Januari 2002

Exodus: Bush noch Bin Laden

Door Jos Scheren

 

De gebeurtenissen van 11 september en de daaropvolgende oorlog in Afghanistan lijken de opmars van de No-Global-beweging zoals die zich vanaf Seattle, Gothenburg tot Genua had ontwikkeld, voorlopig tot staan te hebben gebracht. No-Global moest toezien hoe de aandacht voor de desastreuze gevolgen van de neo-liberale globalisering verslapte onder druk van de internationale campagne tegen het terrorisme. Bovendien raakte de beweging verdeeld over de beoordeling van het  (anti)terrorisme.

In het onderstaande wil ik proberen een aantal inzichten te ontwikkelen over terrorisme en anti terrorisme sinds 11 september. Daarbij zij voor alle duidelijkheid opgemerkt dat mijn ideeën ontstaan in dezelfde wereld waarin zich ook auteurs als Michael Hardt en Toni Negri met hun No-Global boek ‘Empire’ bevinden.

I  Een nieuw rijk

Om ons heen heeft zich iets nieuws ontwikkeld. Stromen van geld, goederen, arbeidsvermogens en beelden zijn grenzeloos geworden. Er is geen regering die ze meer controleert en ze worden door geen staatsgrens beperkt. Koloniale regimes bestaan er al lang niet meer, terwijl de grenzen tussen de Sovjet-Unie en de kapitalistische markt sinds 1992 zijn verdwenen. Het gevolg één wereldmarkt, een onstuitbare en onomkeerbare globalisering van economische en culturele processen. Er lijkt een nieuw soort rijk op aarde te zijn neergedaald.

Het nieuwe rijk sterft van het leven. Het vernieuwt zich constant.

Het werkt als een wereldwijd opererende onderneming die uiterst flexibel op talloze externe en interne parameters reageert. Beiden kennen een continue drang tot reorganisatie, die ze alleen maar kunnen doorvoeren als ze zich vrij over de wereld kunnen bewegen, niet gehinderd door nationale overheden.

Veel van het statenloze rijk is nog onontdekt; zijn omtrekken zijn nog vaag. Het is op het moment makkelijker om te zeggen wat het niet is dan wat het wel is. Het heeft bijvoorbeeld geen centrum. Er zijn geen landen meer in de wereld die om hun grondstoffen en arbeidskracht vanuit een koloniaal centrum veroverd worden. De moederlanden zijn verdwenen. Er bestaat geen periferie meer, geen binnen en buiten zoals in de dagen van het oude kolonialisme.

Michael Hardt en Toni Negri hebben het risico genomen om het nieuwe rijk een naam te geven: Empire*, op het gevaar af dat het daarmee wordt beschouwd als iets wat afgerond en gevestigd is. Want dat is het nou juist niet. ’Empire’ is geen verklaring voor hoe de wereld nu werkelijk in elkaar zit of hoe slecht ze eigenlijk is. ‘Empire’ functioneert eerder als een bruikbare kaart voor oriëntatie onderweg. Die kaart kan altijd weer gewijzigd worden en uitgebreid als zich iets nieuws voordoet.

De oude scheidingen tussen staten en volkeren zullen moeten verdwijnen. Zo nodig zal daarbij ingegrepen worden. Niet in het belang van één land, dat is de oude, nationalistische geschiedenis . Nee, de hele wereld zal, zoals op 11 september 2001 gevaar lopen of de rechten van alle mensen, zoals in Kosovo en in Macedonië. Daarmee ontstaat ook een heel nieuw type ingrijpen, een humanistische oorlog die volgens zijn woordvoerders altijd ‘helaas’ gevoerd wordt. Het leger dat die oorlog voert, zal vanaf nu alleen nog maar een vredesmacht zijn, een soort morele politie, wereldwijd strijdend tegen racisme, nationalisme en terrorisme: make love, not war.

Terroristen daarentegen willen geen mens meer zijn, geen wereldburger en veroorzaken continu uitzonderlijke onmenselijke situaties, zodat wel ingegrepen moeten worden. Door een vredesmacht, niet door een leger. Zoals in Servie, waar voor de eerste keer in de geschiedenis van de mensen en hun vliegtuigen bommen werden gegooid uit naam van de mensenrechten. Of zoals in Afghanistan waar uit de vliegtuigen beurtelings bommen en voedselpaketten vielen.

Als het nieuwe rijk al zoiets als een rechtsorde zal kennen, dan zal het een variabele orde van uiterst flexibele mensenrechten zijn. Iedereen zal zich aan die mensenrechten moeten houden. Wie dat niet horen wil, zal de onverbiddelijkheid van het humanistisch ingrijpen moeten voelen.

II  Harteloos

Op 11 september is ongetwijfeld iets nieuws gebeurd maar met welke gevolgen voor het  globale statenloze Empire? Is dat systeem op 11 september in zijn hart getroffen? Dat valt te bezien. Dan moet het immers wel een hart hebben. Maar waar bevindt zich dat dan? In Londen, Tokio, Singapore, Frankfurt, Hong Kong of New York? Toegegeven, het zijn allemaal belangrijke knooppunten in de globale economie, maar geen vormt het allesbeheersende centrum ervan. En Londen is niet eens het centrum van Groot-Brittanië terwijl New York nog maar heel weinig met Amerika te maken heeft. Deze steden bevinden zich in niemandsland. Zij hebben geen vaderland meer, daarvoor zijn hun economische activiteiten te transnationaal.

Maar al is er ook geen centrum, als er een storing optreedt in een van de knooppunten, dan verspreidt zich die als een virus over het hele systeem. Dat is het gevolg van de manier waarop het Empire is geconstrueerd. Zijn economische en culturele verhoudingen maken het zowel wereldomvattend als kwetsbaar.

Er is nog iets anders waardoor het systeem zo kwetsbaar is: mogelijke stoorfactoren zijn moeilijk te lokaliseren. De storingen komen niet van buitenaf, daarvoor is het Empire te globaal is. Ze verrassen van binnenuit zoals op 11 september bleek.

Neem Bin Laden – dat de mensenrechten hem mogen treffen! - die het brein achter de aanslagen in New York en Washington zou zijn. Waar komt hij vandaan, of belangrijker waar is hij? Hij kan overal zijn. En zijn trawanten, de nieuwe barbaren. Waar komen die vandaan? Of misschien doet dat er niet toe. Maar waar zijn ze dan nu, nu een groot deel van hen Afghanistan is ontvlucht?  Ze moeten toch ergens zijn. Ze kunnen niet van buiten komen, want een buiten is er niet meer. Ze moeten wel van binnen het Empire komen, maar waar in dat rijk?

Als Bin Laden voor het nieuwe rijk de man van 11 september is, dan is hij ook de man van het rijk. Gesteund aanvankelijk door de Amerikaanse geheime dienst tijdens de Russische bezetting van Afghanistan, rijk geworden in de oliehandel en rijk gebleven door te speculeren op de financiële wereldmarkten. Speculatie mogelijk gemaakt door de liberalisering van geldstromen die in de negentiger jaren op gang was gekomen en die een van de belangrijkste economische kenmerken van het Empire is.

Mogelijk, maar vooralsnog onbewezen, heeft Bin Laden geld geïnvesteerd in de opleiding van piloten, die in vliegtuigen vliegen, waaraan het Empire grenzeloos behoefte heeft, en die landen en vertrekken op talloze luchthavens, deze non-places die van iedereen en niemand zijn, even machtig als kwetsbaar.

Dat er een reactie kwam op de aanvallen van 11 september was een ding dat zeker was. De aanvallers rekenden er vast op dat de aangevallenen zouden terugslaan, wat ook gebeurde. Maar het probleem was en is hoe die reactie in overeenstemming te brengen met het globale karakter van het nieuwe systeem. Dat kan zich niet alleen maar beveiligen, wat immers tegen zijn grenzeloze natuur zou zijn. Maximale beveiliging zou de variabele geld-, goederen- en informatiestromen, de vliegtuigen, luchthavens, global cities blokkeren.

Nu kan wel geroepen worden, met name door de Amerikaanse regering  dat het terrorisme van 11 september kost wat kost moet worden uitgeroeid, maar of dat binnen de huidige verhoudingen in de wereld zo makkelijk is? Kost wat kost kan een vijandig leger vernietigd worden, of een  ander land bezet. Maar het huidige terrorisme is daarvoor te ongrijpbaar. Het bevindt zich niet in een aanwijsbaar buitenland, maar is net zo globaal als de activiteiten van de anti terroristen zelf.

Zij, de anti terroristen moeten zorgen dat de geld-goederen- en beeldenstromen zich over de hele wereld blijven bewegen. Het zou tegennatuurlijk zijn als het Empire zich verschanste. Zijn problemen kan het alleen maar oplossen door ze in zijn ontwikkeling op te nemen en door zich te vernieuwen. Het Empire  heeft  geen keus, het moet zijn grenzen telkens overschrijden en toch hopen controle te houden. Het moet experimenteren, hopen dat het goed gaat, want het kan niet in de toekomst kijken, laat staan de toekomst beheersen.

III  Amerika, Amerika

Met Amerika heeft No-Global het op het ogenblik moeilijk. De ideeën van de beweging over de aard van de globalisering zijn niet een, twee, drie te verenigen met het beeld van de USA als enige overgebleven supermacht. Als de betekenis van staten afneemt, hoe is dan de prominente rol mogelijk die de USA zeker sinds 11 september claimen? En wat is eigenlijk de verhouding tussen de USA en het globale Empire?

Wat ook de economische en militaire bijdragen van de USA zijn geweest tot de vorming van het Empire, er lijken ook nog altijd een factoren binnen de USA als natie werkzaam te zijn die haaks staan op de ontwikkeling van het Empire.

Om een factor te noemen: het probleem van de controle. Het Empire ontwikkelt een dynamisch arsenaal aan controle over een gedifferentieerde wereldbevolking, die in haar bestaan innovatief moet kunnen blijven. Die controle moet een zekere dosis onvoorspelbaarheid en (netwerk)autonomie accepteren,  wil zij zich kunnen vernieuwen en effectief zijn. Precies hier zit het probleem voor de USA als natie. In flexibele controle zijn ze niet nooit erg goed geweest.

Een voorbeeld: veel, zoals het heet, terrorisme-experts zijn het erover eens dat een organisatie als Al Qaeda niet vernietigd kan worden en dat men er zich maar beter op kan instellen haar zo veel mogelijk te controleren. Al Qaeda werkt niet zoals de regering-Bush suggereert met een duidelijke hierarchie, met een centrum en een  periferie. Wie er precies deel van uitmaken is niet duidelijk, net zo min als wat het wil zeggen, deel uitmaken van Al Qaeda.

Op grote afstand, vanuit het perspectief van het Witte Huis bijvoorbeeld,  lijkt deze organisatie nog wel enigszins identificeerbaar, maar confronteert men zich intensiever ermee en  komt men er dichterbij, dan wijkt ze, komt er weer een verbinding bij en weer een en wordt het een onbegrensd netwerk zonder identiteit.

Dus blijft de vraag wat Al Qaeda eigenlijk is: wie maakt er deel van uit en wie niet en wie bepaalt dat en wat moet men doen en denken en zeggen, wil men er deel van uit maken en weet men wanneer men er deel van uitmaakt.?

De oorlog tegen een netwerk  kan niet gewonnen worden, dus kan hij ook maar beter niet verklaard worden, volgens de experts. Zo’n niet te winnen oorlog is energieverslinderd en werkt in alle opzichten blokkerend. Het resultaat, zo verwacht men, zal even negatief zijn als de ‘War on drugs’ , die voor de USA door al te massieve middelen en onproductieve moraal en retoriek waarin men zelf verstrikt raakte, ook mislukt is.

Massief, niet gedifferentieerd en evenmin flexibel is ook het huidige antwoord van de USA op de aanvallen van 11 september. Zij hebben Afghanistan aangevallen, maar hun oorspronkelijke doel: de opsporing van Bin Laden, is niet bereikt. De ontmanteling van het Al Qaeda-netwerk is geen doorslaand succes omdat veel Al Qaeda-strijders uit Afghanistan zijn ontsnapt of zich al eerder ergens anders bevonden.

De financiële doelstelling om de geldstromen van Al Qaeda en andere organisaties te blokkeren, zal evenmin door de USA gehaald worden. Allereerst omdat ook deze doelstelling te massief is: de miljarden van Al Qaeda waren helemaal niet nodig om een operatie als die van 11 september te bekostigen. Met minder dan een miljoen dollar bleek het mogelijk New York en Washington aan te vallen. Bovendien zijn de tegoeden van Al Qaeda lang niet allemaal op te sporen in een geldeconomie die tot in zijn capillaire uiteinden sinds de jaren negentig is geliberaliseerd.

IV  Woorden en nog eens woorden.

No-Global verzet zich niet om nationalistische of separatistische motieven tegen de huidige vormen van globalisering. De beweging vindt juist dat geen enkele staat de wereld meer kan beheersen omdat de grote tijd van de staten, zelfs van de Verenigde Staten voorbij is. No-Global is zelf uiterst global: er is een wereld, waarvan de rijkdom door geen elke staat, zelfs het nieuwe Empire niet, te bevatten is. Daarom is er ook geen reden meer om zonder meer anti Amerikaans te zijn.

Maar is dat globale idee van No-Global niet in strijd met wat vanaf 11 september aan Amerikaans optreden te zien is geweest? George Bush jr. heeft toch ondubbelzinnig duidelijk gemaakt dat ‘Wij, Amerika, de wereld naar de overwinning zullen leiden in de strijd tussen goed en kwaad, tussen democratie en terrorisme, tussen mensenrechten  en fanatisme.’ ?

Maar de vraag is hoeveel waarde aan dit soort woorden moet worden toegekend. Natuurlijk, ze worden makkelijk gezegd. Ze zijn een oud maar bruikbaar erfgoed voor elke Amerikaanse president en ze bevestigen even gemakkelijk ook de verwachtingen van iedereen die al sinds jaar en dag verontwaardigd is over de genadeloze Amerikaanse superioriteit in de wereld.

Maar woorden als ‘ de strijd tussen goed en kwaad, tussen mensenrechten en fanatisme’ geven toch nauwelijks enig inzicht in wat er werkelijk gebeurt. Ze zeggen weinig  over de vele problemen die ook de VS hebben en die moeten worden opgelost met inzet van vele middelen: er moet een vijand gevonden worden, de eigen bevolking moet van de meedogenloosheid van de vijand worden overtuigd en toch niet in paniek raken, er moet meer beveiliging komen zonder de geliberaliseerde wereldeconomie te beperken, de inlichtingendiensten die 11 september absoluut niet hadden voorzien en die nu weer niet in staat zijn om Bin Laden te vinden, moeten gereorganiseerd worden. enz.

Al de energie en al het werk die nodig zijn bij de oplossing van bovenstaande problemen, zijn vrijwel niet terug te vinden in een persconferentie van Bush of Blair, laat staan van Kok. Niet zo zeer omdat ze hun werkzaamheden proberen te verdonkeremanen, maar vooral omdat geen enkele woordvoerder in staat is de werkelijke omvang van alle activiteiten uit te drukken. Er gebeurt zoveel op zo veel plaatsen en door zoveel mensen tegelijk, dat de woorden van Bush en Blair en de anderen een erg onnauwkeurige graadmeter zijn voor al die energie.

Dat heeft consequenties voor iedereen die denkt een mening te moeten hebben over 11 september en de oorlog in Afghanistan:

Neem aan iemand ontdekt dat de wereld toch gecompliceerder is dan hij eerst dacht. De wereld is veranderd. De oorlog in Afghanistan, maar in feite ook die al in de Golf of in Yoego-Slavië zou iets anders zijn dan bijvoorbeeld de oorlog die de Verenigde Staten in Vietnam uitvochten. Nu vechten de VS voor mensenrechten, vrijheid en tegen het terrorisme, vindt hij.

Graag of niet, hij moet partij kiezen , wil Bin Laden niet de kans krijgen de beschaving te vernietigen. Het terrorisme zal daarom radicaal bestreden moeten worden, te beginnen in Afghanistan. Hij is het, mogelijk met tegenzin, eens met Amerika.

Maar waar is hij het mee eens als hij zegt het Amerikaanse optreden te steunen? Met de woorden van de Amerikaanse woordvoerders, met hun pretenties of met wat ze doen? Maar hoe weet hij zo zeker wat zij eigenlijk doen?

Aan hun woorden heeft hij weinig houvast. Die zijn erg tegenstrijdig. Het terrorisme ‘kost wat kost vernietigen’ bijvoorbeeld , het klinkt wel goed in zijn oren, maar het zal niet gebeuren. De ene keer heette de vijand met name Bin Laden, dan was het weer meer de Taliban. Er zou vergelding komen voor de aanvallen van 11 september, werd hem gezegd. Maar als we blind aanvallen, zo luidde de volgende formulering, lopen we in de val van de terroristen. We moeten de grondwettelijke rechten niet aantasten, dat is wat de terroristen willen. En dan weer: de terroristen zijn onder ons, we zullen daarom legitimatieplicht moeten invoeren.

Wat moet hij nu in hemelsnaam denken? Waar moet hij zijn mening op baseren en waar heeft zijn mening betrekking op?

Als hij verstandig is, heeft hij geen mening maar verschaft hij zich een paar bruikbare nieuwe ideeen om te deserteren uit de spookachtige oorlog die terroristen en anti terroristen samen voeren.

V  Twee, drie, vele Vietnams

Het idee van de USA als destructieve supermacht is ontstaan tijdens de Vietnam-oorlog en was op dat moment productief omdat aan het begin van die oorlog nog steeds het starre beeld overheerste van de USA als bevrijders in 1944 en ‘45 van West-Europa. Zo’n vrijheidslievend land kon zich nu opeens toch niet als een aggressor in Azië gedragen? Pas de Vietnam-beweging in 1968 had de kracht zich van dat mythische beeld van de Amerikaanse bevrijders te bevrijden. In eerste plaats was het de Amerikaanse beweging zelf en daarbij aansluitend de internationale anti oorlogsbeweging die bijdroeg tot de Amerikaanse nederlaag in Vietnam.

Maar het toen nieuwe concept van de Vietnam-beweging van de USA als imperialistische supermacht heeft voor No-Global zijn tijd nu definitief gehad. De ordening van de wereld is veranderd, zoals vanaf de Golf-oorlog bleek, als ook de plaats van de USA in de wereldorde. Zij zijn gedwongen geweest om van hun nederlaag in Vietnam en op hun eigen territorium – twee, drie, vele Vietnams! –de gevaren van een imperialistische project te leren onderkennen. Zij konden niet blijven wie ze waren. Werd Vietnam nog massaal binnengevallen door een landleger, nauwelijks een Amerikaan die in 1992 voet zette op Irakees grondgebied of die in 1993 – Restore Hope-  in Somalië bleef. In Afghanistan is dat zo gebleven.

Zou No-Global onder druk van de huidige omstandigheden terugvallen op het oude idee van Amerika als allesoverheersende supermacht is, dan gaat de beweging niet alleen voorbij aan de ervaring uit 1968 dat ook Amerika opeens een papieren tijger kan blijken voor wie elke oorlog altijd weer een risico is, maar dan doet zij zich zelf tekort, want er is altijd, toen en nu, meer dan een macht in deze wereld.

VI  Al Qaeda

De beoordeling van de rol van de USA sinds 11 september is voor No-Global een opgave. Ondanks de nieuwe inzichten in de globalisering, dreigen nog steeds de oude beelden terug te komen van de USA als allesbeheersende supermacht. Maar niet alleen de USA vormen een probleem, ook hun gezworen vijanden, Al Qaeda, zorgen voor verwarring binnen No-Global.

Sommigen in die beweging willen met alle twijfel die ze verder ook over Al Qaeda mogen hebben, graag geloven dat de activiteiten van Al Qaeda een uitdrukking zijn van de ongelijkheid en de armoede, veroorzaakt door de globalisering.

Maar als Al Qaeda gezien moet worden als een organisatie die zich verzet tegen de gevolgen van de globalisering, hoe dat dan te verenigen met de steun die Al Qaeda aanvankelijk van Amerika en Pakistan heeft gehad in de strijd tegen de Russische aanwezigheid in Afghanistan? En hoe moet de daaropvolgende zelffinanciering van Al Qaeda dan gezien worden?

Nadat de Amerikaanse steun niet meer nodig was door de val van het pro-Russische regime in Afghanistan en door de val van het hele staatscommunisme in 1991 is Al Qaeda toch blijven bestaan. Het bleek verdergaande plannen te hebben die het bekostigde door financiële speculatie op de geliberaliseerde internationale geldmarkten.

Wat de verdergaande plannen van Al Qaeda waren? Vermoedelijk nieuwe leidende elite worden in een aantal Arabische (olie)staten door de regerende monarchen van hun troon te stoten. Deze machthebbers  hadden zich vanaf de Golf-oorlog in de ogen van  hun bevolking gecompromiteerd door zich militair en economisch aan de USA te binden.

Hoe Al Qaeda zijn plannen wilde verwezenlijken? Door de steun te krijgen van grote groepen van de Arabische bevolking en zo de gecompromiteerde machthebbers te isoleren. Een rechtstreekse aanval op de USA  zoals op 11 september zou passen in die plannen want het zou de Arabische monarchen in grote problemen brengen: De USA zouden ongetwijfeld terugslaan, maar als zij dan hun Amerikaanse bondgenoten zouden blijven steunen, zou hun eigen bevolking zich verder van hen afkeren.

Tot op heden hebben de monarchen nog geen duidelijke keuze gemaakt met als gevolg dat en de Amerikanen en de eigen bevolking hen nog meer wantrouwen.

Al Qaeda is een macht, die alles in het werk moet stellen om een macht te blijven: met andere machten concurreren, geld verdienen, strijders rekruteren, sympathisanten vinden, een basis vormen, de angst bezweren dat de basis verloren gaat, zinnen maken over een heilige oorlog. Dat is wat Al Qaeda zoal moet doen om Al Qaeda te blijven en het liefst om zich uit te breiden.  En een van de manieren om dat te doen is om passende vijanden te vinden. Vandaar dat Al Qaeda een beeld heeft gepropageerd van de USA als de meedogenloze alleenheerser van de wereld, terwijl in werkelijkheid de USA  een afgeleide rol spelen in de Al Qaeda-plannen om zelf in de Islamitische wereld leidinggevend te worden.

VII  Exodus

Net zo min als de regering-Bush in staat is zich een realistisch beeld te vormen van een netwerk als Al Qaeda, heeft dat laatste een idee wat Amerika is. De aanval van 11 september op Manhattan en Washington wordt door de aanvallers met hetzelfde nationalistische woord ‘Amerika’ gelegitimeerd dat hun gezworen Amerikaanse vijanden zo dierbaar is. Maar beiden creëren verwarring en No Global doet er goed aan om zich zowel verre te houden van de USA als van Al Qaeda.

De USA zijn niet de alleenheerser over de wereld, wat zij of Al Qaeda ook beweren. En de oorlog die ze met elkaar voeren, is niet de oorlog tussen een supermacht en een organisatie die de verworpenen der aarde vertegenwoordigt.

De USA en Al Qaeda hebben zich in elkaar vastgebeten en zijn ze in elkaar verstrikt geraakt. Ze lijken te veel op elkaar dan goed voor No-Global is. Samen voeren ze een oorlog die de autonomie van die beweging bedreigt.

Hoe aan die bedreiging te ontkomen? Door de USA en Al Qaeda samen hun oorlog te laten uitvechten. Er is geen enkele reden om daarin partij te kiezen, of om een mening te hebben voor of tegen deze spookachtige oorlog.

Een mening hebben over de oorlog, dat kan iedereen. Maar een nieuwe weg vinden om uit zo’n oorlog deserteren, dat is pas kunst. De kunst van de Exodus: vluchten door iets nieuws te maken. Voor No-Global betekent het doorgaan met waar het goed in is: elkaar overal in de wereld ontmoeten en via talloze middelen, media met talloze menigtes communiceren, zoals in Seattle, Gothenburg en Genua. Niet meer machteloos verontwaardigd zijn over onrecht, armoede en oorlog maar de wereldwijd  bestaande vermogens benutten om een andere werkelijkheid te maken.

Jos Scheren.

*M.Hardt, T.Negri. Empire, Cambridge, 2000.

www.freewhere.nl