Saddam, sleutelfiguur in eerdere
CIA-samenzweringen
Door Richard Sale
De strijdkrachten van de VS mogen nu wel alles afzoeken naar de Irakese
dictator Saddam Hoessein, maar in het verleden werd Saddam door de
Amerikaanse inlichtingendienst beschouwd als een bolwerk van
anticommunisme en hebben zij hem meer dan 40 jaar gebruikt als hun
werktuig, dit volgens voormalige diplomaten en ambtenaren van de
inlichtingendienst.
United Press International, UPI, heeft bijna een dozijn voormalige
Amerikaanse diplomaten, Britse wetenschappers en oud-leden van de
Amerikaanse inlichtingendienst geïnterviewd en daaruit het volgende
verslag samengesteld. De CIA weigert commentaar op het rapport te geven.
Terwijl velen dachten dat Saddam pas bij de Amerikaanse
inlichtingendienst werd betrokken aan het begin van de oorlog tussen
Iran en Irak in september 1980, blijkt zijn eerste contact met Amerikaanse
agenten al te dateren van 1959, toen hij lid was van een door de CIA
gesanctioneerde groep van zes personen, die als opdracht had de Iraakse
Eerste Minister Generaal Abd al-Karim Qasim te vermoorden.
In juli 1958 had Qasim de Iraakse
monarchie omvergeworpen, in wat een
voormalige Amerikaanse diplomaat, die anoniem wenst te blijven, omschreef
als een "vreselijke orgie van bloedvergieten".
Volgens huidige en vroegere Amerikaanse
leidinggevende figuren, die onder
voorwaarde van anonimiteit verklaringen aflegden, werd Irak in die tijd
gezien als een belangrijke buffer en van strategische waarde in de Koude
Oorlog met de Sovjet- Unie. In het midden van de vijftiger jaren was Irak
er bijvoorbeeld snel bij om zich aan te melden bij het Anti-Sovjet
Bagdad Pact, dat als doel had de regio te beschermen en waarvan o.a.
Turkije, Groot-Brittannië, Iran en Pakistan lid waren.
Er werd weinig aandacht besteed aan
Qasim's bloedige
samenzweerdersregime, totdat hij plotseling in 1959 besloot zich uit
het
Pact terug te trekken. Een stap die "bij iedereen grote opwinding
veroorzaakte", volgens een voormalige regeringstopfunctionaris
bij het
Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Washington hield met ontzetting alles in
de gaten toen Qasim wapens bij de
Sovjet-Unie begon te kopen en Iraakse communisten op regeringsposten,
met
echte invloed, benoemde, volgens deze functionaris.
De interne instabiliteit van het land
bracht de CIA-directeur, Allan
Dulles, ertoe openlijk de uitspraak te doen dat Irak "de
gevaarlijkste
plaats op aarde" was.
"In het midden van de tachtiger
jaren", vertelde Miles Copeland, een
voormalig CIA-agent, aan UPI, "kon de CIA zich verheugen over de
'nauwe
banden' met de heersende Baath Partij van Qasim, net zoals het nauwe
betrekkingen onderhield met de geheime dienst van de Egyptische leider
Gamal Abd-el Nasser." In een recente publieke verklaring bevestigde
Roger
Morris, een staffunctionaris uit de zeventiger jaren van de National
Security Council (de nationale veiligheidsraad), deze bewering met de
uitspraak dat de CIA de autoritaire en anticommunistische Baath Partij
tot werktuig had gekozen.
Volgens een andere voormalige
functionaris van het Amerikaanse ministerie
van Buitenlandse Zaken, werd Saddam, hoewel net iets ouder dan 20 jaar,
deel van een Amerikaanse samenzwering om Qasim op te ruimen. Volgens deze
bron werd Saddam ondergebracht in een appartement in Bagdad in de
Al-Rashid straat, recht tegenover het kantoor van Qasim in het Iraakse
ministerie van Defensie, om het doen en laten van Qasim in de gaten te
houden.
Adel Darwish, Midden-Oosten-expert en
auteur van 'Unholy Babylon', zei
dat deze stap werd ondernomen met "volledige kennis van de
CIA" en dat de
CIA-coach van Saddam een Iraakse tandarts was, die voor de CIA en de
Egyptische geheime dienst werkte. Amerikaanse functionarissen
bevestigden
dit onafhankelijk van elkaar.
Darwish verklaarde dat de betaalmeester
van Saddam kapitein Abdel Maquid
Farid was, de assistent-militaire attaché van de Egyptische ambassade,
die
het appartement van zijn privérekening betaalde. Drie vroegere
Amerikaanse functionarissen hebben bevestigd dat dit juist is.
De moordaanslag was gepland op 7 oktober
1959, maar werd een volledige
puinhoop.
De verslagen ervan lopen wat uiteen.
Een van de Amerikanen vertelde dat de 22
jaar oude Saddam last van zijn
zenuwen kreeg en te vroeg begon te schieten, waarbij hij de chauffeur van
Qasim doodde, maar Qasim slechts aan een schouder en arm verwondde.
Darwish verklaarde tegenover UPI dat een
van de moordenaars kogels had die
niet bij zijn wapen pasten en dat bij een ander een handgranaat in de
voering van zijn jas vast kwam te zitten.
"Het had iets van een klucht",
zei een voormalige Amerikaanse
topfunctionaris van de geheime dienst. "Qasim, die zich op de vloer
van
de auto in dekking hield, ontkwam aan de dood en Saddam, die door een
schampschot afgevuurd door een van de andere zogenaamde moordenaars, aan
een kuit werd geraakt, kon naar Tikrit ontsnappen, dankzij agenten van de
CIA en van de Egyptische geheime dienst", verklaarden verscheidene
Amerikaanse regeringsfunctionarissen.
Saddam stak daarna de grens naar Syrië
over en werd door mensen van de
Egyptische geheime dienst naar Beiroet gebracht. Tijdens zijn verblijf in
Beiroet betaalde de CIA zijn appartement en kreeg hij een korte
trainingscursus. "De CIA zorgde er daarna voor dat Saddam naar
Caïro kon
gaan", zeiden Darwish en anderen.
Een van de vroegere Amerikaanse
regeringsfunctionarissen, die Saddam in
die tijd kende, zei dat Saddam toen al "erom bekend stond dat hij
geen
'klasse' had". Hij was een bandiet en een 'halsafsnijder'. In Caïro
werd
Saddam in een appartement in de exclusieve wijk 'Dukki' geïnstalleerd
en
bracht hij zijn tijd door met dominospelen in het Indiana Café, onder
toezicht van agenten van de CIA en van de Egyptische geheime dienst.
Een voormalige Amerikaanse functionaris
vertelde:" Ik ging in Caïro vaak
naar het Groppie Café in de Emad Eldine Pasha straat, dat heel chique
en
voornaam was. Saddam zou daar geheel uit de toon zijn gevallen. Het
Indiana was in wezen een dievenhol.
Maar gedurende deze tijd bezocht Saddam
vaak de Amerikaanse ambassade waar
CIA-specialisten als Miles Copeland en de plaatselijke chef van de
CIA,
Jim Eichelberger, hun kantoor hadden en Saddam kenden, verklaarden
vroegere geheime dienst-agenten.
De Amerikaanse coaches van Saddam drongen
er bij hem opaan ervoor te
zorgen dat zijn Egyptische begeleiders zijn maandelijkse toelage zouden
verhogen; "een geste die door de Egyptische functionarissen niet op
prijs
werd gesteld, omdat zij op de hoogte waren van Saddams Amerikaanse
connecties", vertelde Darwish. Zijn verklaring wordt bevestigd door
vroegere Amerikaanse diplomaten, die toen in Egypte waren.
In februari 1963 werd Qasim gedood bij
een coup van de Baath Partij.
Morris beweerde onlangs dat de CIA achter de coup zat, die de instemming
van President John F. Kennedy had, maar een voormalige zeer hoge CIA
functionaris ontkent dit ten stelligste.
" Wij waren absoluut verbijsterd. Er
renden lieden bij ons rond die maar
steeds vroegen wat er 'voor de duivel' toch gebeurd was?", zei deze
CIA-man.
Maar de CIA kwam snel in actie. Toen er
opgemerkt werd dat de Baath Partij
Iraakse communisten aan het opsporen was, voorzag de CIA de met
machinegeweren uitgeruste Iraakse nationale Garde van lijsten met
namen
van vermoedelijke communisten, die daarna gevangengenomen en verhoord
werden en zonder vorm van proces werden neergeschoten. Dit volgens
voormalige Amerikaanse mensen van de geheime dienst, die op de
hoogte
waren van de executies.
Veel van communisme verdachte mensen
werden direct vermoord. Darwish zei
tegen UPI dat de massamoorden onder leiding van Saddam, plaatsvonden bij
Qasr al-Nehayat, wat letterlijk: 'Paleis van het Einde' betekent.
" We waren eerlijk gezegd blij dat
ze (de communisten) opgeruimd werden.
U vraagt of ze een eerlijk proces hebben gekregen? U moet een grapje
maken. Dit waren serieuze zaken!", zei een voormalige topfunctionaris
van
Buitenlandse Zaken.
Een CIA-topman zei: "Het leek
enigszins op de geheimzinnige moorden op de
communisten in Iran, kort nadat Ayatollah Khomeini in 1979 aan de macht
kwam. Al 'zijn' 4000 communisten werden plotseling vermoord."
De Engelse geleerde Con Coughlin, auteur
van "Saddam, Koning van de Angst"
haalde Jim Critchfield aan, in die tijd een topfunctionaris van het
Midden-Oostendepartement, die zegt dat de moord op Qasim en de communisten
als "een grote overwinning" werd beschouwd.
Een vroegere agent van de geheime dienst,
die lange tijd undercover heeft
gewerkt en een vriend was van Critchfield, vertelde: "Jim was een
oude
Midden-Oostendeskundige. Het speet hem totaal niet dat de communisten er
van langs kregen. Het was geen kinderspel hoor!"
Intussen werd Saddam hoofd van de
al-Jihaz a-Khas, de geheime
dienst-afdeling van de Baath Partij.
De CIA/DIA (Defence Intelligence
Agency)-relatie met Saddam werd
aangehaald na het begin van de oorlog tussen Iran en Irak in september
1980. Tijdens de oorlog stuurde de CIA regelmatig een groep mensen naar
Saddam om gegevens over de slagvelden, die verkregen waren met behulp
van
de AWAC-spionagevliegtuigen van Saoedi-Arabië, te verstrekken, om op
die
manier bij te dragen aan de effectiviteit van de strijdkrachten van
Irak.
Dit werd verklaard door een voormalige DIA-functionaris en lid van de
Amerikaanse overkoepelende geheime dienst.
Deze man vertelde ook dat hij persoonlijk
een document had ondertekend,
waarin Amerikaanse satellietgegevens aan zowel Iran als Irak werden
meegedeeld in een poging een militaire patstelling tot stand te brengen.
"Toen ik het tekende, dacht ik dat ik mijn verstand was
kwijtgeraakt", zei
hij tegen UPI.
Volgens een vroegere CIA-agent had Saddam
een topteam van drie hoge
officieren van de Estikhbarat, de Iraakse inlichtingendienst,
gevormd
om contact te onderhouden met de Amerikanen.
Volgens Darwish verleende de CIA en DIA
militaire steun tijdens de
verwoede aanval in februari 1988 op de Iraanse posities op het
schiereiland al-Fao door ervoor te zorgen dat de Iraanse radarapparatuur
drie dagen geblokkeerd werd.
De goed te gebruiken verbintenis tussen
de inlichtingendiensten van
Saddam en Amerika eindigde op 2 augustus 1990 om 2 uur 's nachts, toen
100.000 Iraakse troepen ondersteund door 300 tanks, het naburige Koeweit
binnenvielen.
De bondgenoot van weleer werd de ergste
vijand van Amerika.
Richard Sale is UPI-correspondent
vertaling Casper Hilvers
|