Zin en onzin van de razzia™s tegen illegalen

Amsterdam, 1 oktober 2002

Conclusies
De afgelopen maand zijn in Den Haag en in Amsterdam razzia™s uitgevoerd tegen illegalen. Twee à driehonderd mensen zijn het land uitgezet.
Er is nog veel onduidelijk over hoe de autoriteiten precies te werk zijn gegaan bij de razzia™s. Zij hebben dus nog veel uit te leggen. Desondanks is het wel mogelijk om enkele voorlopige conclusies te trekken:
- Het lijkt plausibel dat een deel van de mensen die in Amsterdam zijn opgepakt, inderdaad criminelen waren. Het is echter een gemiste kans dat deze mensen niet voor de rechter zijn gebracht, zodat dit ook kon worden getoetst. Nu dit niet is gebeurd, laden de betrokken autoriteiten de verdenking op zich dat ze het etiket ˜crimineel™ gebruiken om zichzelf carte blanche te geven om razzia™s uit te voeren.
- Met name in Den Haag is aangevoerd dat de razzia niet zozeer tegen illegalen was gericht, maar als doel had om de uitbuiting van illegalen aan te pakken. Die uitleg is niet geloofwaardig. Gevreesd moet worden dat de acties het juist gemakkelijker maken om illegalen uit te buiten. Mogelijkheden om echt iets aan de uitbuiting te doen zijn onbenut gebleven, zowel in Den Haag als in Amsterdam.
- Volgens de rechter is in ieder geval de Haagse uitzettingsprocedure rechtmatig verlopen. Tegelijk is het echter zeer de vraag of de mensen die zijn opgepakt een reële mogelijkheid hebben gehad om een advocaat te raadplegen. Dat roept de vraag op of de regelgeving wel voldoet. Elke Nederlander heeft er belang bij dat de politie niet zomaar mensen kan oppakken.
Het algemene beeld dat zich opdringt is dat de razzia™s een dure vorm van symptoombestrijding zijn, waarbij de werkelijke problemen niet worden aangepakt. De illusie van een krachtdadige aanpak wordt gecreëerd door weerloze mensen het land uit te zetten, in de wetenschap dat een deel daarvan na korte tijd weer in Nederland op zal duiken. Ondertussen is er geen enkele aanwijzing dat de achterliggende structuren “ criminele organisaties, malafide werkgevers, huisjesmelkers, mensenhandelaren “ effectief worden aangepakt.



Nog niet zo lang geleden werd het voor onmogelijk gehouden dat er in Nederland razzia™s zouden plaatsvinden tegen illegalen. Er werd algemeen van uitgegaan dat de bevolking dit niet zou accepteren.
Inmiddels hebben razzia™s plaatsgevonden in Den Haag en in Amsterdam, en waarschijnlijk volgen er nog meer. Deze acties lijken gelegitimeerd omdat ze als doel zouden hebben om uitbuiting, criminaliteit en overlast tegen te gaan. Er komt echter ook informatie boven water die vraagtekens plaatst bij deze uitleg. Daarnaast is er kritiek op het veronderstelde gebrek aan zorgvuldigheid waarmee de acties zijn uitgevoerd.
Hieronder wordt op basis van de beschikbare informatie een voorlopige analyse gemaakt van de razzia™s.

De razzia™s

Op 4 september zijn ™s avonds invallen gedaan in 23 ˜slaappanden™ in de Schilderswijk en de Transvaal in Den Haag, waarbij 82 Bulgaren zijn opgepakt. Het merendeel is de volgende ochtend met een chartervlucht het land uitgezet. Volgens de gemeente was de actie gericht tegen het ˜uitbuitingscircuit™ waarvan illegalen het slachtoffer zijn. De gemeente had vorig jaar al in een nota gewaarschuwd dat criminele organisaties veel geld verdienen door illegalen uit te buiten. Er zouden aanwijzingen zijn dat deze organisaties zich ˜wortelen™ in de stad, bijvoorbeeld door te investeren in onroerend goed.[1] De politie liet in een reactie weten dat de nota op onderdelen ˜te zwaar aangezet™ was. Destijds hebben gemeente en politie afgesproken dat er geen sprake zou moeten zijn van een ˜jacht™ op illegalen.[2]
 De actie in Amsterdam was gericht tegen Bulgaren en Roemenen die zich bezighouden met kleine criminaliteit en prostitutie. Ze begon met het oppakken van twintig zakkenrollers op donderdag 19 september. Vervolgens werden in het weekend en op maandag invallen gedaan op veertien plaatsen in de stad, in de Indische Buurt, de Baarsjes en Bos en Lommer. In de nacht van maandag op dinsdag werd de actie afgesloten met een inval op de tippelzone aan de Theemsweg, waarbij 97 prostituees werden opgepakt. Bij de acties zijn 500 agenten ingezet. Totaal zouden 214 arrestaties zijn verricht, waaronder acht kinderen. Op 25 september zijn 142 mensen het land uitgezet. De rest zal nog volgen, behalve 21 arrestanten die legaal in Nederland verblijven en 16 die geen paspoort hebben.
 Overigens hebben eerder ook al razzia™s plaatsgevonden, alleen dan niet op woonadressen maar bij bedrijven. Zo werden in oktober 2001 meer dan honderd illegalen opgepakt en het land uitgezet na invallen bij tomatenkwekers. Naar verwachting komen er nog meer razzia™s. De gemeente Den Haag heeft al aangekondigd vaker zulke acties te willen houden, en er wordt ook gesproken over een actie in Utrecht. œEr is geen sprake van een landelijk gecoördineerd plan. Het initiatief ligt bij de gemeenten, maar het politieke klimaat is nu zodanig, zegt een woordvoerder van Justitie, dat gemeenten alle steun krijgen als zij willen ingrijpen (Volkskrant 25/9). De IND heeft alvast extra chartervluchten gepland, à 100.000 euro per vlucht.

Oost-Europese illegalen

De meeste schattingen gaan ervan uit dat er in Nederland rond de 100.000 illegalen zijn. De laatste tijd is er een toename van illegalen uit landen als Bulgarije en Roemenië. Naar de Oost-Europese illegalen is nog geen onderzoek gedaan, behalve een onderzoek onder 124 Bulgaarse illegalen in Den Haag. Hieruit komt naar voren dat men vooral werkt in de bouw en in de kassen. Tachtig procent verdient minder dan het minimumloon, als ze al werk kunnen vinden. Ze wonen in smerige woningen waarin ze hun kamer moeten delen met gemiddeld 2 à 3 anderen. Ze hebben veel gezondheidsklachten, maar kunnen nauwelijks bij artsen of ziekenhuizen terecht. De Bulgaren ervaren hun rechteloosheid als een groot probleem. Ze zouden graag rechten willen, en ook belasting willen betalen. [3]

Criminaliteit en overlast

De Amsterdamse actie had als doel om criminaliteit en overlast aan te pakken. Het zou gaan om zakkenrollerij, winkeldiefstal, zwendel met geldwisselen, prostitutie en het als nepagenten oplichten van toeristen. De huizen waar invallen werden gedaan werden aangeduid als ˜roversholen™. Burgemeester Cohen: œWe richten ons niet op illegalen, maar op criminelen (Parool 24/9).
 Een journalist sprak een bewoner van een huis waar een inval heeft plaatsgevonden. Volgens de bewoner waren de mensen die zijn opgepakt geen criminelen, maar werkten ze als schoonmaker of ˜in de bloemen™. Een woordvoerder van de politie: œJa, het zou kunnen dat er ook ˜gewone™ illegalen bij zaten. Dan zaten die kennelijk in panden die overlast veroorzaakten (NRC Handelsblad 25/9).
 Een groep die in ieder geval moeilijk als crimineel kan worden aangemerkt zijn de prostituees, prostitutie is immers legaal. De Rode Draad en andere organisaties maken er dan ook bezwaar tegen dat deze groep in de media als crimineel wordt neergezet (Parool, 26/9).[4]
 Het lijkt op zich plausibel dat er criminelen waren onder de uitgezette illegalen, maar helaas is niet getoetst of en in hoeverre dit het geval was. Advocaat Onno van der Lee:

œDe hele groep is door de lokale autoriteiten [...] openlijk als crimineel bestempeld, zonder individuele betrokkenheid bij zakkenrollerij, oplichting en andere misdrijven te bewijzen die de gebezigde term ˜roversnesten™ zou rechtvaardigen (Parool 25/9)

Dit is ook het bezwaar van Rens den Hollander van het Autonoom Centrum:

œEr waren ook gezinnen bij. Waren ze allemaal crimineel? Is een prostituee een crimineel? Er is geen rechter aan te pas gekomen. Waar zijn de bewijzen dat het om criminelen ging? Een illegaal die crimineel is, moet voor de strafrechter worden gebracht. En daarna kan hij eventueel worden uitgezet (Parool 28/9).

Het was inderdaad overtuigender geweest als de verdachten voor de rechter waren gebracht, zodat kon worden vastgesteld of de verdenking terecht was. Nu dit niet is gebeurd, laden de betrokken autoriteiten de verdenking op zich dat ze het etiket ˜crimineel™ gebruiken om zichzelf carte blanche te geven om razzia™s uit te voeren. Het is nu volstrekt onduidelijk of de opgepakte illegalen zich daadwerkelijk op grote schaal met criminaliteit bezig hielden, terwijl dit wel de legitimatie vormt voor de actie.

Tegengaan van uitbuiting

In Den Haag was het hoofddoel niet om illegalen op te pakken, aldus de gemeente, maar om duidelijk te maken dat het ˜uitbuitingscircuit™ niet meer wordt geaccepteerd (NRC Handelsblad 5/9). Desalniettemin zijn er vooral ˜gewone™ illegalen opgepakt. De gemeente kon niet zeggen of er ook mensen zijn opgepakt die zich bezighouden met het uitbuiten van illegalen (Volkskrant 5/9). Buurtbewoners hebben de indruk dat de huisbazen ongemoeid zijn gelaten en gewoon doorgaan met hun zaken.
 Meer in het algemeen kan men zich afvragen of dit soort acties wel een effectieve manier zijn om uitbuiting aan te pakken. Uit het eerder genoemde onderzoek onder Bulgaarse illegalen in Den Haag bleek dat controleacties niet of nauwelijks van invloed zijn op hun overweging om al dan niet in Nederland te komen werken. De reden is simpel: hoe beroerd het hier ook is, in Bulgarije is het in de ogen van veel illegalen altijd nog slechter, gezien de hoge werkloosheid en de grote armoede daar. Dat neemt niet weg dat de repressieve aanpak van illegalen wel degelijk veel angst en stress veroorzaakt. Werkgevers en huisbazen maken daar misbruik van door de illegalen te chanteren. Al met al moet gevreesd worden dat de controles het juist gemakkelijker maken om illegalen uit te buiten.
 Dit beeld wordt bevestigd door berichten dat een deel van de illegalen die het land zijn uitgezet na de razzia in Den Haag, inmiddels alweer werkzaam is in dezelfde stad, zij het tegen lagere lonen dan voor de razzia (NRC Handelsblad 25/9, vgl. Haagsche Courant 30/9). Ook de Volkskrant heeft weinig vertrouwen in de huidige aanpak: œEen harder uitzettingsbeleid in West-Europa zal aan de illegale instroom waarschijnlijk geen einde maken. [...] Zolang in West-Europa een vraag bestaat, volgt het Oost-Europese aanbod (28/9).
 Dit suggereert dat het zinvoller is om iets te doen aan de vraag naar illegale arbeid. De FNV bepleit inderdaad om de aandacht te richten op degenen die geld verdienen aan de uitbuiting van illegalen. Artikel 23 van de Wet Arbeid Vreemdelingen biedt illegalen in principe de mogelijkheid om zes maanden loon te vorderen bij hun werkgever. Dit kan een effectief middel vormen om werkgevers het financiële voordeel van illegale tewerkstelling te ontnemen. De FNV wil illegalen ondersteunen bij een rechtzaak tegen hun werkgever. œDaarvoor willen we met opgepakte illegalen in contact komen voordat ze het land worden uitgezet, aldus vice-voorzitter Kitty Roozemond (FNV e-magazine 25/9). Voor zover bekend zijn noch in Den Haag, noch in Amsterdam opgepakte illegalen in de gelegenheid gesteld om een procedure te starten op basis van artikel 23 van de Wet Arbeid Vreemdelingen.
 Een variant hierop is de strategie van de Amerikaanse arbeidsinspectie. Deze hanteert het uitgangspunt dat een werknemer een klacht moet kunnen indienen over een malafide werkgever, zonder zelf als gevolg van die tip meteen het land uitgezet te worden. De achterliggende redenering is dat een effectieve aanpak van uitbuiting en onveilige werkomstandigheden alleen mogelijk is als je informatie krijgt van werknemers. Die informatie krijg je echter niet als de werknemer zichzelf dupeert door informatie te geven.[5]
 Als het gaat om de prostituees die zijn opgepakt in Amsterdam, lijkt het iets ingewikkelder te liggen. Er is wel aangevoerd dat de actie gunstig zou zijn voor de betrokken vrouwen, omdat ze op deze manier uit handen van de mensenhandelaars werden bevrijd. Er zijn echter geluiden dat mensenhandelaren de prostituees soms onder druk zetten door hun familie te bedreigen (Parool 28/9). Dit roept de vraag op of het oppakken en uitzetten van deze vrouwen wel een einde maakt aan de uitbuiting. De Stichting Tegen Vrouwenhandel stelt in ieder geval dat het ˜zeer waarschijnlijk™ is dat de vrouwen in eigen land onmiddellijk weer in handen van hun pooiers vallen en opnieuw worden verhandeld (AD 26/9).
 Aan de andere kant lijkt het erop dat de mogelijkheden die er wel zijn om de uitbuiting aan te pakken, onbenut zijn gebleven. Anja Spaninks, beleidsmedewerker van Prostitutie Maatschappelijk Werk, schrijft hierover:

œIn krap een dag tijd zijn 97 vrouwen uitgezet naar hun landen van herkomst. Het is de vraag of de politie onderzoek heeft gedaan naar aanwijzingen voor mensenhandel onder de Oost-Europese vrouwen. Volgens de Nederlandse wet moeten mensenhandelaren worden opgespoord en hebben slachtoffers van mensenhandel recht op verblijf gedurende het strafproces, naast passende zorg en opvang. In Amsterdam lijkt het tegenovergestelde gebeurd te zijn.
De ervaring met slachtoffers van mensenhandel wijst uit dat zij niet meteen na aanhouding door de politie in staat zijn aangifte van mensenhandel te doen. Je kunt niet verwachten dat een vrouw in een situatie van intimidatie en geweld (gepleegd door de handelaar) een kant en klaar verhaal houdt over haar handelaar terwijl zij eerder geïnstueerd is niet met anderen dan klanten te praten.
Om na aanhouding rust te creëren, is de zogenoemde bedenktijd ingevoerd die vrouwen de gelegenheid biedt om te kiezen voor aangifte of terugkeer. Het is de vraag of deze mogelijkheid aan de 97 vrouwen duidelijk is aangeboden en uitgelegd, in één dag tijd, opgesloten in een asielzoekerscentrum met ruim honderd criminele landgenoten (Parool 28/9).

De IND zegt ondertussen dat het mogelijk zou moeten worden dat Bulgaren legaal op een tijdelijke werkvergunning in Nederland komen werken, bijvoorbeeld in de tuinbouw (Parool 25/9). Voormalig minister Vermeend heeft een jaar geleden al aangekondigd dat er zo™n regeling zou komen (Volkskrant 5 oktober 2001). Het is belangrijk om kritisch naar de vormgeving van dit soort regelingen te kijken. Zo zouden vergelijkbare Franse regelingen zodanig in elkaar zitten dat ze ˜legale uitbuiting™ mogelijk maken.[6]




Rechtsbescherming en zorgvuldigheid

Volgens advocaat Hiddinga zijn bij de Haagse acties de grondrechten van de betrokken illegalen geschonden. œWie van zijn vrijheid wordt beroofd, heeft het recht op een advocaat en moet zich tegen zijn uitzetting kunnen verweren bij een rechter. Dat is niet gebeurd. De Bulgaren zijn direct op het vliegtuig gezet. Hun rechten zijn niet gerespecteerd. Daarnaast stelt de advocaat dat vijf van de uitgezette Bulgaren legaal in Nederland verbleven. De advocaat heeft dan ook beroep aangetekent namens deze vijf Bulgaren (Haagsche Courant 10/9).
 De reacties van de overheid op dit verhaal lijken niet helemaal consequent te zijn. Aanvankelijk zei een woordvoerder van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) dat een aangehouden verdachte weliswaar recht heeft op een advocaat, maar daar zelf om moet vragen. Pas als iemand in vreemdelingenbewaring wordt gesteld, moet hij of zij ook worden gewezen op dat recht. De Bulgaren zouden echter niet in vreemdelingenbewaring hebben gezeten, maar rechtstreeks zijn verwijderd (Haagsche Courant 10/9). Later kwam Justitie echter met een andere verhaal:

œEen vertegenwoordiger van het ministerie van Justitie gaf toe dat er een ˜schoonheidsfoutje™ is gemaakt doordat de politie naliet de piketdienst in te schakelen. De belangen van de betrokkenen zijn echter niet geschaad omdat zij met een kruisje op het proces-verbaal hadden aangegeven geen advocaat te willen, aldus Justitie (NRC Handelsblad 20/9).

Volgens de rechter is de Haagse uitzettingsprocedure rechtmatig verlopen. Daarmee blijft de vraag of deze gang van zaken ook wenselijk is. Het is onduidelijk of de betrokken Bulgaren zich bewust waren wat de betekenis was van het kruisje op het proces-verbaal; naar verluid hebben veel illegalen papieren getekend zonder te weten wat erin staat. Daarnaast is denkbaar dat zij zich onder druk gezet voelden om een kruisje te zetten.
 Overigens gaat het hier niet alleen om de belangen van de betrokken illegalen. Het gaat ook om de vraag of opsporingsinstanties in Nederland zomaar mensen mogen oppakken. Als er geen garanties worden ingebouwd om te toetsen of dit op een zorgvuldige manier gebeurt, dan kan in principe iedere Nederlander daar de dupe van worden.
 Iets anders wat discussie heeft opgeleverd is de manier waarop de media in staat werden gesteld om de vrouwen bij de Amsterdamse tippelzone te filmen en fotograferen:

œDe prostituees staan dicht op elkaar. Als het hek open gaat voor de pers, kruipen ze dichter naar elkaar toe. De rug naar de fotografen en cameramensen geplaatst. De pers mag langszij en moet achter een rood-wit lint gaan staan, met zicht op de vrouwen [...] Dan floepen ineens de lantaarns op het terrein aan. De vrouwen en de groep agenten daaromheen staan in het felle licht. Camera™s draaien, fotografen flitsen (Parool 24/9).

Een argument voor het toelaten van de pers zou kunnen zijn dat op die manier publieke controle mogelijk is over de werkwijze bij de razzia™s. Het is echter schijnopenbaarheid, want belangrijke onderdelen van de procedure onttrekken zich aan de waarneming: hebben illegalen om een advocaat gevraagd? Hebben ze gelegenheid gekregen om aangifte te doen tegen degenen door wie ze werden uitgebuit? Hoe zijn ze verder behandeld?
 Dat laatste is ook een reden waarom het Autonoom Centrum tegenstander is van het gebruik van chartervluchten om illegalen het land uit te zetten: œWat er op de vlucht gebeurt is totaal oncontroleerbaar. Mensen zijn geboeid. Ze hebben aan enkels en knieën strips met klittenband. Op een lijndienst zien andere passagiers wat er gebeurt (Parool 28/9).

Dirk Kloosterboer (Dunya Advies)

[1]Illegalenproblematiek. Vastgesteld 23 oktober 2001.

[2]Aanpak malafide infrastructuur rond illegalen. Brief van de burgemeester aan de gemeenteraad, 5 februari 2002.

[3]We willen gewoon werken en belasting betalen: Een onderzoek onder Bulgaarse illegalen in Den Haag. Den Haag: VIA, februari 2002 (www.socialealliantie.nl/migranten).

[4]www.rodedraad.nl/politieacties.html.

[5] Employer sanctions: French, German and US experiences, p.34-5. Genève: ILO, 2000 (www.ilo.org).

[6] Les contrats de l™OMI en France: Modèle d™exploitation légale. In Le goût amer de nos fruits et légumes. Limans / Bâle: Forum Civique Européen, 2002.