De strategie achter de
nederzettingen
Het afgelopen jaar heeft Israël gebruikt om de bouw
van nederzettingen flink op te voeren, zowel binnen als buiten de
Groene Lijn. Aangemoedigd door haar gunstige internationale imago
na de Golfoorlog en de stroom nieuwe immigranten gaat Israël op
grote schaal door met haar nederzettingenplannen. Het is geen
geheim, dat vooral het rechts-radikale Likud-blok, maar ook een
deel van de Arbeiderspartij, nooit tevreden is geweest met de
grenzen die getrokken zijn na de oorlog van 1948. Tot nu toe heeft
Israël 65,5 % van de Westelijke Jordaanoever en 45% van de
Gaza-strook
geconfisceerd voor nederzettingen-doeleinden. Er worden zo
voldongen feiten
gecreëerd die een eventuele terugtrekking uit de Bezette Gebieden
onmogelijk maken. De volgende generaties joodse Israëli's zullen
de plekken waar ze wonen als de hunne beschouwen: een
onomkeerbaar proces. Ook is potentiële expansiedrift het
kenmerkende aan nederzettingen: het zijn groeikernen,
ontwikkelingssteden. Naast de bouw van nederzettingen wordt er
ook een hele infrastructuur aangelegd, die niet meer uit het
gebied weg te denken valt: zo wordt er een wegennet aangelegd ten
bate van de nederzettingen, dat de Westelijke Jordaanoever
opsplitst in een aantal van elkaar geïsoleerde concentraties
Palestijnse steden en dorpen. Deze wegen hebben geen verbinding
naar de Palestijnse steden. Het wegennet, dat Palestijnse
lokaties met elkaar verbindt is nu tot een secundair wegennet
verworden, en het nederzettingen-wegennet is het belangrijkste.
Ook de wegbewijzering is aan het veranderen: veelal zijn borden
alleen in het Hebreeuws of Engels.
Geografische planning
Geografisch gezien omsingelen de nederzettingen de Palestijnse
steden en dorpen. Vaak
grenzen de nederzettingen aan elkaar en
worden bestaande uitgebreid. Het effect is een tangbeweging die
als het ware een U-vorm rond Palestijnse dorpen legt. Alles
daarbinnen wordt langzaam verstikt. De nederzettingen zorgen voor
het onmogelijk maken van het functioneren Palestijns gebied als
nationale entiteit. Het heeft dus niets te maken met vreedzame
coëxistentie.
Het 'Alon plan'
In de loop der jaren zijn er verschillende plannen geweest wat
betreft nederzettingen. Na 1967 kwam minister Yigal Alon van de
arbeiderspartij met het naar hem genoemde plan. Dit plan hield
in om een strook met nederzettingen te bouwen tussen Noord en
Zuid Israël door de Jordaanvallei (zie kaartje 1). Alon's
benadering was bedoeld om een zo groot mogelijke
gebiedsuitbreiding te creá‰áren met zo min mogelijk Palestijnen,
en
om de Westelijke Jordaanoever te isoleren van Jordanië.
Een tweede doel van het plan was om rond Jeruzalem nederzettingen
te bouwen om zo de greep op deze stad te vergroten.
'Groot-Israël'
Een tweede belangrijke stroming zijn de plannen die als doel
'Groot-Israël' hebben. Als eerste al in 1967 begonnen leden van
de Gush Emunim-beweging zich als kolonisten te vestigen in dicht
bevolkte gebieden in het centrum van de Westelijke Jordaanoever.
Likud aan de macht
Na 1977, als Likud aan de macht is, is de politiek steeds meer
gericht op het verwezenlijken van 'Groot-Israël' in samenwerking
met de Wereld Zionisten Organisatie, Gush Emunim en andere
(extreem) rechts religieuze groepen. Een belangrijk doel hierbij
was ook het creá‰áren van achterland voor de 2 grote steden Tel
Aviv en Jeruzalem. Veel
nederzettingen worden gebouwd rond deze
steden. Het begint vaak met ideologische, kleinschalige en
strategisch gelegen nederzettingen, die dan later uitgroeien tot
moderne voorsteden met goede verbindingen naar de steden zelf.
Door deze ontwikkelingen ontstaan er 2 horizontale assen. Een
van Tel Aviv naar de Jordaanvallei, Jeruzalem de tweede, met haar
uitgebreide voorsteden. Dit plan realiseert deels de opsplitsing
van de Bezette Gebieden. Er ontstaan 4 gebieden (kantons) met
overwegend een Palestijnse bevolking: het gebied rond Nablus en
Jenin, het gebied rond Ramallah, het gebied rond Hebron en de
Gaza strook (zie kaartje 2). Dit 'kantonsysteem' is politiek
overeenkomstig aan het autonomie-plan, dat voorziet in lokale
districten in Palestina, met hooguit recht op zelfbestuur. Nu al
zijn er reisbeperkingen tussen deze gebieden voor Palestijnen.
'Het 7 sterren plan'
De laatste jaren wordt er ook aan het plan van Sharon gewerkt
dat een nieuwe verticale as inhoud langs de 'groene lijn'.
Hiermee wordt de 'Groene Lijn' langzaam naar het oosten
verschoven. Het plan wordt ook wel het 7 sterrenplan genoemd.
Eigenlijk gaat het niet om 7 maar om 24 sterren (zie kaartje 3).
Momenteel wordt langs deze lijn op grote schaal Palestijns land
geconfisceerd aan beide kanten van de Groene Lijn en druk
bebouwd. Deze sterren, zijn steden die gebouwd moeten worden net
binnen de Groene Lijn, om zich vervolgens in de toekomst te gaan
uitbreiden over de Groene Lijn heen. Deze sterren liggen van
Jenin, langs Ramallah tot Jeruzalem en in een later stadium
verder zuidwaarts tot Hebron. Ook nederzettingen over de grens
zullen hierdoor sterk uitbreiden.
In de jaren negentig zullen we dus de laatste fase zien van de
uitvoering van het einddoel: het ophouden te bestaan van de
Westelijke Jordaanoever als geografische eenheid. Tot nu toe zijn
er geen protesten tegen deze sterren plannen en de uitvoering
daarvan, noch van de VS, noch van links Israël. Toch is duidelijk
dat de bouw van nieuwe steden net ten westen van de Groene Lijn
de voorbode is van uitbreiding naar het oosten.
Terwijl Ariel Sharon's bulldozers in de Bezette Gebieden
onderwerp van veroordeling zijn, zijn ze binnen de Groene Lijn
acceptabel voor zowel links als rechts. Deze scheiding is
kunstmatig en gevaarlijk, want de nederzettingenprogamma's in de
Bezette Gebieden en die langs de Groene Lijn zijn twee zijden van
dezelfde munt. Hun doel is het uitwissen van de Groene Lijn en
het onmogelijk maken van politieke onderhandelingen.
Enkele cijfers
September 1990 woonden er 229.000 kolonisten in de Bezette
Gebieden: 120.000 in Oost-Jeruzalem in 12 nederzettingen, 105.000
op de Westelijke Jordaanoever
in zo'n 175 nederzettingen en 4000
op de Gaza-strook in 22 nederzettingen.
Als we naar de groei kijken: in 1967 tot 1977 zijn er op de
Westelijke Jordaanoever 5000 kolonisten gaan wonen, tussen 1978
en 1989 is dit aantal toegenomen tot 85000 en begin 1991 tot
110.000.
Als we naar het gemiddelde aantal kolonisten per jaar kijken wat
zich in de Bezette Gebieden vestigde: voor 1977 770 kolonisten
per jaar, van 1978 tot 1988 5960 per jaar, de verwachtingen voor
de komende jaren zijn 25.000 per jaar, als de huidige
regeringsplannen worden voortgezet.
De plannen voor de komende 5 jaar om op de Westelijke
Jordaanoever 24.300 huis-units te bouwen, zou het huidige aantal
kolonisten op de Westelijke Jordaanoever meer dan verdubbelen,
tot plm. 235.000. In maart 1991 was reeds meer dan de helft van
dat aantal huizen, nl. 14.800, goedgekeurd voor het fiscale jaar
'91-'92. Recente voorstellen van Sharon houden de bouw in van
106.000 huizen voor 400.000 kolonisten in nieuwe en bestaande
nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, de komende 3-4
jaar. De begroting voor deze plannen komt op 13-14 miljard
dollar. Vandaar dat Israël de leningen van de VS zo hard nodig
heeft.
Oost-Jeruzalem
In januari 1991 woonden er in Oost-Jeruzalem 140.000 Palestijnen
en 120.000 joodse Israëli's (1/3 van de totale joods Israëlische
bevolking van geheel Jeruzalem). Na de zesdaagse oorlog in 1967
is Oost-Jeruzalem meteen geannexeerd. Hierna is op grote schaal
gebied rond Oost Jeruzalem onteigend voor nederzettingen. Nu zijn
de Arabische wijken en een aantal dorpen geheel ingesloten door
nederzettingen. Sharon wil de komende 8 jaar tijd een
verstedelijking van Jeruzalem, wat inhoud dat er 40.000 woningen
gebouwd moeten worden de meeste in Oost Jeruzalem voor joodse
Israëli's, waarvan er 23.000 nu direct gebouwd zouden moeten
worden. De grenzen van Jeruzalem zullen uitgebreid moeten worden
zowel naar het Westen als het Oosten voor de uitbreiding van
industriá‰ále en commerciá‰ále zones. De Joodse
bevolking van
Jeruzalem zal zo met 50% toenemen en er zal een joodse
meerderheid ontstaan in Oost Jeruzalem. Naast de nederzettingen
rond Oost Jeruzalem zijn religieuze kolonisten in de oude stad
van Jeruzalem (Oost) begonnen met de afmetingen van hun grond en
huizen te vergroten, met name in de christelijke en moslim
wijken, Sheikh Jarrah en de Olijfberg.
Immigranten
20 % van de huizen die in de Bezette Gebieden gebouwd zullen gaan
worden zijn bedoeld voor immigranten, er moeten zo'n 40.000
immigranten komen te wonen. Per maart 1991 woonden er al 9000
Sovjet immigranten in de Bezette Gebieden: 3200 in de Westelijke
Jordaanoever en Gaza en 5800 in Oost Jeruzalem. Het ministerie
van Huisvesting ontwijkt de officiële staatspolitiek, die
immigranten niet direct naar de Bezette Gebieden wil sturen
(wegens internationale druk), door de verantwoordelijkheid voor
verhuur en verkoop van huizen over te dragen aan fondsen en
lokale nederzettingen raden en kommissies. In de grotere
nederzettingen zijn Immigration Absorption Committees gevestigd,
die lobbyen, werven en regelen. Het is natuurlijk ook de vraag
hoe lang een immigrant een immigrant blijft. Na een aantal
maanden kan elke immigrant zich net als elke andere joods
Israëlische staatsburger vestigen waar die wil. Wat dit betreft
is de voorwaarde die de VS aan eventuele leningen verbindt, dat
die leningen niet gebruikt mogen worden voor het vestigen van
immigranten in de Bezette Gebieden, flauwe kul.
Bovendien is er sinds de massale komst van de Sowjet joden in
heel Israël een gigantische druk ontstaan op de huizenmarkt. Door
het ontbreken van 'sociale woningbouw' en huurbescherming zijn de
huren dan ook flink omhoog gegaan, in sommige streken in twee
jaar tijd met meer dan 100%. Het gevolg is dat veel mensen
noodgedwongen hun huis moeten verlaten en trekken naar Bezet
Gebied, waar het door aantrekkelijke premies een stuk goedkoper
is.
Internationale wetgeving
De nederzettingen politiek van Israël is ook strijdig met
internationale wetgeving, nog los gezien van meerder VN
resoluties die deze politiek verwerpen. De laatste paragraaf van
artikel 49 van de 4de Conventie van Geneve uit 1949, waarvan
Israël mede-ondertekenaar is, luidt: ‘De bezettende macht
heeft niet het recht delen van zijn eigen bevolking naar de
gebieden, die hij bezet houdt te verplaatsen of te
deporteren.
’Israël heeft destijds heeft daarop het tegenargument verzonnen
dat ‘Kolonisten niet verplaatst zijn, maar zichzelf
vrijwillig in de Bezette Gebieden vestigen’.
Totaal in tegenspraak met deze Conventie is een verklaring die de
Knesset op 5 augustus 1981 goedkeurde:"De regering handelt
ter
versterking, uitbreiding en ontwikkeling van de
nederzettingen".
Verder is er het volgende in de Internationale Wetgeving te
vinden ‘Het is de plicht van de bezettende macht om de
belangen van de bevolking veilig te stellen. Elke handeling
uitgevoerd door de bezettende macht, die niet tot voordeel is ten
doel staat- van de lokale bevolking, en niet absoluut essentieel
is voor de bescherming van de veiligheid van de bezettende macht,
is illegaal’.
Maar ook zijn er diverse VN resoluties zoals nr. 32/5 van
28-10-1977, die verklaarde dat de Israëlische nederzettingen geen
legale status hebben en een ernstig obstakel zijn voor pogingen
die bedoeld zijn om werkelijke, duurzame vrede in het
Midden-Oosten te vestigen.