Eerste deel verslag hoorzitting over vreemdelingenbewaring, 20 april 1997

Tweede deel verslag hoorzitting over vreemdelingenbewaring, 20 april 1997



Deel II

Verslag van de Hoorzitting over Vreemdelingendetentie op 20 april 1997 te Amsterdam georganiseerd door het Autonoom Centrum in samenwerking met politiek-cultureel centrum De Balie Amsterdam

Discussie II: de dagelijkse praktijk van vreemdelingendetentie

**De eerste inleider, Hans van Zundert, advokaat vreemdelingenrecht Rotterdam, vindt het geen goed idee de uitvoering van de detentie in een centrale unit van de IND onder te brengen.
Uit zijn ervaring als advokaat heeft hij namelijk voornamelijk ellende met de IND meegemaakt. Bij het op een rijtje zetten van zijn ervaringen van het afgelopen jaar zijn hem in ieder geval de rillingen over de rug gelopen. Hij vertelt een aantal praktijkvoorbeelden, zoals in de zaak van de Iraniër Amir. Deze verbleef grotendeels in isolatie tijdens zijn bijna 8 maanden durende detentie, omdat hij steeds in hongerstaking ging. Het gebruik van isolatie als maximaal drukmiddel op hongerstakers. Hans van Zundert meldt dat vluchtelingen voor hun tweede asielverzoek kunnen worden bestraft met detentie.
Contact tussen advokaat en vluchtelingen werd bemoeilijkt. Ook het contact tussen de Iraniër en een journalist werd verboden door de top van Justitie, totdat de Commissie van Toezicht een klacht hiertegen door de Iraniër aan hem toewees.

**De tweede inleider, Gerard de Jonge, van de Vakgroep Straf- recht en Criminologie Rijksuniversiteit Limburg, gaat dieper in op het werk dat door vreemdelingen in detentie wordt verricht. De arbeid dient voornamelijk een beheersingsdoel. De overheid en de gevangenisdirecties maken zich in feite op grote schaal schuldig aan strafbare feiten: tewerkstellen van illegalen. De gevangenisdirecteuren zijn bevoegd tot het sluiten van arbeidscontracten met de gedetineerden. Echter, een tewerkstellingsvergunning is hierbij verplicht volgens de Wet Arbeid Vreemdelingen. De Wet op de Economische Delicten bestempelt zo'n gedraging zelfs tot een overtreding die beboet kan. Echter: de overheid is hier niet te vervolgen en kan dus deze praktijken onbelemmerd voortzetten. Er zit dus niets anders op de zaak van een andere kant te benaderen en uitbetaling van het wettelijk minimumloon aan de werknemer te eisen.

**De derde inleider, Rens den Hollander, Autonoom Centrum Amsterdam, medewerkster in de detentie-, en bezoekgroep van het Autonoom Centrum in het Grenshospitium, spreekt over het regime en het gesloten karakter van vreemdelingendetentie. Mensen zitten in een sober regime, veel op cel, er is weinig programma. De detentie duurt vaak maandenlang, de vluchtelingen voelen zich vernederd en als crimineel behandeld. Het regime is gericht op beheersing, orde en veiligheid van de inrichting en haar personeel. Soms ontstaat er een band tussen gedetineerde en bewa, bijvoorbeeld door 'hospitalisatie', lang verblijf. Vaak wordt een langdurig gedetineerde dan overgeplaatst naar een ander detentiecentrum (carousselsysteem). Er is voor gedetineerden weinig contact met de buitenwereld mogelijk. Bezoek is een middel om die isolatie te doorbreken. Maar kritische bezoekers zoals het Autonoom Centrum en ook de gedetineerden ondervinden vaak hindernissen bij het bezoek. Zo kan het lang kan duren alvorens een bezoekaanvraag wordt ingewilligd. Zo verdwijnen bezoekaanvraagformulieren soms en dient er een tweede aanvraag te worden gedaan. Daar gaat dan nog meer tijd overheen. Het komt voor dat vluchtelingen gentimideerd worden van het bezoek af te zien. Vaak wordt gezegd dat het bezoekuur volgepland is. Als wij op bezoek komen is de bezoekzaal vrijwel altijd leeg. Gedetineerden klagen veel over het feit dat medische problemen afgedaan worden met een paracetamol. Vervoer naar een ziekenhuis vindt vaak plaats met een stok in de broek ter preventie van ontvluchten. Veel gedetineerden krijgen door het langdurig en perspektiefloos opgesloten zijn psycho-sociale problemen. Zelfdodingspogingen of verzetsakties worden beantwoord met isolatiecel.

*Deelnemers aan discussie II:
Uit de discussie onder de sprekers en met de zaal komt het volgende naar voren:
* Niet-justitiegebonden organisaties kunnen op bezoek bij gedetineerden buiten het bezoekuur om volgens een bepaalde regeling, zo meldt Theo Scholten. De Vuurdoop, bezoekgroep in HvB Willem II Tilburg, heeft dit geprobeerd bij de Willem II. Het verzoek van hen is echter afgewezen.
* Rondom het bezoek gelden abnormaal strenge regels. Maritza Nadall, relatie van een ex-gedetineerde, vertelt dat bijvoorbeeld het te laat verschijnen voor een bezoekafspraak ertoe kan leiden dat de bezoeker niet meer wordt toegelaten. Met het fouilleren en oproepen van de gedetineerde gaat zo veel tijd verloren dat het bezoek'uur' regelmatig slechts een half uur kan duren. Bezoek vindt plaats in bijzijn van bewakers, er is geen privacy.
* De strengheid van het regime wordt door het Ministerie van Justitie bepaald, de directeur van een HvB is verder verantwoordelijk voor de bezoekregels, aldus Simon van de Pol, FNV Amsterdam, afdeling Arbeid.
* Erik van de Maal van de Bond van Wetsovertreders merkt op dat vreemdelingen duidelijk harder aangepakt worden dan veroordeelden. Het regime zou juist soepeler moeten zijn.
Het doel van vreemdelingendetentie lijkt vooral afschrikking. Erik van de Maal merkt tevens op dat uit vreemdelingendetentie gedumpten en andere illegalen door uitsluitingsmaatregelen als de Koppelingswet bijna gedwongen worden zich in het criminele circuit te gaan begeven.
* Eigenlijk zou voor de arbeid die verricht wordt door de gedetineerden het minimumloon moeten worden betaald, vindt Simon van de Pol. Het lastige dilemma daarbij is dat dit vrijwel zeker zal leiden tot het verdwijnen van het aanbod van arbeid en gedwongen nietsdoen. De FNV is er juist ter belangenbehartiging van werknemers.
* Anton van Kalmhout stel dat vreemdelingen niet onder de gevangenismaatregel zouden moeten vallen. Slechts 1/3 deel van hen kan werken en de beloning is te laag.
* Arbeid levert naast het 'bezig zijn' ook een bezuiniging op voor de overheid op gevangenispersoneel.
* De detentie is mensonterend en afstompend. Opsluiten leidt tot een volstrekte apathie van de vluchteling/illegaal, aldus Geert Groenewegen, pastor in HvB Zoetermeer. Hij ziet dat de 'ge‹soleerden' in het Hvb Zoetermeer systematisch gekleineerd worden. Niet alleen de gedetineerden hebben te lijden onder het regime. Ook het personeel dat er werkt krijgt steeds meer psychische problemen, er is veel ziekteverzuim.
* Het regime zou voor vluchtelingen en illegalen in vreemdelingendetentie anders moeten zijn. Anton van Kalmthout pleit voor een ander regime voor vreemdelingendetentie. Hij stelt dat er in het huidige meer beperkingen zijn dan noodzakelijk. Hierop reageert Rens den Hollander dat opsluiten opsluiten blijft, welk regime je ook hanteert. Ook een gouden kooi is een kooi. Een opgeslotene is op zoek naar zijn of haar vrijheid dus opsluiten is vragen om problemen.
* De opleiding van het personeel deugt niet. Deze is namelijk niet specifiek op vreemdelingen en hun politiek-culturele achtergronden gericht; daadwerkelijk respect opbrengen voor hen is niet bepaald een leerdoel in de opleiding. Een groot deel van het personeel is afkomstig uit het penitentiaire inrichtingswerk, of heeft daar stage moeten lopen.
De meningen over dit opleidingsnivo zijn verdeeld. Personeel krijgt multi-culturele cursussen aldus Anton van Kalmthout, maar volgens Rens den Hollander zijn dat stoomcursussen waarin weinig aandacht voor de gedetineerde met zijn vluchtachtergrond; 'culturele alertheid' is een cursusonderdeel waarin een bevestiging van het patroon van autoriteit tegenover mindere.
* Rens den Hollander merkt op dat de benadering van gevangenen door personeel is ingegeven door ongefundeerde angst: de vluchteling wil immers niets liever dan zijn vrijheid! Het regime en de reglementen in de gevangenis staan in het teken van beheersbaarheid en veiligheid. Bij het minste of geringste 'afwijkend' gedrag wordt derhalve ingegrepen. Spanning en onrust worden daar niet minder van.
* Vele gedetineerden verdwijnen tijdens hun detentie één of meer malen in isolatiecellen, aldus Rens den Hollander, bij de minste of geringste vorm van kritiek of verzet, bij honger- en dorststakingen en bij werkstakingen. Vaak wordt hen 'verbale agressie' verweten. De meesten worden voor een standaardtermijn van twee weken ge‹soleerd.
* Anton van Kalmthout meldt dat er vele vormen van isolatie op de X-afdeling zijn, waarop Rens den Hollander stelt dat je wel gradaties in isolatie kunt aanbrengen maar dat het toch isolatie blijft.
* Veel gedetineerden raken gedesoriënteerd en krijgen psychische problemen. De meeste medische problemen worden met een paracetamol afgedaan. Indien niet urgent, wordt geen start gemaakt met een medische behandeling.
* Er blijken bij de Klachtencommissie uit de Commissie van Toezicht weinig klachten terecht te komen. Dit is opvallend. Veel vluchtelingen kennen het beklagrecht niet, of denken dat hun zaak door klagen benadeeld wordt, of dat klagen toch niet helpt en niets oplevert. Het voorbeeld volgt van een gedetineerde die een zelfdodingspoging deed. Het was al zijn tweede detentieperiode, en hij zat bijna 5 maanden. Zijn vriendin en kind werden niet op de hoogte gesteld, terwijl zij juist de eersten zijn die iets voor hem zou kunnen betekenen. Uiteindelijk kreeg de gedetineerde na het indienen van een klacht daarover als compensatie een half uurtje langer bezoek van zijn vriendin; dat was weken later.
* Willem van Bennekom merkt op dat niet alleen bij de Commissie van Toezicht klachten kunnen worden ingediend door de gedetineerde, maar ook de Rechtbank mag wijzigingen bevelen. Van dit recht wordt zelden gebruik gemaakt.

Discussie III: mensenrechten en vreemdelingendetentie

De eerste inleider, Thom Holterman, universitair Hoofddocent Staats- en Bestuursrecht aan de Erasmusuniversiteit Rotterdam, wijst op de dubbelhartigheid in mensenrechtenverdragen. In principe regelen deze allerlei rechten, maar tegelijkertijd regelen zij ook dat er inbreuk op die rechten mag worden gemaakt. Er zijn mensenrechten nodig omdat deze samenleving geen fatsoenlijke samenleving is. De staat wordt daarmee in staat gesteld macht over haar burgers uit te oefenen. Toch is het niet zo dat mensenrechten daardoor holle rechten zijn of dat de verdragen waarin ze zijn neergelegd waardeloos zijn. Zij hebben een uitdagingsfunctie in de richting van de overheid. En daarbij spreekt de 'volkswijsheid' 'nood breekt wet'. Eigenlijk is het detineren van mensen een noodwet, het is de macht om zonder opgaaf van redenen mensen vast te zetten. En daar is dan weer die dubbelhartigheid: bv. artikel 5 EVRM stelt dat niemand zonder meer van zijn vrijheid mag worden beroofd. Daarop volgt een 'maar': het volgende lid dat zegt dat w‚l die en die en die van hun vrijheid beroofd mogen worden. Die dubbelhartigheid is bewust verwarring zaaien.

**De tweede inleider, Ben Vermeulen, Centrum voor Migratierecht, KU Nijmegen, benadert de mensenrechten in zijn inleiding niet zozeer filosofisch, maar technisch. Vreemdelingendetentie gaat om doelbinding: weren en opsluiten. Toepassing van detentie zou bedoeld zijn als 'ultimum remedium', als laatste instrument waarnaar men grijpen mag. Echter, er zijn talloze maatregelen ter vrijheidsberoving: de artikelen 7a, 18b, 19, 26, en tegenwoordig ook 22 en 23 (vastzetten voor uitzetten) van de Vreemdelingenwet. De toetsing bij dit scala aan artikelen is marginaal. Het mensenrechtenverdrag vereist geen precisie.
Het Europees Hof heeft in een zaak in november '96 de uitspraak gedaan dat vreemdelingendetentie van vier jaar geaccepteerd is. Daarbij ontbrak ook de noodzakelijkheidstoets: niet van belang was dat Justitie aantoonde dat er een redelijk vermoeden bestond dat juist die persoon zich aan meldplicht zou onttrekken. Zwaarwegender was het algemeen belang, dat gaf de detentie rechtsgrond.
Ben Vermeulen stelt dat het mogelijk is herhaaldelijke vreemdelingendetentie te toetsen aan het EVRM, net als het feit dat 'openbare orde' als grond voor de detentie wordt gebruikt. Een tweede keer vreemdelingendetentie in een zelfde zaak zou niet mogen als er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn. Als bodemnorm binnen detentie zou de gelijkwaardige behandeling moeten gelden, voor zowel het strafrechttraject als vreemdelingendetentie. Er moeten procedurewaarborgen zijn, zoals bv. toegang tot de rechter, gelijkwaardige behandeling. Nu is er discriminatie, in het strafrecht zijn aanzienlijk meer rechtswaarborgen dan in vreemdelingendetentie. Voor vreemdelingen zou dat neerkomen op:
- detentie aan een maximumtermijn binden, bijvoorbeeld maximaal 106 dagen;
- art. 5 EVRM in combinatie met het gelijkheidsbeginsel;
- toetsing automatisch en maandelijks;
- er moet een einde komen aan het fenomeen dat er vreemdelingendetentie op het politieburo plaatsvindt langer dan 10 dagen; in het strafrecht is 10 dagen een maximum. De politiecel blijft voor vreemdelingen ook na 10 dagen een openstaande mogelijkheid. Ook hier geldt: art. 5 EVRM in combinatie met art. 14, het gelijkheidsbeginsel. De opmerkingen van Jelle Walther worden bekrachtigd dat er een noodzaak is tot gelijkwaardigheid van het strafrechttraject en het vreemdelingendetentie, waar nu discriminatie is.
Vreemdelingendetentie moet veel meer dan tot nu toe ter diskussie worden gesteld, zoals op deze door het Autonoom Centrum georganiseerde hoorzitting. Kritiek op detentie mag niet alleen bij Commissies van Toezicht blijven hangen. Bij de politiek aankloppen is niet zo zinvol.
De vraag is, stelt Ben Vermeulen, wat we er mee doen. Omdat het hier gaat om een struktureel probleem moet er gezocht worden naar een strukturele oplossing. Daarbij kunnen ook juridische middelen worden aangewend. Ben Vermeulen oppert een individuele klacht in te dienen bij de Nationale Ombudsman (NOM). Deze zou op zo'n wijze moeten worden ingediend dat de NOM aan de hand van een individuele klacht tevens een algemeen onderzoek naar vreemdelingendetentie kan instellen. De klacht zou zich in ieder geval moeten richten op de ongelijkwaardige behandeling en dus op de geldende regimes bij de gedetineerde vreemdeling in vergelijking met de gedetineerde in het strafrecht. De hardheid van vreemdelingendetentie zou aan de orde moeten komen, een mildere behandeling is vereist, detentie is te zwaar. Vreemdelingendetentie is nu vergelijkbaar met het strafrecht, maar toch wordt met twee maten gemeten: waar geen strafbare feiten gepleegd zijn (illegalen/vluchtelingen) zou namelijk vrijheid moeten volgen, maar het tegendeel is waar.

*Deelnemers aan discussie III: Het UNHCR, Johannes van der Klaauw, stelt dat UNHCR op eigen initiatief een onderzoek zou kunnen starten, ongevraagd advies zou kunnen uitbrengen, conclusies en richtlijnen waaraan vreemdelingendetentie dient te voldoen. UNHCR zou vreemdelingendetentie kunnen toetsen bij de Nederlandse overheid. UNHCR stelt dat vreemdelingendetentie onwenselijk en te vermijden is. Heel soms zou daar een uitzondering op zijn; dan zouden de toetsingsgronden naast de verdragsregels neergelegd dienen te worden, bijvoorbeeld met betrekking tot regime en condities waaronder vreemdelingendetentie plaatsvindt. In ieder geval zou voor het regime moeten gelden dat vreemdelingen niet samen met criminelen worden opgesloten, maar onder een lichter regime. Ook mannen zouden gescheiden van vrouwen en kinderen dienen te worden opgesloten.
UNHCR maakt zich tevens zorgen om de detentie op de luchtha- vens, de transitzones, de internationale gebieden. Daar is helemaal geen zicht en controle op. In België gaat het UNHCR naar Zaventhem, en betrekt NGO's erbij. Johannes van der Klaauw constateert dat UNHCR te weinig tegen vreemdelingendetentie doet.

René van Swaaningen, Vakgroep Strafrecht en Criminologie Erasmusuniversiteit, benadrukt nogmaals dat in het strafrecht gedetineerden ook slecht af zijn. Alles is beknot, want op orde, veiligheid en beheersing gericht, vergelijk het opbergen van zwervers in Rijksinrichtingen. Het is van belang om het grotere verband te blijven zien waarbinnen deze vreemdelingendetentie plaatsvindt. Het beleid van de afgelopen jaren wordt gekenmerkt door beheersing, orde en veiligheid. In het strafrecht zowel als in het vreemdelingenrecht gaat het veelal om in de maatschappij afgeschreven groepen. Er begint een tweedeling in de maatschappij te ontstaan. Een groep mensen wordt gewoonweg afgeschreven. Onder hen veel vreemdelingen. Ren‚ stelt dat het migratierecht zich in verkeerd gezelschap bevindt. Zo worden bijvoorbeeld immigratie, terro- risme en drugsbestrijding in één adem genoemd. Migratie moet uit die politieke context weg. Dat werkt namelijk criminalise- rend.
Een ander punt is dat in de universitaire wereld en ook daarbuiten te veel onwetendheid van het fenomeen vreemdelingendetentie bestaat. Er wordt veel te weinig gebruik gemaakt van de kennis van pressiegroepen zoals het Autonoom Centrum. Het beginsel van 'onmiddellijke voorgeleiding' zou ook bij vreemdelingendetentie dienen te worden toegepast.

Marcel van der Linde, werkzaam bij het Nederlands Juristen Comit‚ Mensenrechten (NJCM) en de Stichting Rechtsbijstand Asiel (SRA), pleit ervoor detentie van kinderen en AMA's (Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers) te vermijden. Ook bekritiseert hij het categorisch opsluiten van vluchtelingen, zoals onlangs bij de groep Tamils in het 'Grenshospitium' gebeurde. Hij stelt dat vreemdelingendetentie slechts het doel afschrikking dient, en het oorspronkelijke doel ver voorbij geschoten is.

De heer Fernandes Mendes van het Departement Binnenlandse Zaken, Directie Coördinatie Integratiebeleid Minderheden, stelt dat de door detentie in het leven geroepen criminalisering van minderheden terugslaat op alle minderheden. Het holt ook de rechtspositie uit van diegenen die w‚l in Nederland mogen blijven. Detentie betekent geen integratie. Vreemdelingendetentie zou meer politiek en fundamenteel moeten worden aangepakt en tegelijkertijds praktisch benaderd moeten worden. In Den Haag bestaat het beeld niet, dat er bij vreemdelingendetentie strijdigheden bestaan met mensenrechten. Internationaal kun je ook zien, dat mensenrechtenverdragen een dynamisch proces zijn, mensenrechten moeten geinterpreteerd worden. Bij vreemdelingendetentie is de eerste toetsing in het vroegste stadium cruciaal voor het verder verloop van de procedure. Toch is politiek Den Haag wel gevoelig, er is meer mogelijk in de sfeer van politici.
Vreemdelingendetentie zou niet gelijkgesteld moeten worden met strafrechtdetentie, maar veel beter en milder moeten zijn. Een kansrijkere positie van gedetineerden zou bepleit moeten worden.

Anton van Kalmthout reageert vanuit de zaal op de vraag uit het publiek waarom de politiek zo onbenaderbaar lijkt. Hij stelt dat Helsinki Human Rights Watch in de Willem II is langsgeweest, de Centrale Raad voor de Strafrechtstoepassing adviezen over het sober regime heeft uitgebracht en in de Willem II kamerleden op bezoek zijn geweest. Boris Dittrich (D'66) reageerde op de ochtend van de hoorzitting in het ANP- nieuws op Anton van Kalmthout's pleidooi voor het maximum van drie maanden voor vreemdelingendetentie. Dittrich pleit voor 6 maanden. Zijn argument is dat gedetineerden niet met vrijheid 'beloond' mogen worden na 3 maanden detentie. Dat is volgens hem het gevaar als je bij 3 maanden het maximum legt.

Jolande Uit Beijerse, Vakgroep Strafrecht en Criminologie Erasmusuniversiteit reageert vanuit de zaal dat er niet alleen informatie richting politici kan gaan, maar dat veeleer meer publieksinformatie verstrekt zou moeten worden. Bijvoorbeeld over de 82 miljoen die vreemdelingendetentie kost en wat je met dat geld niet zou kunnen doen voor vluchtelingen.

Bernadette Ficq, advokate vreemdelingenrecht, spreekt uit het onvoorstelbaar te vinden dat vanuit het Aanmeldcentrum Schiphol bijvoorbeeld veelal geselecteerd wordt voor vreemdelingendetentie op basis van het aantal cellen dat beschikbaar is, willekeurig dus en niet inhoudelijk.

Een illegaal uit de zaal, hij heet 'Niemand', vraagt zich af waar nu altijd die politici zijn bij dit soort belangrijke hoorzittingen? Waarom willen ze niet luisteren naar degenen waar het om gaat? Bij wie moet je je als 'Niemand' nu nog vervoegen om je rechten te verkrijgen? Het systeem discrimineert. Alles draait om dossiers in plaats van om personen. Er wordt door de organisatie opgemerkt dat politici en ook de staatssecretaris voor de hoorzitting uitgenodigd zijn, maar inderdaad laten afweten. Kamerbreed vindt niet bepaald een kritische diskussie plaats over het harde sanktiemiddel detentie.

***Tot slot: bevindingen en conclusies van de hoorzitting vreemdelingendetentie, zoals ook in een persbericht op 20 april '97 publiekelijk gepresenteerd:

-het idee ligt er om een klacht te formuleren en in te dienen bij de Nationale Ombudsman over de ongelijkwaardigheid van vreemdelingendetentie ten opzichte van strafrechtdetentie. Vreemdelingendetentie is een zware sanktie, vergelijkbaar met voorlopige hechtenis, maar dan nauwelijks omkleed met rechten en waarborgen;
-er moet een maximumtermijn gesteld worden aan vreemdelingen- detentie, bijvoorbeeld analoog aan voorlopige hechtenis 3 maanden;
-bij detentie langer dan 3 maanden blijkt nog slechts 10% uitgezet te worden; er ligt dus een omslag bij 3 maanden; -er moeten periodieke toetsingsmomenten worden ingebouwd door de rechter elke 30 dagen;
-er moet een scheiding worden aangebracht tussen verdachten van een strafbaar feit en aan de grens geweigerde aselzoekers alsmede illegalen die zijn opgepakt wegens het ontbreken van identiteits-, en verblijfspapieren;
-er moet een volwaardige uitbetaling (minimum loon) plaatsvinden voor arbeid verricht in door gedetineerde vluchtelingen en illegalen;
-onafhankelijke bezoekgroepen dienen te worden toegelaten in vreemdelingendetentie;
-er moet een apart regime komen voor vreemdelingendetentie, dat veel lichter is dan het regime bij strafrechtdetentie; ook kritiek en ervaringen van personeel en bezoekgroepen dienen daarbij te worden betrokken;
-er moet een einde komen aan het categorisch opsluiten van groepen mensen; er moet individueel getoetst worden.

Het Autonoom Centrum sluit de hoorzitting af met een nawoord en meldt dat dit debat wat haar betreft fundamenteel moet worden gezien vanuit de gedachte dat opsluiten van vluchtelin- gen en mensen zonder verblijfspapieren ontoelaatbaar en een schending van de mensenrechten is.

zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish