Het speelkwartier is over

 

Hier enige snel opgeschreven gedachten naar aanleiding van de moord op Fortuyn en vooral de reacties daarop.

 

De moord op Pim Fortuyn brengt een wijd verspreide verrechtsing van de samenleving aan het licht. Al enige uren na zijn dood komen de eerste geluiden dat het de schuld is van links. Zowel linkse actiegroepen als linkse partijen en zelfs een nauwelijks links te noemen Partij van de Arbeid worden ermee bedoeld. Het vreemde is dat links nog nooit zo zwak is geweest . Tegelijkertijd laait de agressie tegen alles wat linkserig aandoet, zoals ook de multiculturele samenleving, fel op.

We leven in een tijd waarin de belangrijkste oppositie tegen de gevestigde orde niet links of progressief is, maar rechts, nationalistisch en/of conservatief. De belangrijkste oppositie tegen de gevestigde politiek in Europa komt uit die hoek. In Nederland is de oppositie tegen paars vooral vertaald in de opkomst van de lijst Pim Fortuyn en Leefbaar  Nederland.

Ook internationaal zien we vooral verzet tegen gevestigde belangen of bevrijdingsstrijd door de conservatieve en fundamentalistische groeperingen. Het lijkt of we in een wereld terecht komen waar rechtse regeringspolitiek wordt bestreden door rechtse of conservatieve oppositie.De ruk naar rechts zal zich in volle vaart doorzetten. De Lijst Pim Fortuyn (LPF) haalt vele zetels, maar dat is het niet alleen. Er heerst grote onzekerheid onder de gevestigde partijen. Deze zullen meer toe gaan geven aan de roep van de straat.

'Nederland is vol' en 'we moeten onze cultuur redden' . Het betekent een verharding in de samenleving tussen vooral autochtonen en allochtonen. Tegelijkertijd heeft extreemrechts zijn kans geroken. Veel aanhangers scharen zich al achter de LPF. Het valt te verwachten dat extreemrechts met vernieuwde energie aan de slag gaat en ook meer invloed gaat krijgen. Voor links is er zwaar weer op komst. Het rechts populisme zal zonder meer ook haar aanhang hebben binnen politiekringen, justitie en veiligheidsdiensten. De geschiedenis geeft ook aan dat in tijden van onzekerheid deze overheidsapparaten eerder een zwenk naar rechts maken. Verwacht niet dat ze kritisch links worden, ze passen in een systeem van rechts denken.

Een van de oorzaken van onvrede is dat velen aanvoelen dat de democratie een schijndemocratie is geworden. Los van de vraag of een parlementaire democratie een daadwerkelijke democratie is, is duidelijk dat de invloed van de burger de laatste decennia sterk afgenomen is. Een klasse van (top-)ambtenaren, bedrijfsleven en politici (die vaak uit het bedrijfsleven komen en daar meestal na de politieke loopbaan in terecht komen) regeren het land, nemen beslissingen waarop nauwelijks nog democratische controle of invloed uit te oefenen is.

Opvallend is dat in de bijlage van de NRC (M-Magazine) van mei 2002 een tiental politicologen (waar onder de professoren Hans Daudt, Bart Tromp, Frank Ankersmitt) tot de eensluidende conclusie komen dat in Nederland wel sprake is van een rechtsstaat, maar niet van een democratie. Verschillende linkse groeperingen hadden die conclusie al jaren geleden getrokken. Zo werd in het door ons uitgegeven pamflet ‘Vlucht naar Voren’ als uitgangspunt genomen dat de democratische staat steeds minder van belang is en dat gezocht moet worden naar andere wegen om democratie te bewerkstelligen, zeker in een geglobaliseerde samenleving. Wat overblijft is een vorm van rechtsstaat die ook internationaal moet gelden.

De problemen die privatisering, bezuinigingen, vooral de afbraak van de zorg, het omvormen van gemeenschapsgezinde burger in een individualistische consument, de internationale wanverhoudingen rijkdom/armoede, met zich meebrengen worden niet opgelost. De gevolgen en lasten zoals van toenemende migratie, de verharding van de samenleving en  toenemende gevoelens van onzekerheid, maken dat burgers vatbaar worden voor een ieder die hen een reddingsboei toegooit. Links lijkt hiertoe niet in staat.

In plaats van antwoorden te geven richt links haar pijlen op onder andere de rechtse populist Pim Fortuyn. Door hem ook nog te vergelijken met Haider en Le Pen en als extreemrechts te betitelen lijkt het erop alsof verder argumentatie en analyse niet meer nodig zijn, extreemrechts is immers fout, dat behoeft geen betoog. Ik ben er niet zo zeker van of Pim Fortuyn zonder meer als extreem rechts te betitelen is. Het is me wel duidelijke dat hij op enkele terreinen gedachten heeft die overeenkomen met extreem rechts gedachtegoed. Het is ook duidelijk dat een groot deel van de aanhang van Pim Fortuyn niet extreem rechts is. Door telkens hem tot extreemrechts te betitelen en op een soort gesundes Volksempfinden in te spelen te waarmee gezegd wordt dat een normaal denkend mens niet op Pim Fortuyn stem voelen mensen zich alleen maar nog meer in de steek gelaten wat hun onvrede betreft. Het versterkt juist het gevoel dat naast de gevestigde politiek vooral alles wat links is voor hen het leven verpest. Het gevolg is een demonisering van links.

De polarisering heeft zich in gang gezet en het einde daarvan is nog niet in zicht.

De polarisering betekent een verharding van standpunten en meer kans op extremere acties die vooral vanuit extreem rechts te verwachten zijn. Extreem rechts is dankbaar op de kar van Pim Fortuyn gesprongen en zal snel proberen haar invloed te vergroten. De kans op politiek geweld neemt toe. Zeker nu Pim Fortuyn gewelddadig om het leven is gekomen, door sommigen gezien wordt als slachtoffer van links en nu een martelaarsstatus krijgt.

Ook de gevestigde politiek is bang over wat komen gaat. Het is een teken aan de wand hoe Kok in zijn eerste toespraak na de moord op Fortuyn er vooral op hamerde de kalmte te bewaren. De afgelopen dagen hebben we gezien dat de LPF overal in de besluitvorming betrokken wordt. Dat kan deels goed bedoeld zijn, maar is zeker ook bedoeld om de LPF in te kapselen. Het vreemde doet zich voor dat terwijl de LPF tot nu toe tegenover de gevestigde politiek stond, er nu al bijna deel van uitmaakt. Er zijn lovende woorden heen en weer. Er wordt geprobeerd de  LPF snel te neutraliseren. Opdat de regerend sociaal-democraten en rechts over kunnen gaan tot de orde van de dag en de verrechtsing die was ingezet  versneld doorgang kan vinden zodat ook het Nederlandse volksgevoel aan haar trekken kan komen en de LPF haar langste tijd heeft gehad.

Wat moeten wij daar als (radicaal) links nu allemaal mee. Ten eerste denk ik dat er een serieuze discussie moet komen. Het gevaarlijkste is om cynisch toe te kijken en de schouders op te halen. Lacherig doen over al die mensen die vol van emotie op straat lopen. Ook lijkt me dat we de ontstane massa beweging met de opkomst van Fortuyn serieus moeten nemen. Hoe kunnen we die onvrede die bij veel mensen leeft een progressieve richting geven? Politiek machtsvorming, openheid, propaganda (het actief verspreiden van ons verhaal) het zijn onderwerpen waar we ons nauwelijks mee bezig houden maar broodnodig zijn. Radicaal links is totaal versplinterd en uiteengevallen in one-issue organisaties en losse individuen. Het individualisme heeft ook binnen ons sterk toegeslagen. We zitten allemaal op onze eigen eilandjes waar we kunnen genieten van de vrijheid.  Is het niet leuk meer dan verhuis je gewoon naar een ander eilandje. Een eilandenrijk vormen en iets van de vrijheid inleveren voor het vormen van een collectief(idee en strategie) zit er nauwelijks in.

Naast activisten heeft intellectueel links zich teruggetrokken achter de borreltafel. In zalen als de Balie en in media wordt fatsoenlijk gediscussieerd. Alsof er veranderen uitsluitend door discussiëren zijn te bewerkstelligen. Van een werkelijke geëngageerdheid met of daadkracht tot radicale verandering is nauwelijks sprake. Er zijn ook steeds meer mensen die zich opstellen alsof ze toeschouwer zijn. Veel gehoorde opmerkingen zijn “wat hebben jullie dan fout gedaan”. Alsof de strijd tussen linkse progressieve politiek en rechtse politiek hen niet aangaat. Alsof de vraag in wat voor wereld we willen leven  hen niet aangaat. Er valt in ieder geval nu zeker iets te kiezen. Misschien zie ik het allemaal te pessimistisch maar ik denk dat de in de jaren zestig en zeventig veroverde ruimte steeds meer en sneller ingeperkt gaat worden. Natuurlijk zijn we als buitenparlementair links er nog en hebben we ook tal van goede ideeën. Pasklare oplossingen heb ik echter niet maar een begin zou zijn als we constateren dat er toch iets fundamenteels ontbreekt aan ons. Er zal weer hard gevochten moeten worden om ruimte te veroveren. Het speelkwartier is over.

 Ed Hollants

Autonoom Centrum