|
|
Zoeklicht |
|||||||||||||||||||
Uit de nieuwsbrief nummer 11 van het Autonoom Centrum, december 1996 De brief maakte melding van een proef, 'Zoeklicht'. Verzocht werd informatie te verschaffen over de naam van de bewoner teneinde te verifieren of de gegevens in bestanden overeenstemden met de werkelijkheid. Een ander doel was het opsporen van onregelmatigheden. Ook was te lezen dat dit soort onderzoeken in andere buurten zou gaan plaatsvinden. Maar dat is aeu geberd. Startpunt van deze gebundelde benadering van bewoners is een rapport van het Cebeon (Centrum Beleidsadviserend Onderzoek), verschenen in opdracht van het Ministerie van VROM op 30 november 1993. Daarin wordt geconstateerd dat het Amsterdamse woningtoewijzingssysteem al meer dan een decennium tenonder dreigt te gaan aan onrechtmatig gebruik van woningen. In het rapport wordt een aantal aanbevelingen gedaan ter handhaving van het toewijzingssysteem. Hierbij wordt erkend dat van gehele controle nooit sprake kan zijn, tenzij ten koste van vergaande inbreuk op de privacy. Ondanks deze beperking wordt gehoopt op preventie van misstanden door alert optreden. Daartoe wordt gedacht aan het uitwisselen van bestanden tussen instanties en betrokken derden zoals verhuurders. Door de automatisering van het bevolkingsregister met als zoeksleutel het sociaal-fiscaal nummer kunnen gegevens taakgericht verstrekt worden aan andere gemeentelijke diensten. Verder stelt het Cebeon dat er ook voor informatieverstrekking uit de gemeentelijke basisadministratie aan derden in het belang van volkshuisvesting geen juridische belemmeringen zijn. Sociale vernieuwing Het gezamenlijk optreden van instanties is in Amsterdam-Noord beproefd en door de deelnemers succesvol bevonden. De afdeling Handhaving, deel van de afdeling Voorraadbeheer van de Stedelijke Woningdienst Amsterdam, heeft hier voor de eerste maal samengewerkt in een in regio en tijdsduur (medio 1994-medio 1995) afgebakend project met het project Buurtbeheer, waarin een aantal gemeentelijke diensten samenwerkten in het kader van sociale vernieuwing. Het belang van deelname door Handhaving was het recht van deze afdeling op 'binnentreding' om zo bij gerede twijfel over rechtmatige bewoning bewijsmateriaal te verzamelen. Informatie werd vanuit de buurt gemeld aan de consulente van de buurtwinkel. Deze consulente controleerde de informatie op geldigheid en gaf het door aan relevante organisaties. Bedoeling van deze samenwerking was niet zozeer onrechtmatige bewoning aan te pakken, maar in het kader van sociale vernieuwing onveiligheid en verloedering tegengaan. Dit project in Noord is door de afdeling Handhaving niet alleen gebruikt voor de uitoefening van haar taak en om mogelijkheden tot meer permanente samenwerking met andere instanties te vinden, maar ook om te komen tot dader- en woningprofielen voor onderhuur. Het gevaar van verdenking bij voorbaat als je voldoet aan het door deze dienst opgestelde profiel is ook gezien de doelstelling van het profiel - alert optreden - groot. Ook deze profielen zijn een in het Cebeon-rapport genoemde werkwijze. De beleidsmatige samenwerking van gemeentelijke diensten moet op basis van deze profielen de SWA aansturen en andersom. Daartoe wordt onder andere gedacht aan samenwerking door de SWA en Gemeentelijke Sociale Dienst. Tweedeling 'Zoeklicht' staat ook in de Fannius Scholtenbuurt niet los van stadsvernieuwing. In het kader van het Groot Stedenbeleid draagt het Ministerie van VROM bij voor de vernieuwing van sociaal-economisch zwakkere buurten. Hierbij wordt aangesloten op stadsdeelniveau, omdat dit het niveau is waar de gedecentraliseerde overheid het dichtst bij de bewoner komt. In de Fannius Scholtenbuurt blijkt het niet veilig en keurig wonen. De gevoelens van onveiligheid lijken voort te komen uit de aanwezigheid van veel verslaafden en psychiatrische patinten. Verbetering van het klimaat in de buurt moet worden bereikt door een gentegreerde aanpak van wijkdifferentiatie, werkgelegenheid en veiligheid. Hiertoe is een centraal punt ingericht, het Meldpunt Overlast dat zelfs al de Hein Roethofprijs heeft gekregen. De afdeling Handhaving wil haar taak ook elders uitvoeren, met of zonder hulp. Toch kan getwijfeld worden aan het nut van overheids- en verhuurderssamenwerking waar het gaat om structurele verbeteringen. Die bewoners die moedwillig vals spelen blijven daartoe mogelijkheden houden, aldus het Cebeon-rapport. Ten tweede moet de bewonersstatus in het geval van onrechtmatige bewoning, met name in kwalitatief slechte woningen, vaak worden gelegaliseerd; uit het Cebeon-rapport blijkt dat de bewoner vaak wel voldoet aan de doelstellingen achter het toewijzingsbeleid, ook al wordt strikt genomen niet toegewezen en "dringt iemand dus voor". Ontruiming is dan toch onrendabel. Maar met stadsvernieuwing krijg je iemand er natuurlijk gemakkelijker uit. Tenslotte handelt de bevolking vanuit een schaarstesituatie, niet vanuit een afkeuring van de doelstellingen. De conclusie van het Cebeon dat onderhuur minder lonend moet worden gemaakt en dat stringenter moet worden opgetreden, laat de schaarste voortduren en zal ertoe leiden dat de bevolking nieuwe mazen zal opzoeken. De samenwerking en uitwisseling van gegevens blijft natuurlijk niet beperkt tot een geografisch beperkt gebeid. Om onderhuur en uitkeringsfraude door samenwonenden te voorkomen, moeten ook minstens randgemeenten bij de koppeling van bestanden worden betrokken. Het beleid zal voor delen van de bevolking voelbaar zijn. De kans is groot dat in tegenstelling tot de doelstelling van stedelijke vernieuwing - het tegengaan van tweedeling in de maatschappij - juist diegenen eruit gegooid worden die aan de onderkant zitten. De rol van de afdeling Handhaving dient dan een stadsvernieuwing voor diegenen die relatief toch al beter af zijn, terwijl bij de overheid een tevreden gevoel kan ontstaan over een geslaagde opknapbeurt op basis van de nieuwe bevolking. Ingang voor stadsvernieuwing is dan ook de economie en veiligheid van de wijk, niet de oorspronkelijke bewoner. |
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||