|
oktober 1999 Oost-Timor, weer hetzelfde liedjeDe vorige ‘Op de Grens’ had als thema de oorlog in Kosovo en de NAVO-bombardementen op Kosovo en Servië. Een oorlog waarbij een weerloze bevolking op grote schaal verdreven werd van huis en haard, complete dorpen werden platgebrand en veel mensen uitsluitend om hun anders-zijn werden vermoord. Nu, nog geen vier maanden later, schrijven we in deze ‘Op de Grens’ over de volgende brandhaard van hetzelfde kaliber: Oost-Timor.Het zijn herhalingen van wat we enkele jaren ervoor in Bosnië en Rwanda hebben gezien. Het zijn niet de enige conflicten met hetzelfde karakter de afgelopen jaren maar wel de bekendste en ook conflicten waarbij de VN of NAVO een belangrijke rol speelden. Ed Hollants Eén van de problemen wanneer je van uit een progressieve visie
deze conflicten benadert, is de vraag of je wel of niet voor militair ingrijpen
van de internationale gemeenschap bent.
Waarom niet ingrijpen?Naast het bekende rijtje van afwegingen, economische en strategische, om wel of niet in te grijpen spelen er meer zaken een rol.De politieke elite in de wereld, waar ook sprake is van veel persoonlijke contacten, heeft vooral vertrouwen in elkaars woorden. Feitelijkheden die van onderop door meestal NGO’s worden aangedragen hebben daar weinig invloed op. NGO’ s en actievoerders worden als lastige horzels gezien terwijl collega-ministers, collega-diplomaten en collega-ambtenaren in net pak aan het buffet of in vergadering een vanzelfsprekende fatsoenlijkheid en geloofwaardigheid wordt toegeschreven. Veiligheidsconcepten of inschattingen over conflicten worden voor een groot deel van achter buro’s door ambtenaren geschreven. Informatie komt van ambassades in betreffende landen waar personeel vooral contact heeft met de elites in de betreffende landen. Ambtsberichten van Buitenlandse Zaken zijn dan ook meestal totaal verschillend dan de berichten van mensenrechtengroepen. In Oost-Timor hebben de VN de kapitale blunder gemaakt door te vertrouwen op de druk die via diplomatiek nivo was uit de oefenen op Indonesië en waarschijnlijk op de gerustellende woorden van de Indonesische regering. Dit terwijl mensen uit de praktijk en aanwezig in Oost-Timor hele andere inschattingen maakten. Het gevolg is dat de VN geen enkel direct antwoord hadden op de het uitbreken van de planmatige uitgevoerde gewelddadigheden die al maanden voorbereid waren. Het enige antwoord in de eerste week was de evacuatie van UNAMET (VN-missie in Oost-Timor), waarmee de Oost-Timorese bevolking aan haar lot werd overgelaten. De VN hadden geen plan klaarliggen om onmiddellijk in te grijpen als zou blijken dat de diplomatieke druk niet genoeg zou zijn. Er zijn dan ook de eerder genoemde economische belangen in het spel. De multi-national Nike is voor een belangrijk deel afhankelijk van de productie in Indonesië, Amerikaanse mijnbedrijven zijn actief en er is de olie productie van Texaco, Chevron en Mobil. Deze economische belangen en de onzekerheid waar het naar toe gaat als democratische krachten in Indonesië te hard van stapel lopen zal zeker een druk hebben opgeleverd richting de internationale diplomatiek om rustig aan te doen. Dit zal ook mede bepalend zijn geweest om te vertrouwen op door Indonesië toegezegde zorg voor veiligheid. Voor de stabiliteit van Indonesië zullen Westerse landen voorlopig hun kaarten op het Indonesische leger blijven inzetten, wat zware kritiek op dat leger onmogelijk maakt. De mensenrechten en steun aan democratische krachten zullen zoals gewoonlijk slechts een bijrol spelen of zelfs het slachtoffer van al deze belangen zijn. Daarnaast zal het wat de VS betreft ook een moeilijke keus zijn om voor ingrijpen te kiezen omdat de speciale Indonesische legereenheid, Kopassus, door de VS is opgeleid. Deze eenheid is voor een groot deel verantwoordelijk voor de tactiek van verschroeide aarde die in Oost-Timor wordt toegepast. Het zijn het soort opleidingen die vaker gegeven worden zoals ook aan duizend Colombiaanse militairen die vorige week operationeel geworden zijn in Colombia om daar een vuile oorlog tegen drugs-maffia en guerilla te beginnen. De laatste dagen druppelen berichten binnen dat verschillende inlichtingendiensten zoals de Amerikaanse CIA prima op de hoogte waren over wat er in Oos-Timor gebeurde betreffende opbouw van de milities door het leger. Er werd dan ook een geweldsuitbarsting verwacht. Het zou ook wel heel sterk zijn als een inlichtingendienst niet ziet wat waarnemers ter plekke van allerlei NGO’s wel zien. Waarom wel ingrijpen?Geschrokken door het gebeuren en het eigen falen maar zeker ook door de publieke opinie heeft daarna een snel ingrijpen door de VN plaats gevonden. Althans eigenlijk is het niet de VN maar Australië dat snel heeft ingegrepen. Opvallend mager is het aandeel van de de kant van de VS en Europese landen in de vredesmacht. De VS die zich al vaker hebben geprofileerd als de politieagent van de wereld zijn nu hekkensluiter.Machthebbers maar ook bevolkingen in de Aziatische wereld en Derde Wereldlanden zien het allemaal met argusogen aan. Overal hoor je de term nieuw Imperialisme als ze het over het optreden van de VN en een instelling van een oorlogstribunaal hebben. En daar zit natuurlijk ook wel wat in. Veel oorlogen en economische ellende zijn een direct gevolg van de Westerse landen en de koloniale erfenis. Waarom geen tribunaal over het koloniale verleden of smartegeld voor de slavenhandel? Dictators en politiestaten houden het dankzij Westers steun lang uit. Op het moment dat een land instabiel begint te worden door interne onrust die niet door minder zichtbare repressie is in te dammen, komen Westerse landen met hun mensenrechten op de proppen. Meestal niet zozeer om de mensen daadwerkelijk te beschermen maar omdat er rust nodig is om economische belangen veilig te stellen. Het ingrijpen van de VN, althans de bereidheid die veel Westers landen hebben om de VN te laten ingrijpen, kan dan ook net zo goed gezien worden als een poging om Indonesië weer in rustig vaarwater te krijgen. Dit is iets anders dan een consequente steun aan democratisering en naleving van mensenrechten. Over het ingrijpen kun je ook nog zeggen dat dit pas plaats vond na Indonesische goedkeuring wat kan beteken dat wat Indonesië betreft de klus geklaard was. Het ingrijpen is zo gezien van weinig betekenis meer. Als we alle berichten die nu naar buiten komen zien dan staat er in Oost-Timor bijna geen huis meer overeind. Toch maar ingrijpen?Moet je dan nu tegen militair ingrijpen zijn omdat het geen oplossing is en vaak ingegeven wordt door geheel andere motieven dan morele?Bij Kosovo werd de vraag over wel of niet ingrijpen heel moeilijk. Ondanks de blunders die de internationale gemeenschap heeft gemaakt was er sprake van massale verdrijving van de bevolking en tal van moorden: hoe stop je deze zo snel mogelijk? In ieder geval niet door bombarderen, hebben we toen gezegd. Er werd in de praktijk niemand direct geholpen. Sterker door het platgooien van burgerdoelen werd geprobeerd een bevolking te chanteren om tegen haar leiders in opstand te komen. Het is een beproefde maar mislukte methode die in Irak gebruikt is. Bij Kosovo is ook een argument dat het Verdrag van Rambouilet onmogelijk te verteren was voor Servië en er een mogelijkheid was om daar opnieuw over te praten. Bij Oost-Timor ligt het anders. Indonesië heeft zich neergelegd
bij een internationaal ingrijpen. Maar wat als Indonesië dit niet
gedaan had? Er zou dan niet veel anders over blijven dan te eisen dat er
onmiddellijk ingegrepen moest worden om het moorden te stoppen. De situatie
in Oost-Timor was zo, dat elke dag dat er niet opgetreden werd honderden
mensen omkwamen en duizenden verdreven werden. Een alternatief voor ingrijpen
is niet voorhanden. Dat Australië boter op haar hoofd heeft mag duidelijk
zijn; toch kun je blij zijn dat Australië het voortouw heeft genomen
om in te grijpen.
Wat dan wel?Het heeft alle zin om te kijken hoe een conflict ontstaan is, de belangen erachter en ook de belangen om in te grijpen, maar daarnaast heb je met de situatie van het moment maken. Het is van veel landen een keus, vaak door economische en strategische belangen ingegeven, om niet tijdig in te grijpen bij mensenrechtenschendingen. Maar dezelfde belangen spelen ook op het moment dat er wel ingegrepen wordt. Daarnaast blijkt dat de kloof tussen mensen uit de praktijk en bestuurders en internationale diplomatie enorm is. NGO’s in landen waar conflicten zijn maar ook NGO’s daar buiten hebben vaak veel betere inschattingen dan degenen die de beslissingen nemen. Luisteren naar de basis, naar de mensen, hun behoeftes; hun stem is er niet bij.De discussie moet gaan over de vraag of militair ingrijpen te voorkomen was. We moeten onze energie vooral richten op het in de toekomst voorkomen van conflicten. Daarnaast is er nog de vraag: wat na het militaire ingrijpen? Somalië was een misser, Bosnië en Kosovo zijn wespennesten en in praktijk etnisch opgedeeld, iets wat juist voorkomen diende te worden. Met Oost-Timor zitten de VN in het volgende wespennest. De discussie moet snel verbreed worden anders worden we in de toekomst steeds vaker gechanteerd met een discussie over militair ingrijpen op basis van de waan van de dag. Een waan van de dag waarin de VN en mensenrechten gebruikt worden als politieke instrumenten in de handen van landen die hun belangen verdedigen. Het blijft te verdedigen dat iemand principieel tegen militair ingrijpen is, omdat als je verder kijkt dan de dag van vandaag, alle argumenten zijn er om op een andere wijze conflicten op te lossen. Het is te makkelijk om dan iemand medeplichtigheid aan massamoorden in de schoenen te schuiven. Voor mij persoonlijk geldt echter dat ik erken dat militair ingrijpen in sommige gevallen niet anders kan, maar dat je daarmee eigenlijk altijd verliest. |
|
|