Nood aan zelfkritiek

bron De standaard

11/10/2001
MARGARET Thatcher pakte de verkeerde mensen aan toen ze uithaalde naar de vooraanstaande Britse moslims. Hun reactie op de wreedheden in Amerika was niet het probleem. De vrijzinnige intellectuelen binnen de moslimwereld, zij zijn het over wie we ons zorgen moeten maken. Zij zijn doeltreffend monddood gemaakt.

Zelfs in Indonesië, waar gematigde moslims nu theoretisch de bovenhand zouden hebben, wordt gezwegen uit angst voor een islamitische reactie. In andere moslimlanden, die onverdroten gepaaid worden als bondgenoten van het Westen, is de positie van sceptische, vrijzinnige denkers nog onmogelijker. Zij worden verpletterd tussen islamisten enerzijds en min of meer gewelddadige, autocratische regeringen anderzijds. Ze kunnen geen kant kiezen zonder hun principes te verraden. Niettemin kan elke onafhankelijke kritiek hen het leven kosten. De meesten kiezen dus -- begrijpelijk -- voor zwijgen.

Hier in het Westen kun je tenminste zeggen wat je wil zonder dat je wordt vermoord. Daarom was het ook zo deprimerend om de lange lijst reacties van intellectuelen op de recente gebeurtenissen te lezen in de London Review of Books . Ze waren er allemaal: professor zus, hoogleraar zo. Ze gingen tekeer tegen ,,cowboy'' president Bush, de botheid van Hollywoodfilms, de oorlog in Vietnam, de door de VS gesponsorde mondialisering, het kapitalisme, en uiteraard de Amerikaanse en Israëlische wreedheden tegen Irakezen en Palestijnen.

Hun opmerkingen waren niet onterecht. Maar de zelfgenoegzaamheid waarmee de meesten onder hen hun vrijheid verkwanselen door gewoon niet te snappen waarover het hier in wezen gaat, deed me walgen. En toch schrijven ze alsof ze ongelooflijk moedig zijn, alsof het Amerikaanse buitenlandse beleid beoordelen of het Engels van George Bush belachelijk maken een teken van gedurfde dissidentie is. Waarom kreeg niemand zichzelf zover te schrijven dat het probleem in Irak niet vader of zoon Bush heet, maar Saddam Hoessein? Waarom merkte bijna niemand op dat het grootste probleem in het Midden-Oosten niet Israël of de mondialisering is, maar de tirannie van eigen bodem? In Londen of Cambridge kun je dat zeggen. In Bagdad of Teheran niet.

En als onze westerse denkers niet in staat zijn tot kritiek op niet-westerse dictators, waarom nam de London Review of Books dan geen enkele vrijzinnige Arabische denker op? O ja, er was er één: Edward Said. Hij schrijft altijd de juiste dingen, daar kun je van op aan. Hij is een van ons, zou Thatcher zeggen. En inderdaad, hij schrijft over de pogromsfeer tegen Arabieren in de VS, Amerikaans geweld tegen onschuldige Irakezen, en de Palestijnse kwestie.

Maar af en toe staat Said ook kritisch tegenover de neiging van Arabieren om alles te wijten aan het westerse imperialisme. Een van Saids felste critici, de Irakese geleerde Kanan Makiya, merkte op dat het vrijzinnige gedachtegoed in het Midden-Oosten in 1967 een enorme dreun kreeg door de Arabische nederlaag in de oorlog tegen Israël. Volgens hem zwelgen de Arabieren sindsdien meer en meer in een ,,ziekelijke, gedachtedodende wrok'' en geven ze het Westen de schuld van al hun problemen. Er is dringend nood, betoogde hij, aan een ,,nieuw, zelfkritisch discours''.

Aangezien Said het daarmee eens lijkt, was ik benieuwd naar wat hij zou zeggen tegen een Arabisch publiek. Al Ahram , een weekblad in Caïro, neemt geregeld stukken van hem op. Over deze kwestie publiceerde het een uitgebreidere versie van Saids artikel in de London Review of Books . En warempel, aan het einde van het stuk, bijna als een postscriptum, zegt Said inderdaad dat de Arabieren meer ,,zelfkritiek'' moeten hebben, toleranter moeten zijn tegenover anderen en een seculiere politiek meer moeten steunen. Vreemd genoeg werd dit stuk weggelaten in de London Review of Books .

Het gros van het artikel in Al Ahram is echter een langere en extremere litanie tegen de zonden van Amerika. Er hangen ,,tastbare haatgevoelens'' tegen Arabieren in de lucht in de VS, en er is zelfs sprake van het droppen van kernbommen op de moslims. De gewelddadige minachting voor Arabieren en moslims wordt aangewakkerd door Hollywoodfilms, joodse lobbygroepen en pro-Israëlische ,,afschuwelijk racistische'' tijdschriften als New Republic , en ,,bloeddorstige'' columnisten in The New York Times . Hoewel de bondgenoten Bush hebben ,,gedwongen'' zijn ambities te temperen, lijkt ,,een grootscheepse oorlog in de maak''.

Laten we hopen dat de huidige oorlog in Afghanistan zich niet verspreidt over het hele Midden-Oosten. Maar als ik dit zou lezen als Arabische student in Caïro, dan zou ik alle redenen hebben om te denken dat verdraagzaamheid en zelfkritiek misschien wel mooi zijn, maar dat mijn vijanden duidelijk in het Westen zitten en niet thuis. Als een wereldberoemde Arabische intellectueel in New York zoiets schrijft, dan moet het wel waar zijn. En het nieuwe, zelfkritische discours zou dan verder weg lijken dan ooit.

(Ian Buruma is de auteur van onder meer 'De spiegel van de zonnegodin' en 'Anglomanie', uitgegeven bij Atlas, Amsterdam.)