Deel 3: Viqueque gevechten 9-12 maart ‘01

 

Wat op vrijdag 9 maart ’01 begon als een klein konflikt tussen drie studenten van de senior high school (SMA) in Beloi, een wijk van Vqq, laaide binnen een dag op tot hevige gevechten tussen twee gevechtssportgroepen. Het gevolg: twee doden, een veertigtal platgebrande huizen., een aantal vernielde huizen, waardoor zo’n 35 families dakloos raakten en in totaal 466 personen emergency-hulp-behoevend werden. Op dit moment leven er nog 259 daklozen/‘vluchtelingen’ in de school bij de kerk -waardoor de lagere school is verplaatst naar de gangen van een ander gebouw-  en de rest van de daklozen leeft elders bij familie. Tot nu toe is er geen oplossing of op zin minst dialoog tussen de twee jongerengroepen op gang gebracht, en heerst er angst alom. Mensen uit Boromatan durven niet eens meer naar de wijk Olobai van Vqq te gaan. Vorig jaar hadden mensen die we kenden in Boromatan al moeite om naar Olobai te gaan nu weigeren ze het. Het was vooral te merken door de drang die op ons werd uitgeoefend een onderkomen te nemen in of vlak bij Boromatan met als reden dat het makkelijker vergaderen was (de meeste mensen van Direitos Hanesan komen niet uit Olobai). De spanning en perspektiefloosheid is overal in Vqq goed voelbaar. Men is opnieuw getraumatiseerd, eerst waren TNI en militia gewelddadig en destruktief, nu zijn het groepen Oost Timorezen onderling. Viquequenaren vinden dit verschrikkelijk erg. En zolang er niet iets van dialoog tot stand komt en vrede tussen beide groepen blijft iedereen angstig, getraumatiseerd zonder vertrouwen in de toekomst. Men gaat dan ook niet z’n eigen huis alweer opbouwen. Tot wanneer de vluchtelingen in de school bij de kerk kunnen blijven is nog geheel onbekend. Het vreemde is dat Untaet, Civpol en PKF ons weten te melden dat alles weer rustig en onder controle is. Dit bevreemdt, de Viquequenaren denken daar anders over. De angst zit er nog steeds in, men wil ‘justice’, de moordenaars cq geweldenaars berechten, anders voelen zij zich vogelvrij en hebben geweldenaars vrij spel. Toch raar dat er dus twee werelden, twee visies bestaan, die behoorlijk langs elkaar heen leven. 

 

Chronologie gebeurtenissen 9-12 maart ‘01

Het konflikt begon op vrijdag 9 maart ’01 tussen twee studenten, beide afkomstig uit Bekarim, een dorpje ten westen van Vqq. Een van de jongeren  was van de gevechtssport groep Kera Sakti die vooral in het subdistrict Uatulari en Olobai, een wijk in Vqq sterk is en de tweede was lid van Persaudaraan Setia Hati Terate (PSHT) een gevechtsgroep uit Bekarim (Domingos Pinto). Een derde student, uit Bekarim, een dorpje ten westen van Vqq, raakte betrokken in het konflikt. Omdat het konflikt niet kalmeerde moesten ze de school verlaten. Een leraar stelde een bemiddelingspoging voor. Men ging naar het voormalige Telkomgebouw in Beloi, een leeg gebouw. Het konflikt verhevigde daar echter.

De volgende dag, zaterdag 10 maart, werd een tweede poging tot dialoog gedaan in een gebouw nabij de katholieke kerk in het centrum van Vqq. Weer tevergeefs, het konflikt escaleerde, de twee gevechtssportgroepen raakten meer betrokken in het konflikt.

PSHT bestaat uit jongeren uit Boromatan, een wijk naast het centrum van Vqq en Kera Sakti bestaat uit jongeren uit Olobai, een wijk in zuid-oost Vqq en uit de subdistrictdorpen Makadiqui en Uatolari ten zuid-oosten van Vqq. Een derde maal werd een bemiddelingspoging met beide partijen ondernomen, dit keer bij het politieburo in het centrum van Vqq, waarbij ook CNRT, Untaet en Civpol aanwezig waren. Deze poging was weer tevergeefs. De politie vertrok, meldde er die middag op terug te zullen komen. Er werd door CNRT, anderen en ook mensen van de mensenrechten NGO Direitos Hanesan, voorgesteld met een plan voor een oplossing te komen.

Maar de volgende dag, zondag 12 maart ’s ochtendsvroeg werd een willekeurig persoon, Antonio, op de openbare weg met machetes vermoord door drie mensen van de PSHT-gevechtsgroep uit Boromatan. Die drie waren op weg naar de ontmoetingsplek van Kera Sakti in Olobai, waar zich mensen uit Uatolari, Makadiqui en Olobai verzamelden. Antonio was een persoon uit Makadiqui, een dorp bij Uatolari, die verder niets met het konflikt te maken had. Luis Mometa, de kepala desa van Makadiqui vernam over de dood van Antonio en was woest dat Antonio vermoord was. Voor Luis Mometa iets kon doen waren al  verschillende trucks volgeladen met mensen op pad naar Vqq. Veel mensen (honderden) verzamelden zich die dag tussen 14 en 15 uur, bewapend met messen, bij het ontmoetingshuis van Kera Sakti in Olobai, vlakbij het elektra-generatorstation PLN. De PKF (Peace Keeping Forces) met slechts 2 auto’s, Civpol en Untaet konden de mensenmassa niet tegenhouden die lopend verder ging richting Boromatan, waar de PSHT deze mensen opwachtte. De Kera Sakti waren met veel meer dan de PSHT, die dan ook op de vlucht sloegen. De GNR, de Portugese strijdkrachten, lieten zich niet zien, terwijl het een noodsituatie was. Rond 15 uur trokken de Kera Sakti mensen Boromatan binnen en doodden een willekeurige bewoner van die wijk, Maku Teiku, wiens officiele naam is: Jose Magnus F. Mantalvas. Ook hij had niets met het konflikt te maken, was evenmin een lid van de tegenpartij, in dit geval de PSHT. De Kera Sakti brandden vele huizen plat, vernielden er een hoop en verwondden Marito met een machete aan het hoofd. Welke huizen wel en welke niet platgebrand werden lijkt willekeur. Zo werden ook de ruiten ingegooid van de auto van CAM, een internationale medische NGO. Misschien, zo vertelde ons een van de daklozen uit Boromatan, werden de huizen ontzien van families die kontakten hadden met mensen in Olobai, de wijk waar de Kera Sakti vandaan kwamen, aan de andere kant van Vqq. Ook werd de Chinese kios Palapa platgebrand, een familie die niets met de PSHT te maken heeft. Een verklaring van een dakloze daarvoor was dat Chinezen altijd rijker zijn, een betere financiele positite hebben, en daarom worden aangevallen. Ook werd het huis van Antonio Vicente aangevallen, twee motoren afgefikt en de boel leeggeplunderd. Vicente is een omstreden inwoner van Vqq omdat hij banden onderhield met Indonesie. Vorig jaar maart in Vqq, toen we onze eerste nacht logeerden bij MSF (Artsen zonder Grenzen), werd Vicente aangevallen omdat hij voorheen land verkocht aan Indonesie. Ook een huis dat vorig jaar door Untaetters uit Bangla Desh bewoond werd, werd nu ook aangevallen. 

Dit alles speelde zich af tussen 15 en 17 uur op zondag 12 maart ‘01. Honderden mensen, families met kinderen, vluchtten, naar het Untaet kantoor in Beloi en naar de militaire basis van de PKF. Maar ook vluchtten families met hun kinderen rechtstreeks de bergen in, zoals de familie van Ernesto uit Olobai, die we goed kennen. Zij vertelden hoe traumatiserend dit was voor de mensen, omdat ze dit al vaker hadden meegemaakt. Ook Untaetters en Portugese leraren werden in het Untaetkantoor ondergebracht.

 

Na het geweld

Op 15 maart jl. bezocht Xanana Gusmao Vqq, samen met het hoofd van Falintil FDT Taur Matan Ruak. Zij bezochten met Untaetters en Civpol het verbrande Boromatan, de school vol daklozen en overnachtten in Vqq. Helaas, Xanana bracht geen bezoek aan de ‘tegenpartij’ in Makadiqui/Uatolari/Olobai. Toen wij hier op 5 mei arriveerden, kwam vlak na ons een helikopter aan met Ilda Maria da Conceicao, de District Administrator van Untaet Vqq, haar collega Titu Pinto en een hoge delegatie uit Dili. Zij hadden een aantal vergaderingen achter de rug over security en de veiligheidssituatie in Vqq. De delegatie, heren politie en Untaet, kwamen nu ter plekke de situatie inschatten.

De leider van PSHT, Salus, is later gearresteerd door de Jordaanse militaire force. Hij zit nu vast in Dili in afwachting. De PKF hebben ook Eliziu uit Olobai gearresteerd, zij beweren dat hij de leider is van Kera Sakti, terwijl de mensen in Vqq dat ontkennen. Hij is wel lid maar geen leider. Er lag een arrestatiebevel van de court en Civpol Baucau. Men pleit dan ook voor zijn vrijlating. Deze twee mensen zijn dus gearresteerd terwijl de daders vrij rondlopen. Het is onduidelijk waarop gewacht wordt, of het tot een rechtzaak gaat/kan komen, of het preventieve hechtenis is en deze situatie duurt nu al twee maanden zo voort. In het algemeen vinden de mensen dat de echte daders berecht moeten worden, dat er een tribunaal moet komen, nu voelen zij zich vogelvrij. Het is duidelijk dat op deze manier de mensen niet weten waar nog op te vertrouwen en in te geloven. Hoe te bouwen aan een veilige toekomst waarin dit soort gewelddadigheden zich niet meer zullen herhalen lijkt nog verweg. En Untaet beweren dat de rust is weergekeerd. Oost Timorezen zelf hebben plannen het ‘Comite van 18’ op te zetten, een comite dat wil gaan proberen tot reconciliatie tussne beide partijen te komen middels dialoog en non-violence conflict resolution. Daarin nemen mensen zitting uit de gemeenschap, kerk, cnrt, wijken van Vqq, de ETSSCV-studentenraad en waarschijnlijk ook mensen van de mensenrechten NGO Direitos Hanesan. Hopelijk nemen ook vrouwen in dit comite deel; haar positie is oo hier heel belangrijk; de gevechtssportgroepen bestaan uit louter mannen, alle geweld wordt door mannen gepleegd, en vrouwen worden slachtoffer en hierdoor bepaald. Ook ouderen, kinderen en andere onschuldigen hebben zijn zwaar gedupeerd door de gevechten.

Magdalena, een vriendin van ons, vertelde dat men goeie ideeen heeft voor bv. een seminar over preventie, non-violence-ethiek en mensenrechten. Ook zou er infrastruktuur moeten worden verbeterd  gebaseerd op cooperatei, de kerk en vele anderen hebben hierin een funktie. Ook Magdalena wil hier aktief in meewerken.

 

Vluchtlingenopvang

Wij bezochten en interviewden de vluchtelingen in de school en tekenden hun verhaal op. Helena van de kerk en Thedoro van Direitos Hanesan, de mensenrechten NGO die wij hielpen oprichten, runnen er een emergency buro voor hulp en distributie aan de dakloze vluchtelingen. Zij gaven ons het volgende overzicht:

29 huizen paltgebrand van 35 families, 3 huizen waarvan de keuken platgebrand, 3 paltgebrande huizen van vluchtelingen die nog in Kupang wonen, gasthuis/losmen gerund door OMT-vrouwen platgebrand, 3 huizen van 4 families alleen vernield, 25% van 1 huis verbrand. Onder dit overzicht vallen ook de verbrande kios van een Chinese familie, restaurant Enigma en 2 huizen die voorheen verhuurd werden aan Untaet-personeel, en de beschadigde auto van de medische organisatie CAM. In totaal 466 mensen slachtoffer waarvan er nu nog 259 in de school bij de kerk wonen. De rest logeert inmiddels bij familie.

 

 

Rol gevechtsgroepen

In heel ET zijn genoemde en meer gevechtsgroepen aktief in de districten., al sinds de bezetting door Indonesia. Het zijn jongeren en ze trainen, een soort karate/boxing. De groepen functioneren als bondgenoten/broederschappen (allen zijn mannen!!). Als er ergens iets met een of meer van hen gebeurt dan kan het zijn dat zij elkaars hulp inroepen. Zo hielpen in dit konflikt de mensen van Kera Sakti Olobai die van Makadiqui en mensen van PSHT Baucau die van Boromatan. Pas sinds ET onafhankelijk is geworden zijn er wel onderlinge conflicten tussen de jongerengroepen, daarvoor vochten ze niet onderling.

Wij onderzochten of er nu connecties bestaan tussen bijvoorbeeld politieke partijen en deze gevechtsgroepen, en of er soms provocateurs rondlopen die deze groepen gebruiken voor destabilisatie en of de historische conflicten ook een rol spelen. Die vraag wordt niet echt beantwoord. Men zegt dat het in principe gewone sportgerichte groepen zijn. Soms worden ze tegen elkaar opgezet maar dan gaat het niet om politiek. Ook vragen we of er meer achter het conflict zit, omdat het zo escaleerde en zoveel schade aanricht. Ontwijkend wordt gezegd dat er misschien wel meer achter deze strijd zit want ook mensen die geen lid van beide groepen zijn, zijn slachtoffer. 

Het is natuurlijk opmerkelijk dat juist twee groepen uit subdistricten die in het verleden vaker onderling conflicten hadden nu weer in conflict zijn. Ook is het zo dat mensen in Boromatan vooral uit het subdistrict Lacluta komen waar de politieke partij UDT van ouds sterk is terwijl  Olobai vooral bewoond wordt door mensen uit Beacu en Uatulari dat een sterk Fretelin

bolwerk is. Ook hebben veel inwoners uit Boromatan vroeger in Indonesische overheidsdienst gewerkt. Tenslotte gaat het ook vooral om twee etnisch verschillende groepen. Als laatste valt nog te zeggen dat veel van de vluchtelingen die nog terug moeten komen uit West Timor uit Lacluta komen. Het gaat ook veel om families van militieleden. Of deze factoren nu wel of geen rol hebben gespeeld in het huidige conflict zal uit nader onderzoek moeten blijken; in ieder geval kunnen deze factoren in een gespannen situatie makkelijk leiden tot nieuwe conflicten, bijvoorbeeld in verkiezingstijd.