mei 1998
 

Maanlandschap

Voor wie van verkiezingen houdt kan 1998 niet meer stuk. Er zijn nog geen vijf maanden voorbij of men heeft al twee of soms zelfs drie keer mogen kiezen. Maar kiezen uit wat eigenlijk?

De opkomst bij de gemeenteraads verkiezingen in maart was zo laag dat een staatssecretaris wiens naam iedereen ontschoten was aankondigde dat er een onderzoek naar zou worden ingesteld. De staatssecretaris verzekerde zich zo van de jaarlijkse portie publiciteit dat een functie als deze nu eenmaal met zich meebrengt. Tegelijkertijd maakten politici in Den Haag daarmee duidelijk hoe groot de afstand is geworden tussen bestuurders en bestuurden. Het zou beter zijn geweest een kritisch zelfonderzoek te starten.
De afstand tussen bestuurders en bestuurden was op lokaal niveau niet kleiner. In Amsterdam bijvoorbeeld haalde de politieke kaste de schouders op over het feit dat nog niet de helft van de stemgerechtigden was opgekomen. Het opkomstpercentage betekende immers niet dat ook het aantal te verdelen zetels halveerde, dus wat maakte het nu eigenlijk uit? De grootste opschudding in Amsterdam v¢¢r de verkiezingen was de ontdekking van D66 dat een stem op de VVD een stem tegen allochtonen is, iets dat de rest van Nederland al veel langer weet en daarmee een niet onbelangrijke reden voor de groei van het aantal stemmers op de VVD. De grootste opschudding n de verkiezingen was dat de uitslag in Amsterdam pas om twee uur 's nachts bekend kon worden gemaakt omdat de computers het lieten afweten. De programma's waren geleverd door hetzelfde bedrijf dat verantwoordelijk is voor een miljoenenstrop bij de gemeentelijke sociale dienst door gebrekkige automatisering. Niet dat dat fiasco overigens een rol speelde in de verkiezingsstrijd. Ook andere fiasco's niet. Eigenlijk speelde helemaal niets een rol. Er was geen enkele discussie over grote items (de uitbreiding van Schiphol, de verdichting van de stad, werkeloosheid, sociale tweedeling etc.). De programma's leken veel op elkaar: meer veiligheid, meer werkgelegenheid, betere ouderenzorg, beter onderwijs.En meer diversiteit, maar liever niet in de verkiezingsstrijd, want oh, wat willen we graag regeren met de PvdA. En zo beleefde Amsterdam de meest saaie verkiezingen ooit, door de stemmers beloond met massaal wegblijven. Gelukkig was het slecht weer. Je kunt als lijsttrekker toch moeilijk jezelf de schuld geven.
Hetzelfde probleem speelde bij de Tweede Kamer verkiezingen. Wel was al snel duidelijk dat ook deze verkiezingen nergens over gingen, behalve over de vraag met wie Kok of Bolkestein het de komende vier jaar zou gaan doen en of ze het zouden doen met D33 of D22. Het ging niet over idee‰n over hoe de samenleving er uit zou moeten zien, het ging niet over grote items. Er is geen inhoudelijke campagne gevoerd. Gevoelige onderwerpen werden vermeden. Het vreemdelingenbeleid mocht helaas geen verkiezingsitem zijn. De 'euro' ook niet. Belastingen evenmin. Inzet van de Tweede Kamer verkiezingen was niet een beleid, het ging er slechts om dat iedereen liet zien graag mee te willen regeren en verantwoordelijkheid te willen dragen. Ook Groen Links ging overstag; de partij wilde zo graag serieus genomen worden dat zij bijvoorbeeld de uitgangspunten van het huidige vreemdelingenbeleid heeft geaccepteerd en nog wat binnen de marges daarvan wil rommelen. Als een kind zo blij was de partij met de berekeningen van het CPB, waaruit blijkt dat ook 'groene' politiek banen oplevert. Het is duidelijk dat Groen Links de banken van de principi‰le oppositie heeft verlaten en dat van de partij geen wezenlijke bijdrage meer is te verwachten voor fundamentele veranderingen. Het CDA was als grootste oppositiepartij zo in de war van de politieke leegte die door paars is veroorzaakt, dat de partij het eerste kabinet-Kok tegelijkertijd links en rechts probeerde in te halen. 
Probleem bij verkiezingen als deze was natuurlijk dat het erg goed lijkt te gaan in Nederland. Het poldermodel wordt overal luid bejubeld. Nederland is de braafste leerling in de EMU-klas. Er is bijna geen sociale onrust. Het is alsof de wegen tot in de hemel groeien. Iedereen lijkt alweer vergeten dat het succes van het poldermodel voornamelijk neerkomt op creatief rekenen. Zo is de werkeloosheid in Nederland vooral afgenomen door honderdduizenden niet langer als werkloos te defini‰ren. Tienduizenden anderen zijn tewerkgesteld binnen allerlei vreemde regelingen. Over de toenemende tweedeling in de maatschappij wordt nauwelijks meer gepraat. Er wordt slechts repressief op gereageerd. De controle van de zijde van de overheid en het bedrijfsleven neemt enorme vormen aan. Controle, bureaucratie en verborgen werkloosheid zijn niet langer de exclusieve verworvenheden van de communistische heilstaat.
Het poldermodel heeft een grote schaduwzijde. Velen weten dat die er is, maar laten zich verblinden door de zijde die we steeds weer krijgen voorgeschoteld. We kijken niet anders naar de polder dan naar de maan. En zo zijn we met z'n allen ook de verkiezingen ingegaan. De grootste vraag was wie er straks de eerste man op het maanlandschap zal zijn. We hadden de keuze uit een boekhouder met een vakbondsverleden en een man die zo dom is dat hij door zijn werkgever de politiek werd ingestuurd. Meer verschillen leken er niet te zijn. En om ideeën gaat het al lang niet meer. Saai.