Voorbij het ideologische getto

Eurodusnie


 

 Sinds in 1999 te Seattle de Wereldhandelsorganisatie conferentie mislukte is de anti kapitalistische geest weer uit de fles. De radicale, creatieve en vooral mediagenieke protesten sprongen te veel in het oog om te kunnen negeren. Na 'Seattle' brak een periode aan waarbinnen de 'vrijhandelstop' gericht acties als een rode draad door de beweging liepen. Op 'Global Days of Action' vonden tijdens zo'n vrijhandelstop soms in tientallen landen tegelijk acties en demonstraties plaats.

Inmiddels wordt er wereldwijd druk gediscussieerd over de vraag hoe het verder moet. Een rechtvaardige wereld kan immers niet worden gebouwd op wereldwijde mobilisaties rond vrijhandelstoppen alleen. Zo zijn de meeste mensen helemaal niet in staat om aan deze massale grensoverschrijdende protesten deel te nemen en heb je met 'tophoppen' en actievoeren alleen nog geen alternatief voor het kapitalisme gecreëerd.

De discussie wordt gevoerd op verschillende plaatsen zoals (internationale) emaillijsten, landelijke netwerken, binnen de betrokken organisaties en tussen individuele mensen onderling. Iedereen vraagt zich af hoe het verder moet met de weer opgeleefde antikapitalistische beweging en welke positie men er in zou kunnen innemen. Het is een vraag die ook anarchisten zich zouden moeten stellen. Dit artikel is een vervolg op "Geen roepende in de woestijn meer... " (DN 27) en probeert vanuit de Nederlandse situatie een antwoord te formuleren.

 

Diversiteit of uniformiteit?

 

Om een radicaal ecologisch, solidair en democratische wereld te kunnen creëren zal de bestaande orde, die steunt op onderdrukking en uitbuiting, moeten verdwijnen, zoveel is duidelijk. Dat dit streven een kwestie van lange adem is mag ook duidelijk zijn. Eén enkele strategie om dit doel te bereiken of in ieder geval dichterbij te brengen, bestaat er niet. Zo divers als de beweging is zo verschillend zijn de middelen en doelen die zij zich stelt en dit geldt ook voor de anarchistische stroming binnen de hier beschreven beweging.

Deze diversiteit wordt door de vertegenwoordigers van de gevestigde orde, maar ook door de autoritaire Marxistisch-Leninistische voorhoede-organisaties, voortdurend uitgelegd als een zwakte. Zij eisen dat de neo-liberale criticasters tegenover hun blauwdruk een alternatieve blauwdruk ontvouwen. Dat er mensen zijn die niet met blauwdrukken w

ensen te werken en vertrouwen scheppen in wat mensen geleidelijk aan, uit vrije associatie, met elkaar kunnen opbouwen gaat er bij 'rechtse' en 'linkse' autoritairen' niet in.

Binnen de antikapitalistische beweging staan verschillende doelen en strategieën naast elkaar, maar evengoed ook tegenover elkaar. Dikwijls is er wantrouwen tussen de partijen en vliegen de vonken er vanaf, maar vooralsnog lijkt het er op dat de verschillen meer dan de afgelopen tientallen jaren het geval was worden getolereerd. De ideologische politiek lijkt grotendeels te zijn vervangen door een ideologisch diverse bewegingsstrijd. Deze kan bestaan zolang de onderlinge verschillen alleen achter de coulissen bediscussieerd worden, de autonomie van de verschillende fracties gerespecteerd wordt en men elkaars handelwijze niet openlijk afvalt.

 

Deelname aan zo'n brede beweging kan de kans op resultaten vergroten maar er kleven ook gevaren aan. De geschiedenis heeft uitgewezen dat autoritaire en/of reformistische elementen maar al te graag met anarchisten 'samenwerken' om vervolgens alle winst voor zichzelf op te eisen. De lessen uit het verleden moeten ons waakzaam houden maar mogen de samenwerking 'binnen een brede beweging' niet al bij voorbaat als onmogelijk bestempelen. Er zijn immers binnen de vernieuwde antikapitalistische beweging al veel goede resultaten geboekt.

Eén van de voorwaarden om de huidige bewegingsdynamiek-bepalende positie te behouden is dat we voortdurend in discussie blijven ten aanzien van de richting waarop we ons bewegen. Een vrije, doordachte en vooral decentraal aangestuurde beweging brengt ons doel van een solidaire en werkelijk democratische samenleving dichterbij en is tegelijk de beste bescherming tegen reformistische en/of autoritaire krachten.

 

Pijlers van een strategie

 

Hoewel het natuurlijk altijd moeilijk blijft algemene dingen te zeggen over iets wat zich juist kenmerkt door haar veelzijdigheid vallen er binnen het strijdende deel van de anarchistische beweging drie hoofdelementen te onderscheiden: Ideologische propaganda, oftewel het bekendheid geven aan het bestaan van alternatieve wereldbeelden, het daadwerkelijk organiseren van verzet tegen de betwiste orde en, als laatste, het opbouwen van praktische alternatieven. We beginnen met een beknopte en algemene inventarisatie van wat er zich in onze regio beweegt.

 

Propaganda: Het anarchistisch gedachtengoed is rijk aan prachtige, hoogdravende idealen. Tegenover het vandaag de dag gestimuleerde en beloonde egoïsme en hebzucht plaatst het de utopie van een grenzeloze wereld waarin mensen vrij en solidair zijn. Daar moeten, gezien de extremiteit van de hedendaagse milieuvernietiging en uitbuiting, toch heel wat mensen voor te winnen zijn, zeker wanneer je je bedenkt dat de oude dogmatische, staats- 'communistische' ideologieën zich door eigen toedoen gediskwalificeerd hebben, met roestige achterhaalde analyses werken en hun aantrekkingskracht op de ontevredenen grotendeels hebben verspeeld. Je zou dus zeggen dat de toekomst voor anarchisten wijd open ligt. De vraag die rest is hoe de mogelijkheden te benutten.

Ieder jaar zien tal van anarchistische pamfletten en periodieken het daglicht. De pamfletten worden grotendeels uitgedeeld bij acties en demonstraties. De verschillende tijdschriften en blaadjes daarentegen werken meestal met abonnees en zijn maar op een beperkt aantal publieke plaatsen verkrijgbaar. Een opkomend medium is het internet. Met behulp van websites, mailing- en discussielijsten wordt geïnformeerd en gemobiliseerd. De toegankelijkheid tot informatie door internet is in principe erg groot. De drempel om anoniem kennis van het gebodene te nemen is klein. Tenslotte kent Nederland een aantal onafhankelijke radio en een enkel TV projecten met anarchistische signatuur.

Verzet: Terugkijkend op de afgelopen eeuw jaar zijn er heel wat momenten geweest waarop strijdbare anarchisten de loop van de geschiedenis in belangrijke mate hebben beïnvloed. Hoe verschillend de omstandigheden telkens ook waren, richtte het verzet zich steeds tegen ondemocratische en veelal regelrecht autoritaire maatschappelijke elites en hun beleid. De manier waarop strijd werd gevoerd verschilde echter telkens. Naast aanslagen op leden van maatschappelijke elites, die meestal acties van individuen betroffen, zijn er ook voorbeelden van groot en gecoördineerd verzet. Ongetwijfeld het bekendste voorbeeld hiervan zijn de anti-fascistische milities ten tijde van de Spaanse burgeroorlog.

Al met al hebben anarchisten de afgelopen eeuw laten zien een inventieve en veerkrachtige machtsfactor te zijn. Dat door contrarevoluties de revolutionaire inspanning van anarchisten meermaals in bloed en verraad werden gesmoord doet hier niets aan af.

Ook vandaag de dag staan anarchisten nog steeds vooraan op de barricades. Zij zijn actief in anarchistische basisgroepen of binnen bredere, rond thema's georganiseerde affiniteitsgroepen. Zo zijn er in Nederland een groot aantal en voor een deel clandestiene, actiegroepen actief op het gebied van natuurbescherming, dierenrechten, kraken, gender, vluchtelingen, cityvorming enzovoort. Deze actiegroepen onderhouden in verschillende formele en informele netwerken contacten met elkaar. Geregeld komen uit deze contacten gezamenlijke campagnes voort.

De meeste groepen richten hun pijlen op één bepaald thema waaraan in het gunstige geval 'het grotere verhaal' aan wordt opgehangen. De actievorm is soms poeslief terwijl een andere keer de stenen bij wijze van spreken door de lucht vliegen. Het karakter van de actie is een combinatie van eigen keuze, de groepsdynamiek op dat moment en de wijze waarop de actie door de 'tegenstanders' wordt onthaald. Directe actie voor directe democratie is het motto. Geweld tegen personen wordt, zeker in Nederland, over het algemeen afgewezen, terwijl beschadiging van eigendom van 'foute bedrijven' al veel meer wordt geaccepteerd.

Ook vandaag spelen anarchisten binnen de opnieuw opgeleefde antikapitalistische beweging om het thema globalisering een belangrijke rol. Vooral de acties rond vrijhandelstoppen en op de internationale actiedagen trekken internationaal veel bekijks.

Alternatieven: Ook het opbouwen van en experimenteren met antikapitalistische alternatieven neemt een voorname plaats in binnen de anarchistische beweging. Wat de alternatieven verbindt is het streven een niet hiërarchisch, commercie- en overheidsvrij antwoord te willen geven op de behoeftes van individuele mensen en de samenleving waarin we leven. Ook l lukt het nooit staat en commercie helemaal uit te bannen, er wordt naar gestreefd hun rol zo klein mogelijk te maken daar er vanuit wordt gegaan dat zonder leuker en rechtvaardiger is. De alternatieven staan daarmee dus haaks op het dominante neo-liberale dogma waarin alles draait om macht, geld en hiërarchie. Een dogma waarbinnen het individu uit haar collectieve samenhang is weggerukte is geïsoleerd en gedecimeerd tot een produktie en consumptie eenheid.

De drang om in vrijheid het eigen leven in te richten en samen met anderen de gedeelde omgeving vorm te geven blijkt keer op keer ontembaar. Het is onvoorstelbaar hoeveel creativiteit en doorzettingsvermogen er af en toe tentoon wordt gespreid. 'Creativiteit' als het gaat om het vinden van manieren om de kapitalistische zeepbel door te prikken of er zich, al is het maar voor even, aan te onttrekken en 'doorzettingsvermogen' wanneer je bedenkt dat de tegenwerking vanuit de overheid en kapitaal enorm is. Hierdoor moeten er voortdurend nieuwe wegen worden gevonden om de veroverde vrijheid te consolideren of verder uit te breiden.

Concreet gaat het bij de alternatieven om alles tussen professionele coöperatieve bedrijven en smoezelige kraakkroegen. Allen zijn ze op een basisdemocratische manier georganiseerd, wat inhoudt dat de besluitvorming volledig in handen is van hen die het project organiseren. In Nederland kunnen we ons beroepen op een aardige min of meer linkse infrastructuur van drukkerijen, actiekeukens, bladen, voedsel-coöperaties, kraakpanden, sociaal-culturele Vrijplaatsen enzovoorts. Van alles is al gedaan en geprobeerd en er duiken nog steeds weer nieuwe prachtideeën op. Hoewel het zeker niet voor alle anarchistische alternatieven geldt, spreekt alleen al het bestaan van dit soort eigenzinnige initiatieven veel mensen tot de verbeelding.

 

Kritisch licht

 

Zowel op het gebied van anarchistische propaganda, verzet als alternatieven beweegt er zich in Nederland dus aardig wat. Bovendien is er alle reden om aan te nemen dat de opstand tegen het neo-liberale beleidsdogma de komende jaren eerder zal toenemen dan afnemen. De gevolgen van het beleid worden immers alsmaar extremer terwijl tegelijkertijd een aantal oude ideologische barrières tussen de verschillende antikapitalistische verzetshaarden op de achtergrond zijn geraakt. Het is overigens verkeerd om te denken dat dit laatste enkel en alleen komt door de uitholling van oude ideologieën. Waar oceanen en landsgrenzen een dikke tien jaar geleden het nog erg moeilijk maakten voor mensen, van verschillende politieke gezindten, met elkaar in discussie te gaan, wemelt het nu van de digitale discussieplatforms die, met enige regelmaat, leiden tot fysieke ontmoetingen. Dankzij moderne communicatiemiddelen is de communicatieve kloof tussen heel wat ideologisch gescheiden geesten geslecht. Dat betekent natuurlijk nog niet dat het publiek vandaag de dag al massaal staat te springen om zich bij het antikapitalistische verzet aan te sluiten, maar het is ontegenzeglijk wel zo dat het nu een stuk makkelijker is kritiek te leveren op de zogenaamde 'vrije' markt dan pak en beet een jaar of vijf terug. Het was namelijk nog helemaal niet zo lang geleden dat de maatschappelijke elite elkaar het einde der ideologieën aanpraatte.Het mooie, revolutionaire vergezicht maakt het nu wel des te belangrijk om het eigen handelen en de eigen strategische keuzen eens kritisch tegen het licht te houden.

 

Om te beginnen blijkt het anarchisme en het daardoor geïnspireerde politiek activisme een vrijwel exclusieve zaak van 'witte' jongeren. Na een paar jaar stevig om zich heen te hebben geschopt haakt een groot deel van deze jongeren ook nog eens moe en gedesillusioneerd af. Dat de beweging voornamelijk uit 'witte' jongeren bestaat is vreemd, gezien het openlijke uitgesproken antiracistische standpunt, maar zeker ook wanneer je bedenkt dat 'witte' jongeren waarschijnlijk nog het minst lijden onder de kapitalistische politiek. In hoeverre dit gegeven verband houdt met de wijze waarop - en waarvoor we ons organiseren is een vraag die om beantwoording schreeuwt, want ons antwoord op de kapitalistische klasse-maatschappij valt of staat met de mate waarin we mensen weten te betrekken bij direct democratische actie (in de brede zin van het woord). We moeten laten zien dat directe democratie iets voor iedereen is.

Nu is het natuurlijk een illusie om te denken dat er ooit een moment zal zijn dat alle mensen op aarde zich even actief gaan opstellen in het democratische besluitvormingsproces. Ook toen er in het verleden sprake was van een anarchistische 'hoogconjunctuur', zoals ten tijde van de Spaanse anarchistische revolutie of de Parijse commune, mengde nog steeds maar een minderheid van de bevolking zich actief in de besluitvorming. Het overgrote deel van de bevolking 'geloofde het wel'. Dit doet echter niets af aan noodzaak te streven naar maximale en directe betrokkenheid van alle verschillende medeburgers in direct democratische actie.

 

Het voeren van acties tégen kwalijke politieke besluitvorming neemt een belangrijke plaats in binnen de anarchistische beweging. We hoeven maar om ons heen te kijken en we worden geconfronteerd met ellende en onrecht. De harde realiteit van ongelijkheid, uitbuiting en uitsluiting geeft ons geen andere keus dan in opstand te komen. Het is moeilijk om algemene dingen te zeggen over de manier waarop de opstand vorm krijgt. De voorbeelden verschillen onderling veel van elkaar. Toch is er zoiets als veel gehoorde en steeds terugkerende kritiek. Hier volgen enkele voorbeelden.

 

Zo zijn regelmatig het doel en nut van georganiseerde demonstraties onduidelijk. Demonstraties blijven nogal eens hangen in een weinig bevredigend aandacht vragen voor betwiste politieke beslissingen of maatschappelijke wantoestanden in allerlei soorten en maten. Als ze tot doel hebben overheidsbeleid te beïnvloeden wijst de geschiedenis uit dat het aantal demonstranten wel heel erg hoog moet zijn wil het indruk maken. Begin jaren tachtig trok door Den Haag een tocht van 500.000 mensen die tegen plaatsing van kernraketten demonstreerden. De regering trok zich hier niets van aan. Heel wat demonstraties richten zich tot de overheid en voorzien het overheidsbeleid hiermee bedoeld of onbedoeld van een democratisch randje en helpen haar zo aan de schijn van democratische legitimiteit op te houden.

Veel radicalere demonstraties lijken ook bedoeld om ongenoegen te uiten en overheidsaandacht te eisen. Tenzij er daadwerkelijke slagingskansen zijn - en dat kan soms wanneer het protest is gericht op plaatselijke overheden, is het maar de vraag of het bijdraagt aan de strijd. Je bent al snel het zielige en marginale groepje mensen dat zich te kort gedaan voelt en de overheid om genade vraagt, bepaald geen inspirerende positie waar kracht van uitstraalt.

Wanneer men zich richt op het krijgen van media-aandacht (als een manier om met het grote publiek te communiceren) leert de praktijk ons dat kleine gerichte directe acties, zoals het 'taarten' van een bekende pief of het bekladden van een standbeeld of gebouw, het beoogde resultaat ook halen. Ze trekken veel bekijks en kosten beduidend minder energie om te organiseren.

Wanneer het niet om aandacht trekken gaat maar om het feitelijk ingrijpen in kapitalistische processen zijn sabotageacties een van oudsher beproefd middel. Spoorwegblokkade- en sabotageacties tegen kernafvaltransporten, het vernielen van banken tijdens de Eurotop in Nice, de wereldwijde estafette McDonalds 'trashen' van de afgelopen jaren, de dierenbevrijdingsacties, je kunt het er mee eens of oneens zijn, de boodschap is moeilijk mis te verstaan. Het gaat er om op gerichte plaatsen en momenten economische schade aan te richten en politieke besluitvorming te saboteren. Met relatief kleine inspanningen kunnen grote resultaten worden geboekt. Het is dan ook niet vreemd dat deze actievorm veel aandacht geniet van de verzamelde geheimzinnige diensten in ons land.

 

Een ander punt van kritiek betreft de veelal gebrekkige en naar binnen gerichte publiciteit voor, tijdens en na een actie. Zo vond er op één april jongstleden in Den Haag een demonstratie plaats tegen de opwerking van radioactief afval en kernenergie. Deze werd georganiseerd door de club 'Samenwerking Tegen OPwerking (STOP)'.

De verspreide poster sprak echter enkel van een 'demonstratie tegen opwerking'. Nu heb ik om me heen vijf mensen gevraagd of ze wisten waar men in een 'demonstratie tegen opwerking' tegen demonstreert, maar niemand wist me het te vertellen. Het is helaas zo dat er bij het maken van publiciteit (en dit geldt echt niet alleen voor acties) vaak te weinig aandacht is voor de vraag in welke vorm het mensen zal aanspreken. Er wordt te gemakkelijk uitgegaan van de vanzelfsprekendheid van het eigen gelijk en vergeten dat dit eigen gelijk nogal af wijkt van de algemeen geaccepteerde meningen om ons heen. Bij communicatie gaat het immers niet alleen om de boodschap van de zender maar ook om de belevingswereld van de ontvanger. Het lijkt er helaas op alsof de boodschap niet alleen door, maar ook voor 'de al bekeerden' wordt geschreven en aangezien er nog steeds 15 miljoen 'onwetenden' rondlopen schiet het met de revolutie nog steeds niet veel op, alle goede bedoelingen ten spijt.

Een laatste en wat fundamentelere kritiek is dat de strijd vóór het anarchistische alternatief wel heel erg overschaduwd wordt door de strijd tégen de heersende orde. Met acties tégen is op zichzelf natuurlijk niets mis. Ze zijn dikwijls gestoeld op oprechte woede of verlangens op te komen voor - in meer of minder mate - onderdrukte mensen om ons heen. Ze vormen een zichtbaar en broodnodig tegenwicht voor de kapitalistische vanzelfsprekendheden. Toch zou het niet verkeerd zijn wanneer de strijd vóór het alternatief wat meer zichtbaar zou worden. Tegelijk mogen de bestaande alternatieven zich ook best wat meer publiekelijk manifesteren. Uiteindelijk gaat het er toch om mensen enthousiast te maken voor het anti-autoritair alternatief en hen uit te nodigen zich (ook) actief te mengen in de direct democratische beweging door nieuwe basisgroepen op te zetten of zich aan te sluiten bij de bestaande groepen.

Helaas geldt het voor veel anarchisten en hun basisgroepen dat ze zich voornamelijk bewegen binnen een gesloten, veilig en zogenaamd politiek correcte subcultuurtje. Op het actief netwerken, organiseren en binnen een brede beweging samenwerken met 'niet anarchisten' ligt nogal eens een taboe. De poldertolerantie moedigt de vorming sociaal-culturele en ideologische getto's (door haar tegenstanders en uitgestotenen) alleen nog maar meer aan. De behoefte aan het terugtrekken uit de boze buitenwereld is bovendien menselijk maar al te goed te begrijpen. Vervelend bijkomend gegeven is dat je al snel meer bezig met mensen uit te sluiten (door je van de buitenwereld te onderscheiden) dan dat je mensen uitnodigt aan het anarchistisch alternatief mee te werken..

Wat ondergetekende betreft komt het er op aan een strategie te ontwikkelen die er op gericht is aanzienlijk meer mensen te betrekken binnen de anti-autoritaire beweging. Dit gaat niet vanzelf, maar vereist een radicale omslag in de mentaliteit en de praktijk die nu nog binnen (grote delen van) de beweging heerst. We zullen onze idealen moeten vertalen in een duidelijke en toegankelijke revolutionaire praktijk.

Daarvoor zal de strijd het ideologische getto moeten verlaten en zich moeten verplaatsen naar het hart van de samenleving zelf. Dit vergt veel moed en meer concreet vergt het een serieuze anarchistische organisatie die allereerst lokaal, maar ook regionaal en landelijk niveau haar beslag krijgt.

 

De Vrijplaats als alternatief?

 

Eén manier om op lokaal niveau een constructieve manier de confrontatie aan te gaan met de bestaande orde is het creëren van sociaal-culturele Vrijplaatsen. Geen subculturele Tijdelijke Autonome Zones maar 'permanente' Vrijplaatsen die de voortdurend opborrelende ideeën en verlangens van de mensen om ons heen een dak kunnen bieden. De Vrijplaats als plaats waar geëxperimenteerd wordt met niet hiërarchische organisatievormen die wars zijn van commercie en overheidsbemoeienis, als een plek waar op concrete - voor de samenleving relevante - gebieden wordt gebouwd aan antikapitalistische alternatieven en waar vanuit actie wordt gevoerd.

Een Vrijplaats biedt de anarchistische beweging allereerst een belangrijk stuk lokale infrastructuur waar verschillende collectieven gehuisvest kunnen zijn. Wanneer daarnaast de Vrijplaatsen, die onderling enkele elementaire kenmerken zullen moeten delen, zich regionaal en landelijk in netwerken verenigen zal men, vergeleken bij de gefragmenteerde situatie van 'de beweging' nu, een ongekende kracht hebben. Tegelijk en zeker niet minder belangrijk zijn levendige, toegankelijke en strijdbare Vrijplaatsen de beste reclame voor het anarchisme die men zich kan wensen.

 

De Vrijplaats moet wel aan een aantal elementaire voorwaarden voldoen wil het de hier voorgestelde centrale positie kunnen innemen in de broodnodige concretisering van een duidelijke en toegankelijke revolutionaire praktijk.

 

* De drie eerder toegelichte elementen propaganda, verzet en alternatieven moeten binnen de Vrijplaats-organisatie een centrale plaats krijgen en in theorie en praktijk met elkaar verbonden worden.

 

* De Vrijplaats-activiteiten moeten een toegankelijk en naar buiten gericht karakter hebben.

 

Wat de alternatieven betreft is het belangrijk dat deze voorziet in elementaire behoeften van mensen en daarom een groot deel van de bevolking zal aanspreken. De opzet en inhoud van het alternatief is het best een voor zichzelf sprekend antwoord op een kapitalistische evenknie.

Weggeefwinkels, boekhandels, eetcafé's, studiehuizen, culturele ontmoetingsruimtes afijn bedenk het zelf maar... Goed functionerende antikapitalistische alternatieven kunnen, wanneer ze op een toegankelijke wijze zijn georganiseerd, mensen inspireren zelf actief te worden in de opbouw van een direct democratische samenleving. Helaas vergeten we te vaak dat veel meer mensen dan politieke activisten alleen, het kapitalisme afwijzen. Het zou mooi zijn wanneer we in ieder geval een deel van deze mensen bij de strijd kunnen betrekken.

 

Behalve de concrete antikapitalistische alternatieven is het belangrijk de Vrijplaats als centrum van strijd te presenteren. Doet men dit niet, dan is de kans aanwezig dat het verwordt tot een verbanningsoord voor afgehaakte burgers en gaat dienen als idyllische vluchtheuvel. De anarchistische strijd richt zich tegen alle vormen van onderdrukking zoals racisme, sexisme en fascisme. Het is de strijd voor vrijheid, directe democratie en solidariteit. Deze strijd houdt niet op bij de lokale of nationale grenzen maar is internationaal (of beter gezegd: anti-nationaal).

De besproken alternatieven geven deze strijd haar lokale dimensie, maar winnen pas echt aan betekenis wanneer worden gekoppeld aan buiten de Vrijplaats gevoerde acties en demonstraties. Andersom winnen de acties en demonstraties aan betekenis wanneer het publiek deze in relatie ziet met de Vrijplaats-alternatieven. Het dikwijls niet vanzelfsprekende verband tussen lokale alternatieven en verzet elders in de stad, het land/ter wereld kan vervolgens worden uitgelegd in een goed doordachte publiciteitstrategie die rekening houdt met de verschillende belevingswerelden van de mensen om ons heen.

 

Het creëren van Vrijplaatsen is natuurlijk een stuk makkelijker gezegd dan gedaan. Alleen al de recente geschiedenis leert ons dat het veroveren van Vrijplaatsen geen gemakkelijke aangelegenheid is en dat je al snel al je energie kwijt bent in het verdedigen van de Vrijplaats zelf. De strijd voor Vrijplaatsen blijkt keer op keer een hele zware strijd en vooral een kwestie van lange adem, maar geld dat niet voor al onze revolutionaire verlangens?

Vandaag de dag hebben we te maken met een weliswaar levendige maar een grotendeels van de samenleving geïsoleerde en intern versnipperde anarchistische beweging. Misschien is dit altijd al zo geweest, maar het hoeft niet altijd zo te blijven. De wereld om ons heen staat in brand en de afgelopen jaren laat ons zien dat de rol van anarchisten nog lang niet is uitgespeeld. Integendeel, de wereld ligt voor ons open. Er is alle reden om onszelf te herorganiseren in een op de moderne tijd en omstandigheden aangepaste manier. Het poldermodel rommelt aan alle kanten. Het is de hoogste tijd dat individuele anarchisten zich samen met anderen in collectieven organiseren, deze collectieven de krachten bundelen om de veilige poldermarge te verlaten en de strijd te verplaatsen naar het hart van de samenleving. Zogenaamd veilige, heilige huisjes en vast omlijnde paden staan vernieuwing en discussie alleen maar in de weg.

De strijd voor vrije sociaal-culturele ruimtes is ouder dan de campagnes rond de Kalenderpanden en Vrijplaats Koppenhinksteeg. Het is de al oude strijd om op een vrije en solidaire basis onze omgeving te kunnen vorm geven. Het is de strijd van alle dag. De recente ontruiming van de Kalenderpanden en de dreigende ontruiming van Vrijplaats Koppenhinksteeg leert ons dat de overheid bepaald niet enthousiast is over het verschijnsel Vrijplaatsen; daar heeft men ook alle reden toe, want de antihiërarchische, anticommerciële en overheidsvrije uitgangspunten van een Vrijplaats staan lijnrecht tegenover het door hun aangehangen neoliberale dogma? De overheid, maar ook de vertegenwoordigers van het kapitaal, zien Vrijplaatsen daarom als broeinesten van sociaal-culturele, maar ook politieke subversie. Zolang de subversie zich beperkt tot het kunstzinnige vlak (wanneer het op een sokkel staat of aan de muur hangt) vindt men het allemaal prachtig maar o wee als het politieke dimensies krijgt. Toch zou het verkeerd zijn om ons niet óók te richten op de lokale overheden want binnen gemeenteraden zitten af en toe sympathieke mensen en de gemeente is altijd nog de meest democratische en grootste onroerendgoed eigenaar. Alleen daarom zou het al stom zijn wanneer we onze creativiteit en kracht niet deels op hen zouden richten.

Een landelijke campagne van in verschillende plaatsen, door autonome basisgroepen gezamenlijk, gevoerde campagne voor sociaal-culturele Vrijplaatsen zou best wel eens een nu nog moeilijk voorstelbare en positieve dynamiek kunnen krijgen. Immers, de behoefte aan Vrijplaatsen wordt gedeeld door een groot deel van de bestaande basisgroepen en de nog niet georganiseerden. De steeds verder oprukkende commercialisering van de samenleving zal de behoefte alleen maar verder laten toenemen. In Amsterdam, Leiden en in Groningen zijn inmiddels campagnes gestart om Vrijplaatsen te creëren of te behouden. Hoewel het natuurlijk even afwachten is hoe deze initiatieven uitpakken is het een goed begin. De vraag die rest is: wie volgt?

 

marco 

Verschenen in Dusnieuws 28, mei 2001.