Ach, ach, ach

Oost-Timor: luisteren naar de mensen

Zoeklicht

Drie jaar sans-papierbeweging

Koppelingswet

Dagboek uit Oost-Timor

Kort nieuws

Europese asieltop in Tampere

De Europese veiligheid

De verwijderingsmachine op volle toeren

Het verhaal



Duitsland


Groepsuitzetting van 60 Nigerianen
Bij een uitzetting van 60 Nigeriaanse vluchtelingen naar Nigeria hebben 123 ambtenaren van de Bundesgrenzschutz de vluchtelingen handboeien om gedaan en het vliegtuig in geleid. Het vliegtuig was een charter van Caledonian Airlines, een vliegtuigmaatschappij die in het bezit is van Carlson Corporation of America. De thuisbasis van de Caledonian Airlines is London Gatwick Airport.

Veroordeling taxichauffeur
Een Italiaanse taxichauffeur is door een Duitse rechter veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf voor het illegaal Duitsland binnenbrengen van vier Kosovaren en een Irakees. De chauffeur pikte op 21 maart 1999 de mensen op in Vicenza en rekende voor een rit van 450 km 900 DM. Bij een controle aan de Oostenrijk-Duitse grens werd hij aangehouden en gearresteerd. De 63-jarige chauffeur werd bovendien nog veroordeeld tot twee jaar rijverbod en het intrekken van zijn taxivergunning.

Raad van Europa
Het Anti-Folter-Comité van de Raad van Europa, dat bestaat uit artsen, psychologen en deskundigen op het gebied van strafrecht, wijst in een rapport op acht gevallen van overmatig geweld door de luchthavenpolitie. Bij drie van deze gevallen is het onderzoek stopgezet wegens gebrek aan bewijs. In de overige vijf gevallen loopt het onderzoek nog.
Één van de mensen betreft een Iraniër, J.S., die tijdens zijn uitzetting is geslagen. J.S. werd op 29 december 1998, één dag voordat er een medisch onderzoek bij hem zou plaatsvinden, uitgezet. De arrondissementsrechtbank had eerder besloten tot een medisch onderzoek naar aanleiding van de gezondheidstoestand van de man. Een laatste poging om de uitzetting te voorkomen mislukte doordat rechter Neuman van de arrondissementsrechtbank in Freiburg een verzoek tegen de uitzetting afwees.
De uitzetting van 29 december 1998 was de derde poging van de Duitse autoriteiten om J.S. uit te zetten. De eerste twee keer, op 9 augustus en 5 november 1998, hadden de piloten van de betreffende vliegtuigen de uitzetting geweigerd. Beide keren was de Iraanse man dusdanig toegetakeld door de politie dat het bloed van zijn gezicht liep.
Tijdens een bezoek aan het vliegveld van Frankfurt kreeg het comité een interne handleiding voor het terugvoeren van buitenlanders van  januari 1998. In de handleiding staat dat geweld proportioneel moet worden toegepast, dat het afplakken van de mond verboden is en dat uitzettingen niet tot elke prijs moeten worden doorgevoerd. Ambtenaren van de Bundesgrenzschutz moeten deze handleiding ondertekenen. Tijdens een proces in 1994 over de dood van een vluchteling tijdens een uitzetting bleek al dat de dienstdoende ambtenaren zich niets van de opgestelde regels aantrekken. Zij namen allerlei soorten banden en riemen (autoriemen), breed plakband en oude sokken mee van huis om vluchtelingen te kunnen boeien.

Soedanees sterft tijdens uitzetting
Amir Ageeb uit Soedan werd in de nacht van 28 op 29 mei 1999, aan handen en voeten geboeid in een vliegtuig van Lufthansa (vlucht LH 558) uitgezet. Het vliegtuig dat van Frankfurt (van waaruit bijna 10.000 uitzettingen per jaar plaatsvinden) naar Caïro onderweg was, maakte een tussenlanding in München toen duidelijk werd dat Aamir Ageeb overleden was. De drie marechaussee’ers die hem begeleidden hadden voor het opstijgen van het vliegtuig een integraalhelm op zijn hoofd vastgezet door het “naar-onder-te-drukken”.
Drie dagen na het overlijden van Aamir Ageeb maakte het openbaar ministerie in Frankfurt bekend dat onderzoek naar de gebeurtenis maanden zou gaan duren. Een eerder onderzoek uit 1994 naar het overlijden van een Nigeriaanse vluchteling, werd toentertijd uitgesteld en later gestaakt.
Op 31 mei 1999 vond er een demonstratie plaats tegen de moord op Aamir Ageeb en voor verblijfsrecht voor iedereen.
Naar aanleiding van het overlijden van Aamir Ageeb werd op 4 juni 1999 tijdens de Eurotop in Keulen het kantoor van de Grünen bezet. De aanwezigheid van de Grünen in de rood-groene coalitieregering in Duitsland heeft niet veel veranderd aan het bestaande asielbeleid en de uitzettingen. Twee mensen uit Kameroen, drie uit Nigeria, twee uit Koerdistan, één uit Peru, drie uit Sri Lanka, twee uit Togo, één uit de Verenigde Staten en één uit Duitsland, bezetten het kantoor en begonnen een hongerstaking. De Peruaanse deelnemer aan de actie werd later, toen hij op weg was naar een bijeenkomst in Hamburg, gearresteerd.

Mishandeling
De grenspolitie die belast is met de uitzettingen uit de Duitse deelstaat Nedersaksen, lijkt er een gewoonte van te maken om vluchtelingen te mishandelen. Vluchtelingen worden geschopt en geslagen waarbij in diverse gevallen de sporen van de mishandeling nog enkele dagen na de uitzetting zichtbaar zijn. De Koerdische vluchteling Ferzent U. is door de Turkse mensenrechten-organisatie IHD zelfs naar een trauma-centrum doorgestuurd. Ferzent U. kreeg tijdens zijn uitzetting een epileptische aanval, maar hem werden medicamenten geweigerd. In plaats van medische bijstand werd hij aan handen en voeten geboeid, kreeg hij een oorvijg, een dreun op zijn neus (die later gebroken bleek), en stroomstoten op hals en benen.

Grenskamp in Zittau
Net als vorig jaar vond er dit jaar een grenskamp plaats aan de Pools-Tsjechisch-Duitse grens, in de grensplaats Zittau. Daar werd een tentenkamp met ongeveer 500 deelnemers opgebouwd. Op 8 augustus 1999 begon het kamp met een popconcert op een plein in het midden van Zittau. ‘s Middags vond er een ontmoeting plaats met Poolse actievoerders die de voorafgaande dagen aan de Pools-Oekraïnse grens actie hadden gevoerd. Ook tijdens de week aan de grens vonden er diverse acties plaats, zoals een demonstratie aan beide zijden van de grens, een blokkade van de hoofdstraat van Zittau tegen de arrestatie van vier actievoerders, een belegering van een Bundesgrenzschutz-kazerne, een roofoverval en kaping van een stoomlocomotief, een picknick in voortuinen van huizenbezitters en enkele andere kleine acties.
Rond 26 juli 1999 werd in Zittau door onbekenden huis aan huis een brief verspreid. In de brief, met het briefhoofd van het ministerie van Binnenlandse Zaken van Dresden, werd gewag gemaakt van de aansluiting van Zittau bij Polen door een grenscorrectie in westelijke richting. Hierdoor zou Zittau vanaf 2002 onderdeel uitmaken van Polen. Volgens de brief hoefden Duitsers niet te verhuizen mits zij de Poolse nationaliteit aanvroegen en zich de Poolse taal eigen maakten. De brief leidde tot zoveel verwarring in het stadje dat de politie van het ministerie van Binnenlandse Zaken de opdracht kreeg een strafrechtelijk onderzoek te starten naar de makers en verspreiders van de brief.
 

Zwitserland


Dood Palestijnse vluchteling
In Zwitserland worden bij uitzettingen drie gradaties gehanteerd. Gradatie één is politiebegeleiding, gradatie twee is politiebegeleiding met lichte boeien, en gradatie drie is hand- en voetboeien en aftapen van de mond. De Palestijnse vluchteling Khaled Abuzarifeh overleed in een lift op het vliegveld Kloten terwijl hij onder begeleiding van politiefunctionarissen op weg was naar een vliegtuig. De eerste keer dat geprobeerd werd hem uit te zetten op 10 januari 1999 weigerde de piloot hem mee te nemen omdat hij schreeuwde. De tweede poging tot uitzetting, op 3 maart 1999, werd hem fataal. Hij was aan handen en voeten geboeid en zijn mond was afgeplakt met tape.

Uitzetting voorkomen
Eind mei slaagden passagiers in een vliegtuig van Swissair erin een jonge geboeide Congoleze vluchteling te bevrijden uit handen van de begeleidende Zwitserse politie. Op 9 mei 1999 wilden de Zwitserse autoriteiten de 23-jarige vluchteling uitzetten naar Kinshasa. Twee agenten begeleidden de man wiens handen en voeten geboeid waren en wiens mond afgeplakt was. Voor een tussenlanding in Kameroen werd de pleister van zijn mond gehaald en schreeuwde de man het uit. De medepassagiers die tot op dat moment niet wisten dat de vluchteling zich in het vliegtuig bevond, omdat deze in een apart deel was neergezet, kwamen in verzet tegen de uitzetting. Na de landing in Kameroen werden de autoriteiten op de hoogte gesteld van de uitzetting. Deze eisten de terugkeer van de vluchteling naar Zwitserland en Swissair diende deze terugkeer toe te zeggen alvorens het vliegtuig verder kon vliegen. De man keerde terug naar Zwitserland als vrij man, aangezien zijn vreemdelingenbewaring was opgeheven.
Tot eind vorig jaar stond in het handboek voor piloten van Swissair dat mensen die aan handen en voeten geboeid waren of wiens mond afgeplakt was, niet vervoerd mochten worden in toestellen van Swissair. Op 1 januari 1999 werd dat verbod opgeheven. Vanaf 9 mei 1999, naar aanleiding van de mislukte uitzetting van de Congolese vluchteling, heeft Swissair echter opnieuw besloten om uitzettingen onder de huidige omstandigheden niet uit te voeren.
 

Spanje


Legaliseringen Spanje
Spanje overweegt om rond de 85 duizend illegalen ‘amnestie’ te geven. Als illegalen kunnen aantonen dat zij in Spanje hebben verbleven voor 1 juni 1999, krijgen zij een tijdelijke verblijfsstatus. De maatregel komt voor de invoering van de nieuwe vreemdelingenwet. In deze nieuwe wet zijn alle partijen overeengekomen dat illegalen die kunnen aantonen dat zij langer dan twee jaar in Spanje verblijven een tijdelijke verblijfsstatus krijgen. Een uitzondering wordt gemaakt voor vluchtelingen die het land zijn binnengekomen met behulp van mensensmokkelaars. Als zij bereid zijn tegen de mensensmokkelaars te getuigen krijgen zij direct een verblijfsvergunning.
 

Oostenrijk


Nigeriaanse vluchteling sterft
Marcos O., vluchteling uit Nigeria, 25 jaar jong, is vermoord tijdens zijn uitzetting. Na 11 jaar verblijf in Oostenrijk en een afgewezen asielverzoek werd hij zaterdag 1 mei op een vliegtuig van de Bulgaarse maatschappij Balkan Air gezet. Onder escorte van drie Oostenrijkse politieagenten zou hij via Bulgarije naar Nigeria worden uitgezet. Zijn mond was afgetaped en hij was vastgebonden. Volgens ooggetuigen leek hij wel op een mummie. In Sofia bleek Marcos dan ook te zijn gestikt.
Zijn dood is zijn eigen schuld, beweren politici: hij heeft zich immers verzet tegen verwijdering. Op een persconferentie zei algemeen directeur van de Oostenrijkse Dienst voor Openbare Veiligheid, Michael Sika, dat “(...) wie weet met welke lichaamskracht zwarten zich kunnen verzetten milder zal zijn met zijn kritiek dan wie niet weet waarover het hier gaat”. Een racistische en bevooroordeelde uitspraak. Luchthavenpersoneel noch bewakers uit de deportatie-gevangenis waar hij verbleef, melden dat er weerstand van Marcos te verwachten of te zien was.
Een piloot van Balkan Air die als passagier meevloog in het vliegtuig, getuigde dat Marcos O. als een mummie op zijn stoel was vastgebonden. Meerdere malen had hij de drie begeleidende politiebeambten gevraagd aan de situatie iets te veranderen, echter zonder succes.
Tegen de drie politieagenten die Marcos vermoordden zijn geen maatregelen genomen, ze werden niet eens geschorst. En minister Schlögl van Binnenlandse Zaken zegt niet te weten dat dit soort methoden werden gebruikt, want intapen is immers bij rechterlijke uitspraak verboden. Zijn aftreden is geëist, maar hij krijgt onvoorwaardelijke steun en komt ervan af door uit te spreken het voorval diep te betreuren. De verkiezingen komen eraan en Schlögl is erg populair om zijn strenge asielbeleid.
Oostenrijk heeft alle uitwijzingen van vluchtelingen die mogelijk weerstand kunnen bieden voor onbepaalde tijd opgeschort. Nieuw is nu de invoering van het gebruik van een integraalhelm waarmee schreeuwen gedempt en bijten voorkomen wordt. Gewone politieagenten bij uitzetting worden vervangen door de speciale uitzettingseenheid Wega: anti-terreur en anti-oproerpolitie.
Op 8 mei demonstreerden in Wenen tussen de 3000 en 4000 mensen tegen uitzettingsmethoden en tegen de racistische wetten die de verwijderingstechnieken legitimeren; zij eisten het aftreden van Schlögl. Op 12 mei, internationale actiedag voor Marcos O., vonden nog twee demonstraties plaats tegen racistisch beleid. Tot twee keer toe werd korte tijd het hoofdkantoor van de SPÖ, de Socialistische Partij van Schlögl, bezet. In een buitengewone parlementszitting waarin de Groenen en de Liberalen Schlögl onder vuur namen, hadden actievoerders op de tribune zich ingetaped.
In Nigeria heeft de mensenrechtenorganisatie Constitutional Rights Project (CRP) in Lagos direct haar veroordeling uitgesproken en gewaarschuwd tegen de dreigende ‘normalisering’ van dit soort geweld bij uitzettingen.
Op 27 mei 1999 werd één van de leiders van de protesten, Charles O., door de politie in Oostenrijk gearresteerd onder verdenking van drugshandel. Van verschillende zijden werd erop gewezen dat de beschuldigingen van de politie uit de lucht gegrepen zijn en dat het slechts om een afleidingsmanoeuvre gaat die tot doel heeft de aandacht af te leiden van de handelingen van de politie.
 

Engeland


Ondervraging cricketfans
Gedurende de Cricket World Cup in het Verenigd Koninkrijk werden bezoekers uit Sri Lanka en andere Aziatische landen ondervraagd over hun kennis van het cricketspel. Ongeveer 600 van de 5.000 fans die vanuit Colombo (Sri Lanka) zijn door immigratie-ambtenaren ondervraagd. Op 17 mei 1999 bevestigde het Ministerie van Buitenlandse Zaken dat de vragen werden gesteld om te constateren of de aanvrager van een visum een ‘bonafide cricket fan’ was.

Gevangenis voor vluchtelingen
De regering van het Verenigd Koninkrijk heeft ingestemd met de bouw van een speciale vluchtelingengevangenis. Als lokatie is de Aldington-gevangenis in Kent gekozen. Dat is dicht bij de treintunnel onder het Kanaal. Naar alle waarschijnlijkheid zal een privé-onderneming de leiding over de gevangenis op zich nemen. Met de gevangenis doet de overheid een poging om vluchtelingen en veroordeelden te scheiden en tevens de capaciteit te creëren om vluchtelingen voor zeer lange tijd op te sluiten. De meerderheid van de vluchtelingen krijgt een tijdelijke status tot het moment van de uitspraak in hun asielverzoek. Een deel van de vluchtelingen wordt opgesloten in één van de circa 800 gevangenisplaatsen in afwachting van een beslissing op hun asielverzoek. De regering geeft als reden voor de bouw van de gevangenis de toename van het aantal vluchtelingen en dat van al deze vluchtelingen een kwart tot de helft wordt afgewezen.

zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish