Van Bagdad naar
Amsterdam - Oost
uit: Dwars door de
buurt
door: Hans Marcus
Het
vluchtelingenprobleem blijft de gemoederen in
Nederland bezighouden. De
wereld wordt er, zeker na de aanslagen in Amerika in
september vorige jaar
niet veiliger op en het aantal vluchtelingen neemt
wereldwijd toe. Sommige
van die vluchtelingen komen in het vrije en veilige
Nederland terecht en
proberen dan hier, ver van huis en vaak ook ver van
familie en vrienden een
bestaan op te bouwen. Dat is niet altijd even
gemakkelijk want als
vluchteling kom je in een mallemolen van regels en
wetten terecht waar je
zonder hulp niet uitkomt. Ammar Katlama is 4 1/2 jaar
geleden uit Irak
gevlucht.
"Ik
werkte in een fabriek in Bagdad als assistent
ingenieur. Mijn
specialisatie was het installeren en onderhouden van
electrische installaties. Uiteindelijke wilde ik
graag ingenieur worden en verantwoordelijk zijn voor
alle apparaten in de fabriek. Na de Golfoorlog werd
er in Irak veel gecontroleerd door de mensen van de
Verenigde Naties (de VN). Deze moesten er voor zorgen
dat Irak geen wapens meer produceerde of verborgen
hield. In de fabriek waar ik werkte liepen deze
mensen ook rond en omdat ik Engels sprak vroegen ze
mij op een dag naar bepaalde dingen met betrekking
tot de functie van machines enzo. Later hoorde ik dat
ik eigenlijk niet met de VN mocht praten. Alleen mijn
baas mocht dat.
Ik wist dat niet en
volgens de VN was ik verplicht om informatie te
geven. Ik zag er ook geen kwaad in. Het waren vragen
van technische aard en alleen maar bedoeld om uit te
leggen wat een bepaalde machine deed. De volgende dag
merkte ik dat ik anders werd behandeld. Ik moest
ander werk doen en had het gevoel dat ik continu in
de gaten werd gehouden. Men vertrouwde mij niet meer.
Ook thuis werden mijn familie en ik ineens ook in de
gaten gehouden. Dit ging zo 10 angstige dagen door
tot ik door de veiligheidsdienst werd opgepakt en
naar de gevangenis gebracht. Daar heb ik 6 maanden
opgesloten gezeten. Ik werd er mishandeld en
ondervraagd. De littekens op mijn lichaam getuigen
daar van.
Nadat ik, in februari 1997 werd vrijgelaten
werd het leven er niet beter op. Ik moest 7 dagen per
week werken. Mijn familie en ik werden nog steeds
door de veiligheidsdienst in de gaten gehouden en
geïntimideerd. Uiteindelijk ben ik via Noord - Irak
naar Turkije en Nederland gevlucht. Omdat het voor
mij het gevaarlijkste was om daar te blijven. Mijn
moeder en mijn zus zijn in december 2000 naar
Nederland gevlucht, zij zijn dus nog in procedure
zoals dat heet. Ikzelf ben uitgeprocedeerd en wacht
nu af wat er komen gaat. Ik heb geprobeerd mij zo
goed mogelijk aan te passen aan de Nederlandse
maatschappij. Een aantal cursussen aan de Joke
Smitschool zorgde ervoor dat ik de taal machtig werd
en kon gaan werken in de horeca. Ik heb goede
getuigschriften en kan, wanneer ik een
verblijfsvergunning zou krijgen zo aan het werk bij
een restaurant. Eigenlijk had ik op 28 januari het
land moeten verlaten omdat volgens de rechter de
situatie in Irak voor mij niet meer bedreigend is. Ik
weet echter uit betrouwbare bron dat ik bij aankomst
in Irak direkt gearresteerd zal worden. Ik ben
doodsbang om terug te gaan'.
Ammar ten slotte:
"Ik heb inmiddels een advocaat die voor mij gaat
proberen om een heroverweging te bewerkstelligen bij
de rechter. Ik wil heel graag in Nederland blijven en
werken voor mijn geld. Ik heb gestudeerd en kan als
ingenieur aan de slag. Ik weet alles van het
repareren en installeren van elektrische
installaties. Maar ik vind het ook niet erg om ander
werk te doen. Ik hoop dat ik met mijn moeder en
zuster een nieuw bestaan op kan bouwen en dat ik niet
meer terughoef naar Irak.
Het autonoom
centrum
Vincent de Jong van het Autonoom centrum in
Amsterdam, vroeg aan onze redactie om aandacht te
besteden aan het geval van Ammar Katlama, een
uitgeprocedeerde vluchteling uit Bagdad Irak. Ammar's
verhaal gaat in grote lijnen op voor een grote groep
vluchtelingen in Amsterdam die alles hebben gedaan om
hier te mogen blijven omdat ze bang zijn om terug te
gaan naar hun land. Vincent: "Het Autonoom
centrum houdt zich erg bezig met deze problematiek.
Wij vinden dat mensen als Ammar hier moeten kunnen
blijven uit humanitaire overwegingen. Wij vinden
tevens dat er iets gedaan moet worden aan de
wetgeving die ervoor zorgt dat mensen die
uitgeprocedeerd zijn domweg op straat belanden omdat
zij geen huis mogen huren en niet mogen werken.
Verder proberen wij mensen te ondersteunen op
juridisch gebied en bemiddelen wij bij het vinden van
onderdak. Onze belangrijkste taak is echter aandacht
te vragen voor deze mensen en hun problemen. Die
proberen wij kaart te brengen. Ook doen wij onderzoek
naar de gang van zaken met betrekking tot het
vluchtelingenbeleid in Amsterdam.
Er is nog een klein
beetje hoop dat Ammar kan blijven. Niet alleen is hij
goed ingeburgerd in de Nederlandse maatschappij maar
hij is ondanks dat het al 28 januari is geweest niet
daadwerkelijk uitgezet. De gemeente Amsterdam voert
geen consequent beleid in dit soort zaken. Ze
twijfelen al twee jaar of uitgeprocedeerde
vluchtelingen ook daadwerkelijk zonder enige bron van
inkomsten, want ze mogen niet werken en krijgen geen
uitkering, uit huis gezet moeten worden. Soms gebeurt
het wel en dan gaan wij van het Autonoom centrum als
een soort blokkade voor de deur staan. Hiermee
bereiken we niet alleen de media maar ook uitstel
voor onbepaalde tijd. Probleem is ook dat de
opvanghuizen voor daklozen altijd vol zitten, zeker
in de winter. Wat een hoop mensen ook niet weten is
dat er geen lijnvluchten vanuit Nederland naar Irak
zijn. Je komt dus in Turkije uit en daar is de Turkse
regering niet zo blij mee. De grote mate van
onzekerheid is het allerergste. Mensen zijn jaren in
Nederland, leren de taal, kinderen gaan naar school.
Men bouwt een heel nieuw leven op in vrijheid en dan
blijkt dat men toch nog terug moet. Een treurige en
onduidelijke situatie waar volgens mij niet snel
genoeg een einde aan moet komen".
cartoon door: John,
2002
Terug
naar "Asielzoekers uit ROA woningen"
Naar
het Autonoom Centrum
|