Column Edter Ach, ach, ach Verkiezingen, maanlandschap Zin en onzin van discussie met politici Europees voorstel artikel 140 Europa achter prikkeldraad Mensensmokkel, het bedreigde continent Mensensmokkel, georganiseerde mensensmokkel of georganiseerde instroom? Verwijdercentrum Ter Apel Spreekuur Actie nieuws Vervreemdingscultuur |
Het Autonoom Centrum houdt spreekuur op dinsdagmiddag in No Pepers en op onregelmatige tijdstippen in gevangenissen. Hieronder wat fragmenten uit het spreekuur. J. komt uit Liberia. Hij heeft de gehele asielmolen al doorlopen: Aanmeldcentrum, Onderzoekscentrum, en daarna AZC. Hij is één van de gelukkigen om ook nog in een ROA-woning terecht te komen. Zijn tweede negatieve beschikking krijgt hij terwijl hij in zijn ROA-woning verblijft. In de brief staat de gebruikelijke zin dat hij het land moet verlaten. De angst slaat toe, wat nu? Blijven zitten zoals hulpverleners hadden gezegd? De advocaat gaat per slot van rekening in beroep. J. blijft zitten, met al zijn twijfels, tot hij terug komt van een weekje logeren bij vrienden. Zijn persoonlijke spullen zijn uit het huis gehaald, het slot is vervangen en nu staat hij op straat. We nemen contact op met zijn advocaat en met Vluchtelingenwerk. Wij wijzen hem erop dat hij het recht heeft in zijn ROA-woning te blijven en dat voor de verwijdering uit zijn woning er een stappenplan moet worden gevolgd. Zijn advocaat is op dit moment nog steeds in gevecht met justitie over de spullen van J.. O. komt in 1994 vanuit Mauretanië naar Nederland. Hij vraagt asiel aan, maar dit wordt door de IND afgewezen. Het Ministerie van Justitie verdenkt hem ervan dat hij niet uit Mauretanië. komt. De rechter volgt die gedachte en wijst het asielverzoek af. Eind 1994 wordt hem te verstaan gegeven dat hij moet vertrekken uit het asielzoekerscentrum en uit Nederland. Hij kan nergens heen en kiest er niet voor om op straat te leven. Als blijkt dat O. na een half jaar nog in het centrum woont, wordt hij naar het Verwijdercentrum Ter Apel gestuurd. Hij ondergaat acht verhoren van gemiddeld één uur. Na vijf maal verhoord te zijn wordt door de IND de conclusie getrokken dat O. geen initiatieven ontplooit om Nederland zelfstandig te verlaten. De IND zegt niet dat O. niet meewerkt, maar dat hij onvoldoende meewerkt. Het Ministerie van Justitie kan hem namelijk nog steeds niet uitzetten. Tijdens het zesde gesprek presenteert men hem daarom telefonisch aan de Mauretaanse en de Senegalese diplomatieke vertegenwoordiging. Beide vertegenwoordigingen erkennen hem niet als burger van hun land. De IND oordeelt dan maar als volgt: "Verdere informatie aan de hand van welke de Mauretaanse danwel de Senegalese autoriteiten wel een grensoverschrijdingsdocument zouden hebben kunnen verstrekken heeft u vervolgens niet verstrekt ". O. werkt wel mee, maar niet voldoende omdat de IND hem niet kan uitzetten, dus wordt O. op straat gedumpt. Het Autonoom Centrum vangt hem nu al enige tijd op om hem in zijn illegale bestaan een tijdje een steun in de rug te geven. Daarnaast wordt samen met zijn advocaat een bezwaarschrift voorbereid tegen de dumping. uit Ter Apel. De behandeling van het bezwaarschrift tegen de beslissing van de COA dient bij de bestuursrechter en het zal dus geruime tijd duren alvorens er een uitspraak volgt.
Sinds Nederland een terugname-overeenkomst heeft gesloten met Sri Lanka worden steeds meer vluchtelingen direct vanuit Aanmeldcentrum Schiphol in de grensgevangenis (Grenshospitium) opgesloten. M. komt in juni 1997 aan in Nederland. Direct na aankomst wordt haar asielverzoek afgewezen en wordt ze overgebracht naar de gevangenis. Haar eerste asielverzoek wordt afgewezen, maar aangezien M. tijdens haar eerste interview niet heeft verteld dat zij ook sexueel is misbruikt, wordt een tweede verzoek ingediend. Dit wordt afgewezen en vlak daarna wordt M. uitgezet naar Colombo, Sri Lanka. Het gehoor naar aanleiding van het tweede verzoek heeft veel weg van een politieverhoor. Een vraag van de IND-ambtenaar met betrekking tot de sexuele mishandeling: "Kunt u verklaren waarom u hierover onder andere wel vertelt, nadat ik u heb geconfronteerd met de feiten die u tijdens het nader gehoor had verteld?" M. antwoordt dan dat ze al zes maanden gevangen zit en veel over het gebeuren piekert. Na haar uitzetting naar Sri Lanka wordt zij door een familielid opgewacht. Drie dagen later belt deze dat M. niet is komen opdagen op het vliegveld. Het spreekuur probeert in contact te komen met de ambassade in Colombo die M. zou opvangen. Het levert niets op, maar wel wordt duidelijk dat er van enige monitoring geen sprake is. De contacten met andere Tamils in de grensgevangenis worden overgedragen aan de Sri Lanka Werkgroep die kort geleden is opgericht. Zij probeert nu in contact te blijven met gevangen Tamils en hen te bezoeken. M. is een net geklede heer en komt uit Syrië. Hij woonde al geruime tijd in een dorp in de buurt van Amsterdam. In het verleden moet het een trotse man zijn geweest, maar deze trots is volledig gebroken. Na in 1988 in Nederland te zijn aangekomen vanuit Syri‰ en hier enkele jaren illegaal te hebben gewoond vindt hij werk op de bloemenveiling. Hij krijgt een sofi-nummer, werkt een aantal jaren en als hij op zijn werk een ongeluk krijgt komt hij in de WAO terecht. Alles lijkt nog niet verloren, ook niet als een avontuur met een Nederlandse waar hij mee samenwoont na twee jaar stuk loopt. In 1995 wordt een aanvraag voor een verblijfsvergunning afgewezen. Hij woont te kort samen en heeft te weinig gewerkt. Plotseling gaat alles wat mis kan gaan mis. Zijn WAO-uitkering wordt stop gezet, hij kan zijn rekeningen niet meer betalen, de woningbouwvereniging plaatst een ander slot op zijn huis, beroep na beroep verliest hij en tot slot verliest hij de moed. Als hij bij ons aanklopt is hij vooral op zoek naar een woning. Deze hebben wij op dat moment niet. We geven aan dat hij misschien over een week moet terugkomen zodat we ergens anders kunnen zoeken. Na een week vernemen we niets meer van hem. |
|
|