GATS en krokodillentranen

Lou Keune
Bron: Solidariteit, Blad voor een strijdbare vakbeweging februari 2002

Waar gaat het om bij de GATS-onderhandelingen? En waarom speelt dit alles zich achter schermen af?

Mondiale liberalisering - handel in diensten

Tot 11 januari 2003 kon u bij de Europese Commissie voorstellen doen of opmerkingen plaatsen over de GATS. Goede kans dat u dat niet gedaan hebt, omdat u niet wist waar het over ging. U bent dan niet de enige. Zelfs leden van het Europese Parlement of van nationale parlementen van de lidstaten van de Europese Unie krijgen nauwelijks inzicht in de voortgang. Voor zover actie gevoerd wordt, of pressie uitgeoefend, is die vooral gericht op het verkrijgen van openheid.

Wat meer bekend, is de afkorting WTO. Die staat voor World Trade Organisation, de handelsorganisatie waarbij de meeste landen in de wereld zijn aangesloten. De WTO is bij een breed publiek bekend geworden door de protestmanifestaties in Seattle in 1999. Er is sprake van groeiende en wereldwijde kritiek op de liberalisering van de wereldhandel. De WTO is op wereldniveau één van de dragende instituties van het neoliberalisme, naast het Internationale Monetaire Fonds en de Wereldbank. Dat is die stroming in de economie welke op dit moment domineert in het economisch denken en beleid. Zie de vele vormen van 'vermarkting', deregulering en privatisering van de laatste twee decennia. En zie de gevolgen van dat beleid in het openbaar vervoer, de gezondheidszorg, de energievoorziening, het onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek, de 'handel' in uitkeringsgerechtigden.
De kritiek op de WTO leeft ook in veel ontwikkelingslanden waar men tot op het bot de gevolgen ervaart van de opgedrongen opendeurpolitiek, onder meer een sterke toename van de inkomensongelijkheid en milieudegradatie.

Geen beperkingen
De GATS - General Agreement on Trade in Services - gaat over de uitbreiding van de liberalisering van de wereldhandel, maar nu niet in goederen maar in diensten. Het principebesluit is al in 1995 in werking getreden. De onderhandelingen zijn echt gestart in 2001, toen tijdens de conferentie van de WTO in Doha een tijdschema werd vastgesteld.
De Europese Commissie rekent tot 'diensten' onder meer: vrije beroepen, computer-, post- en koerierverkeer, telecommunicatie, bouw en aanverwante sectoren, onderwijs, milieudiensten, gezondheidszorg, toerisme, recreatie, sport, financiële diensten, cultuur, vervoer en energie.
Tot 'handel in diensten' worden gerekend: diensten die over de grens gaan (ook een onderwijspakket dat per e-mail wordt verstuurd); dienstverleners die over de grens gaan (bijvoorbeeld praktisch alle Nederlandse universiteiten die ook in het buitenland werkzaam zijn); en consumenten die over de grens gaan (zoals studenten die in Nederland komen studeren). Van de liberalisering zijn gevrijwaard de diensten die als 'publiek' kunnen worden aangemerkt. Hetgeen daarover in het GATS verdrag bepaald is, betekent waarschijnlijk dat het daarbij alleen gaat over diensten die exclusief in handen zijn van de overheid. Als er andere (profit en non-profit) partijen bij betrokken zijn (bijvoorbeeld het onderwijs), dan zou er geen sprake zijn van een publieke dienst. Ondanks herhaald verzoek is door de Nederlandse regering niet duidelijk gemaakt wat nu wel of niet onder GATS valt.
Als éénmaal een sector wordt 'geliberaliseerd', dan betekent dat onder meer dat:
* de regelgeving (normen, licenties en dergelijke) zo min mogelijk handelsbeperkend moet zijn,
* de wetgeving die de toegang voor buitenlandse bedrijven belemmert, wordt beperkt;
* buitenlandse bedrijven op dezelfde manier worden behandeld als nationale bedrijven.

Geheimzinnigheid
Vóór 31 maart 2003 moeten de lidstaten van de WTO voorstellen doen in welke landen en op welke gebieden zij toegang willen krijgen, maar ook welke sectoren zij in eigen land willen liberaliseren. Nederland treedt in dit proces niet zelfstandig op, de Europese Unie wordt in het verband van de WTO als een eenheid gezien. Nederland moet dan maar zien hoe zij in de Europese Unie haar belangen overeind kan houden. In theorie is bekend waar het over kan gaan, zie de eerder genoemde lijst van onderwerpen. In de praktijk is, zoals steeds bij WTO onderhandelingen, sprake van veel geheimhouding. De Europese Unie handelt zo veel mogelijk af achter gesloten deuren, en zoals gezegd, zelfs de parlementsleden krijgen onvoldoende inzage in wat er speelt.
Het bedrijfsleven is wel rechtstreeks betrokken. Het werd door de Europese Commissie uitgenodigd al in een vroeg stadium actief mee te doen. Uiteindelijk werd in november vorig jaar ook aan de 'civil society' de mogelijkheid geboden suggesties te doen. Maar dan onder twee zeer beperkende condities: er werd geen inzage gegeven in wat er tot dan toe aan voorstellen op tafel lag en er moest opgeschoten worden, 10 januari moest alles binnen zijn (de termijn is verlengd tot 31 januari 2003). Hoe serieus de Europese Commissie die 'consultatie' neemt, blijkt wel uit de mededeling dat zij zichzelf vijf dagen de tijd gaf de binnengekomen reacties te bekijken en vervolgens definitieve voorstellen voor te leggen aan de lidstaten. Deze gang van zaken is ook de reden dat het protest tegen de GATS op dit moment vooral gericht is op het grote gebrek aan transparantie en aan democratische besluitvorming. Inmiddels is wel wat meer bekend geworden over wat er op tafel ligt, omdat enkele documenten gelekt zijn.

Opdrachten winnen
De zorgen over de onderhandelingen zijn terecht. We hebben, zoals gezegd, ook in Nederland ervaring met de bevordering van de marktwerking. Neem het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Sinds de jaren tachtig is het staand beleid van alle Nederlandse kabinetten daarop niet alleen te bezuinigen, maar ook te stimuleren dat de universiteiten en onderzoeksinstellingen een groter deel van hun budget financieren door de markt op te gaan. En wel door het werven van studenten, ook in het buitenland, en het verkrijgen van onderzoeksopdrachten van het bedrijfsleven en diezelfde overheid. Marktwerking betekent dan onder meer dat er geconcurreerd wordt. De goedkoopste aanbieder die tevens het meest tegemoet komt aan de wensen van de opdrachtgever 'wint' het. Er ontstaan nieuwe afhankelijkheden, en er moet veel gebeuren wil bijvoorbeeld een universiteit riskeren een goede klant of markt kwijt te raken, hoe goed de reden daarvoor ook zou kunnen zijn.
De gevolgen manifesteren zich in de inhoud en de kwaliteit van het werk, maar ook in de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Op de kosten moet worden bespaard, de productiviteit moet omhoog en de vrijheid van onderwijs en onderzoek aan banden worden gelegd. Hoe meer de toegang tot het onderwijs afhankelijk wordt van wie het kan betalen, des te meer de ongelijkheid in onderwijskansen wordt bevorderd. Ook zijn er grotere risico's van schommelingen in de financiering en dus in de werkgelegenheid. Bij 'pech' kunnen van het ene op het andere jaar de inkomsten sterk dalen, dus moet er (alweer) gereorganiseerd worden.

Marktdoeleinden
In de oude situatie, dus vóór de markt toesloeg, was er veel verspilling. Neem de 'goede tijden' dat mensen in het wetenschappelijk bedrijf (en ook elders) nauwelijks werden afgerekend op prestaties. Maar die tijd ligt decennia achter ons. Nú ervaren we nieuwe verspillingen. Bijvoorbeeld, steeds meer geld wordt besteed aan reclame en andere marketingactiviteiten, veel tijd gaat verloren aan de invulling van formulieren en aan rapporteren en publiceren. Hoeveel publicaties zijn echt zinnig? En hoeveel tijd en energie is niet verbonden met dat continue proces van aantrekken en afstoten van personeel? Hoeveel mensen lijden niet aan burn out en andere verschijnselen van overbelasting en 'corsettering'? Hoeveel vroegtijdig afgevloeid talent wordt nu niet gedwongen tot onproductief rentenieren? En dat terwijl hun uitkeringen en toelagen veel geld kosten.
Deze en andere ontwikkelingen zullen door GATS alleen maar worden versterkt. Het is niet ondenkbaar, zelfs waarschijnlijk, dat allerlei sectoren waarvoor nu nogal strikte toegangsregelingen gelden, straks - zeg binnen vijf jaar - worden opengesteld voor andere en op winstmaximalisering gerichte partijen. Dan mogen, waarschijnlijk, ook buitenlandse kennisbedrijven zich hier vrij vestigen, krijgen ook zij recht op publieke financiering en hun studenten op studietoelagen, en zullen zij de concurrentie aangaan met de bestaande instellingen. Dan zou wel eens voor de hele sector van onderwijs en onderzoek kunnen gelden dat marktdoeleinden - als omzetvergroting, concentratie, minimalisering van kosten, maximalisering van opbrengsten, winstmaximalisatie dus - steeds meer de academische doeleinden zullen domineren. Wil de echte academicus perspectieven houden op vrij wetenschappelijk werk, dan moet hij de boer op, maar nu bij de aloude mecenas van private of publieke huize.

Stilte
In Nederland is de GATS geen onderwerp van publiek debat. In de verkiezingsstrijd van januari 2003 kwamen nogal wat onderwerpen langs die enige verwantschap hebben, waaronder de spoorwegen en de ziekteverzekering. Bolkenstein heeft een poging gedaan 'de noodzaak' van verdere liberalisering op de agenda van de verschillende verkiezingsdebatten te zetten, en verder is ter rechter zijde (CDA, VVD en LPF) geregeld te horen dat er minder regels moeten zijn. Maar de term GATS valt nooit. Ook in de Tweede Kamer wordt daarover nauwelijks een woord gewisseld, meestal slechts op papier, bijvoorbeeld als er vragen worden gesteld. Wat er gebeurt, is te danken aan de partijen ter linker zijde, met name de SP, GroenLinks en de PvdA. De Wiardi Beckman Stichting van de laatstgenoemde partij heeft in oktober 2002 een kritisch rapport gepubliceerd over de ervaringen met privatisering in Nederland, overigens zonder directe verwijzing naar de GATS.
De duidelijkste geluiden komen van organisaties die onderdeel uitmaken van de 'anders globaliseringsbeweging', zoals XminY, Corporate Europe Observatory, Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen en de Vereniging Milieudefensie. Ook de Studentenvakbond LSVB neemt duidelijk stelling tegen de GATS. De VSNU (universiteitsbesturen) pleit ervoor dat de overheid haar publieke taak en de nationale soevereiniteit op het gebied van onderwijs ten principale blijft erkennen. Tegelijkertijd is zij van mening dat meer internationaal verkeer goed kan zijn en derhalve gestimuleerd moet worden.
Een belangrijk onderwerp is de watervoorziening, waarbij het voorbeeld van de privatisering van de waterleiding in Cochabamba (Bolivia) veel aandacht kreeg. Maar het thema wordt ook breder getrokken, waarbij dan in het bijzonder het gebrek aan openheid van de Europese Unie en van de Nederlandse regering aan de kaak wordt gesteld. Voor zover er vanuit het Ministerie van Economische Zaken geluiden komen, valt op te maken dat de regeringen van de laatste jaren voorstanders zijn van verdere liberalisering van de wereldhandel. Dat is opvallend, omdat hetzelfde ministerie terughoudender wordt als het gaat om bijvoorbeeld de privatisering van de energiesector.

Vakbeweging
En dan de vakbeweging. Het International Verbond van Vrije Vakverenigingen, waarbij de FNV is aangesloten, heeft zeer kritische geluiden laten horen. De vakbeweging in landen als Canada en het Verenigd Koninkrijk roert regelmatig de trom. In Nederland? Stilte overheerst. Binnen FNV Kiem bestaat enige ongerustheid, men is zich gaan verdiepen in de problematiek. De duidelijkste geluiden zijn nog te horen bij ABVAKABO FNV. Vanuit die bond is meegedaan aan een aantal activiteiten van eerder genoemde non-gouvernementele organisaties om bij 'de politiek' aandacht te vragen voor deze zaak. Het bestuur van de sector Onderwijs en Onderzoek van deze bond heeft in oktober 2002 een themadag gewijd aan de GATS. Daarbij werden zeer kritische conclusies getrokken. Aan het hoofdbestuur werd indringend gevraagd zich op zeer korte termijn te engageren in deze kwestie.
De belangrijkste conclusie is dat binnenkort in de Europese Unie verregaande besluiten worden genomen over een grote veelheid aan maatschappelijke sectoren binnen Nederland, zonder dat daarover een publiek debat is gevoerd, laat staan dat sprake is van democratische besluitvorming. Op niet al te lange termijn zullen er opnieuw krokodillentranen vloeien, dan niet over de euro maar over GATS.

Lou Keune
(ABAVAKABO FNV, werkt bij Sociale Faculteit Universiteit van Tilburg)

Zie de speciaal aan de GATS gewijde website van Corporate Europe Observatory: www.gatswatch.org