UITPERS MEI 2001
 

Hoe de WTO in opdracht van de multinationals, alle openbare diensten wil privatiseren.

door André De Smet, voorzitter ATTAC Oostende

Tijdens de laatste maanden, zelfs jaren, is er geen week geweest zonder dat we in de pers konden kennis maken met nieuwe fusies of overnamen tussen multinationale ondernemingen. Voor het jaar 2000 liepen deze fusies op tot een bedrag van 3.300 miljard frank. Zo eventjes vijf maal meer dan in het jaar 1990.

Andere informatie was deze over de ontzaglijke winsten die door deze multinationals werden geboekt. Ik citeer er slechts een paar: Exxon-Mobil (USA) 720 miljard frank, BP Amoco 610 miljard frank of een stijging van 130 procent ten overstaan van het jaar voordien. AXA boekte 157 miljard winst, een stijging van 93%; de winst van Nestlé steeg met 22%, die van de holding Amanij 90%.

In deze mondialisering, die men ons steeds als een wonderoplossing had aangeprezen is het meteen duidelijk geworden wie de overwinnaars zijn. Deze reuzen uit de nieuwe en de oude economie hebben, met hun groeiende economische en financiële macht, ook meer invloed gekregen in de politieke wereld. Rechtstreeks en onrechtstreeks hebben ze hun invloed doen gelden op de regeringen, nationale en internationale instellingen om beslissingen af te dwingen die hun belangen en deze van de aandeelhouders dienen.

Wie daar nog aan zou twijfelen moet maar het interview lezen van Karel Van Miert, gewezen eurocommissaris voor het concurrentiebeleid in De Standaard van 11 september 1999. Hierin verklaarde hij het volgende: "De economie is aan het winnen van de politiek. Door de globalisering en de fusies blijven in bepaalde sectoren nog maar een paar ondernemingen over die qua omzet groter zijn dan de meeste staten. De meeste nationale regeringen kunnen deze mastodonten niet meer sturen. De politiek hinkt hopeloos achterop". Het zou wellicht duidelijker zijn te zeggen dat de politiek in dienst staat van de economie.

Voor de MNO’s (multinationale ondernemingen) telt alleen de winst. Ze zoeken steeds nieuwe bronnen. Daarom hebben ze nu hun oog laten vallen op een nieuw objectief. Niet in verre landen maar dicht bij de deur:

de privatisering van de openbare diensten

Ze weten dat alleen voor de 15 lidstaten van de EU nog ruim 14% van het Bruto Binnenlands Product (meer dan 1000 miljard dollar) aan de openbare diensten besteed wordt. In eerste instantie mikken ze op de communicatie, transport, audiovisuele diensten, onderwijs en onderzoek, maar de andere moeten trapsgewijze volgen.

In het Algemeen Akkoord voor de Commercialisering van de Diensten (de GATS) dat door de Wereldhandelsorganisatie (WTO) wordt uitgewerkt, staan – met uitzondering van deze bestemd voor de regeringsmacht: politie, leger, justitie, belastingen – alle diensten op het verlanglijstje van de multinationals. Dit zijn: post, spoor, onderwijs, gezondheidszorg, ziekenhuizen, sociale diensten, milieu, water, cultuur, sport, ICT (informatie en communicatietechnologie) en nog vele andere.

Deze diensten worden in het kader van de aan gang zijn onderhandelingen in Genève opgesplitst in 12 sectoren en 160 ondersectoren. Men wil deze operatie geleidelijk doorvoeren om de openbare opinie niet te verontrusten maar deze voor voldongen feiten te plaatsen.

Afgevaardigden en functionarissen uit de 138 lidstaten van de WTO. zijn in het begin van het jaar 2000, na hun mislukking in Seattle, met de onderhandelingen gestart. Afgevaardigden van het Syndicaat van het Europees Patronaat (UNICE), het Transatlantisch Economisch Partnerschap (TEP) (een overlegcomité tussen de VS en Europa) en de Ronde Tafel van Europese Multinationals verlenen als expert hun medewerking….

In zijn boek "Privé du public" beschrijft Gérard de Sélys, journalist van de RTBF, hoe reeds op 27 augustus 1986 deze laatste groep werd opgericht en wie er aan deelnam. Het ging om de topmannen van Fiat, Olivetti, Volvo, Unilever, Nestlé, ATAE, ICI, BSN, Thysen, Shell Transport, Philips, Saint Gobain, Renault, Bosch, Cika-Gerigny, Siemens, e.a..

Tevens wijst hij er op hoe de toenmalige commissarissen van de EEG (Europese Economische Gemeenschap), Etienne Davignon, later voorzitter van de Generale en Fraçois Xavir Ortoli, dit initiatief gunstig gezind waren, zoals de rol die allen samen gespeeld hebben bij de liberalisering van de (in die tijd) nog genationaliseerde telefoonmaatschappijen.

In tegenstelling tot het Multilateraal Akkoord over Investeringen (MAI) dat destijds door de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) achter de schermen was uitgewerkt, maar met het verzet van Seattle van de dagorde verdween, werd door de WTO besloten de voorbereiding van het Algemeen Akkoord voor de Commercialisering van de Diensten anders aan te pakken. De WTO wil de onderhandelingen afsluiten tegen 2003 maar de VS stelt voor dit met een jaar te vervroegen.

Het leek er even op alsof de lidstaten meer inspraak zouden krijgen. Alle landen mochten namelijk een lijst indienen met de vermelding van wat zij inzake liberalisering van de diensten van de andere lidstaten verwachtten. Er werd zelfs een uitzonderingsclausule voorzien waarmee de lidstaten bepaalde diensten zouden kunnen beschermen, maar… deze uitzonderingen zullen uiteindelijk allemaal opgeheven worden.

De Amerikaanse onderhandelaarster, mevrouw Barchafski, was hierin echter duidelijk. Zij verklaarde: "Het Algemeen Akkoord voor de Commercialisering van de Diensten moet dermate worden uitgewerkt dat het maatregelen vastlegt die de nationale regeringen moeten verhinderen dat de diensten over de grenzen heen niet kunnen verleend worden".

Verder maakte ze het verlanglijstje van de Amerikaanse lobby van de C.S. (specialisten inzake gezondheidszorg) bekend, o.a. "de noodzaak van een grote flexibiliteit en geen beperkingen in de huidige classificatie van de diensten". Ze boekte reeds een resultaat want het netwerk van de esthetische zorgen werd in de sector gezondheidszorg opgenomen.

Het is duidelijk dat dienstverlening bij privatisering hun minste zorg is. Alleen de winst is hun objectief. Privatiseringen zijn steeds gepaard gegaan met herstructureringen: afdankingen, lagere lonen, hoger arbeidsritme, besparingen op de dienstverlening…

De situatie bij de spoorwegen, gezondheidszorg, onderwijs, enz in Groot-Brittannië, de spoorwegen in Nederland, de post in Zweden en Zwitserland, maar ook bij ons ontbreekt het niet aan voorbeelden van diensten waar de privatisering wordt voorbereid. Vanaf het ogenblik dat een openbare instelling tot autonoom bedrijf of N.V. wordt omgebouwd, wordt de privatisering voorbereid. Dit zal ook het geval zijn met de door minister Daems aangekondigde maatregel voor de Nationale Loterij. Zo zal door de EU dan de post tegen 2003 geprivatiseerd worden.

België neemt als staat niet deel aan de onderhandelingen van de WTO. Het is de Europese Commissie die namens de 15 lidstaten spreekt. De woordvoerder van de Commissie is de Fransman Pascal Lamy, die zich in Seattle liet opmerken door zijn conservatieve standpunten. Vooraf moeten de vertegenwoordigers van de lidstaten en functionarissen een gemeenschappelijk standpunt bepalen in de schoot van de EU (Europese Unie). Dit was voorzien in artikel 113 van het Verdrag van Maastricht. Sindsdien werd dit echter gewijzigd in het artikel 133 van het Verdrag van Amsterdam. Vandaag wordt naar middelen gezocht voor de wijziging van de inhoud van dit artikel 133. Romani Prodi, voorzitter van de Commissie, benoemde hiervoor een "commissie van wijzen", bestaande uit Lord Simon (gewezen voorzitter van BP en lid van Ronde-Tafelgroep), Richard Weissacker (gewezen president BRD) en gewezen premier Jean Luc Dehaene. Uiteindelijk moesten ze onderzoeken hoe de consensusregel vermeden en de experten meer betrokken konden worden. Hun besluit was vervat in een amendement waardoor artikel 133 kon gewijzigd worden door een gekwalificeerde meerderheid in de Europese Ministerraad nà advies van het Europees Parlement. En zo worden de nationale parlementen buiten spel gezet.

Terloops mag hier nog wel eens de aandacht gevestigd worden op wat vroeger is gezegd over de bindingen tussen de multinationals en de politieke wereld. Enkele weken geleden werd bekend gemaakt dat Jean Luc Dehaene opgenomen werd als bestuurder van de biergigant Interbrew. Dehaene is reeds beheerder van de non-ferrogroep Union Minière, de koekjesfabrikant Corona-Lotus, de textielgroep DOMO, het internetbedrijf Telindus en voorzitter van de vzw Sail Trust van de groep Lernout en Hauspie. Tevens is hij voorzitter van het Europa College, en dan nog burgemeester van Vilvoorde. Over belangenvermenging gesproken. Het wijst er bovendien op aan welke kant van de barricade hij staat. Paul De Keersmaeker, topman van Interbrew (en gewezen minister van landbouw) erkent dat zelf in De Standaard: "Voor heel wat bedrijven is het bijzonder interessant iemand aan de bestuurstafel te hebben met goede contacten in de politieke wereld".

Ondertussen wordt door de WTO in alle stilte verder gewerkt. Voor enkele maanden hadden reeds 48 landen hun akkoord gegeven om de gezondheidszorg in de onderhandelingen over de privatiseringen op te nemen. De prioriteit gaat hierbij naar ziekenhuizen, sociale diensten en ziekteverzekering. Voor het geheel van de OESO (de 29 rijkste landen) heeft men het over een inzet van 2000 miljard dollar. Wereldwijd loopt dit op tot 3500 miljard dollar. De WTO zegt dat dit voor de nationale regeringen een grote besparing zal zijn, gezien 75% van de uitgaven niet meer ten laste van de staat zullen vallen. Maar wie zal dit betalen? De multinationals of de patiënt?

Het ligt dus voor de hand dat de patiënt klant zal worden met alle gevolgen van dien. De kwaliteit van de verstrekte zorgen zal aanzienlijk dalen en duurder worden. Kortom een ziekenzorg met twee snelheden zoals dit reeds het geval is in de V.S., Groot-Brittannië en Nederland.

Ook voor onderwijs ondertekenden reeds 46 landen, met inbegrip van de EU-lidstaten. Het project van Bologna is zeker reeds een eerste etappe naar de privatisering.

De tijd ontbreekt om over dit alles verder uit te wijden. Eén zaak is duidelijk: de grondvesten van de menselijke samenleving en de solidariteit worden hier op de helling gezet. De toekomst is in gevaar.

Het is onrustwekkend vast te stellen dat uit de politieke wereld, die nochtans beter dan wij geïnformeerd zou moeten zijn, geen enkele reactie komt. Integendeel. Door valse informatie wordt er verwarring gezaaid. Ook in de media wordt over deze problemen te weinig gezegd en geschreven. Een grote samenzwering. Men moet zich afvragen of ze door hun stilzwijgendheid niet hun goedkeuring verlenen.

Er ligt voor ATTAC een zware taak te wachten. We zullen nog een hele tijd tegen de stroom in moeten roeien. Vandaar de noodzaak een brede en diepgaande opklaringcampagne op gang te brengen om de openbare opinie te informeren over wat op het spel staat. De druk van onderuit moet op gang gebracht worden.

Het is hier bovendien onontbeerlijk bondgenoten te vinden. Het is niet onze taak de plaats van de vakbeweging in te nemen die de eerste betrokkenen zijn. Het is wel onze opdracht de arbeidersbeweging en de openbare opinie te overtuigen dat hier niet mag getalmd worden, maar dat het verzet reeds vandaag voorbereid moet worden.

(Uitpers, mei 2001)

 

Bronnen:
Le Monde
Le Monde Diplomatique
L’Humanité
De Standaard
De Morgen
WTO ? De openbare diensten onder vuur. Oxfam Solidariteit
Privé du Public. Gérard de Sélys. RTBF-journalist
Internet