, Iran en minder uit het Midden en Verre Oosten. Toekomst Er hangt volgens de drie jongens een zussen en broers-sfeer in huis. Dat is een belangrijk eerste begin in Nederland voor hen. Ieder begrijpt elkaar en ...samen is het beter dan alleen", zegt één van hen. "De groepsleiders willen je op weg houden. Vaak ben ik stil of wil ik de problemen vergeten en dan helpen ze je als dat kan". De direkteur van Valentijn zegt dat het nogal eens voorkomt dat de kinderen 's nachts verdriet hebben of akelig dromen. Er is ook 's nachts altijd een groepsleider aanwezig die hen dan probeert te helpen. Vooral die momenten, de dag overdenkend in bed, kunnen moeilijk, konfronterend en eenzaam zijn voor de kinderen. Er komt soms zoveel bovendrijven want de kinderen hebben veel te verwerken. De meesten van hen hebben traumatische ervaringen uit hun recente verleden. Ervaringen die ze nooit zullen vergeten. Vergeten hoeft ook niet, maar goed verwerken is een noodzaak (denk aan de mensen met traumata uit de tweede wereldoorlog). Na alle ellende die de vluchtelingen vaak hebben meegemaakt is echte steun toch van belang, willen zij niet opnieuw gigantisch in de knel komen te zitten. Hen moet de tijd en rust gegund worden aan een toekomst te bouwen. voor de meesten van hen "...begint het hier toch opnieuw". |
|
|