Grenzen aan hulpverlening, mei 1999

AC-bijdrage voor het engelstalig Utopian Communities and Sustainability-boek van de UvA. (december 1998)

Netwerken in Amsterdam (december 1998)

Europa achter prikkeldraad (mei 1998)

Hulpverlening onder druk (januari/februari 1998)

No pepers (december 1997)

Eigen Haardige regels (april 1997)

Werken aan een Europees netwerk (april 1997)

Samenwerken en netwerkvorming (december 1996)

Medische hulp aan illegalen (1996)

Wat is het SNIN? (november 1994)

Huize Valentijn, opvang voor minderjarige alleenstaande asielzoekers (december 1992)



1996

Pleidooi voor vrije migratie

HET AUTONOOM CENTRUM WIL VERZET TEGEN HET VREEMDELINGENBELEID VERENIGEN MET HET OPZETTEN VAN EEN ALTERNATIEF. ZONDER VOORHOEDE-IDEE GAAT MEN OP CREATIEVE WIJZE DE CONFRONTATIE AAN VOOR EEN ANDERE SAMENLEVING EN VRIJE MIGRATIE. GEEN WETENSCHAPPELIJKE, MAAR EEN ACTIEVE BENADERING.

ZE SCHOOT ALDOOR IN DE LACH

"Rondedansen, indianengehuil, en ander uitzinnig gedrag in de keuken van onze woongroep. Feest, taartjes! Of die lekkere hapjes die zij voor ons had meegebracht. Ze woonde al niet meer bij ons, maar kwam eten, en precies die dag kwam ook de brief van de advocaat op ons adres binnen. Zenuwachtig envelopgescheur, gelukkig schrijft haar advocaat brieven van één regel: het Hoger Beroep was gewonnen! Ze schoot steeds weer in de lach die avond.

Bijna zeker mag ze nu blijven. De rechter in Hoger Beroep verklaarde het eerdere negatieve besluit van Justitie nietig. Het wachten is nu op een positief besluit (vandaar dat we haar naam nog niet noemen), en de kans is groot dat dat er komt. Het zou anders een schandaal zijn, want als iemand politiek vluchteling is dan is zij dat wel. Voordat ze vluchtte deed ze mee aan demonstraties tegen het regime. Ze werd hiervoor jarenlang gestraft. Na de vlucht zette ze in Nederland haar werk voort als actief lid van een democratische politieke partij. Amnesty International oordeelt dat leden van die politieke partij bij terugkeer vrijwel zeker zullen worden vervolgd. En dat het regime haar van binnen en buiten kent, is al even waarschijnlijk.

Ruim een half jaar heeft ze bij onze woongroep gewoond. Zoals meer woongroepen maken we deel uit van het zogenaamde opvangproject van het Autonoom Centrum. Mensen die door Justitie dreigen te worden uitgezet, krijgen door dit project een half jaar een gratis kamer en wat zakgeld. In die periode kunnen ze dan wat op adem komen, een baan zoeken, vrienden maken of wat dan ook. Binnen dat half jaar moeten ze ook een nieuwe kamer zien te vinden, om plaats te maken voor weer een nieuwe vluchteling.

Het was leuk wonen met haar. Bij ons hoort de vluchteling niet echt bij de woongroep, ze hebben eigen voorzieningen, maar we zien elkaar wel steeds. Soms at ze ook mee of ging ze typische gerechten voor ons koken. Dat waren dan hoogtijdagen voor fijnproevers, waarbij de Hollandse keuken andermaal verbleekte. Leuk was ook dat haar Nederlands steeds beter werd door de lessen die ze bij een Hollandse familie (de overheid geeft pas lessen als je bent toegewezen) volgde. Engels kon ze al vrij goed, en ze kende ook twee andere, voor ons onbegrijpelijke, talen. Eentje van die talen kwam goed van pas bij het krijgen van het baantje dat ze nu heeft. Dat baantje haalt het niet bij haar vroegere wetenschappelijke werk wat zij heel interessant vond, maar ze is er uiteraard wel blij mee. Na ruim een half jaar vond ze ook een nieuwe kamer. Als ze nu ook nog snel het definitief van Justitie krijgt, dan ga je denken: die redt zich wel. Fijn."

Na haar kwamen drie hijen. De ene was geheel futloos en depressief en dreigde aan de hard drugs te gaan. Een dag vóór het verstrijken van het strikte zes-maanden termijn werd hij wonder boven wonder bij een collectieve actie van Iraanse uitgeprocedeerden opnieuw tot de asielprocedure en -opvang toegelaten. En toen kwam O. op de kamer. Dat ging allemaal goed. Dat wil zeggen, de woongroep was over zijn inbreng en energie zeer te spreken. Werkje hier, vriendinnetje daar. Toen vond hij eigen huisvesting en maakte plaats voor de huidige S. Jaaaaa, S. is écht een type. Met een bijzondere ironie aanschouwt hij de wereld om zich heen die maar geen grip op hem krijgt. Een politiecontrole tijdens het verkopen van rozen in een Amsterdamse uitgaansgelegenheid werd vervolgd met half jaar Nederlandse vreemdelingengevangenis. En nu zit hij hier midden in een alternatief woon/werk complex met mensen die besloten hebben een illegaal te helpen. Hij belt zijn vrouw en kinderen in het thuisland op en gaat weer rozen vekopen. Hij heeft ook geacteerd in een TV-documentaire: als illegaal die rozen verkoopt! Een paar honderd gulden, daar deed hij het wel voor. Alle vier zijn uitgeprocedeerde vluchtelingen. Twee werden na maanden/jaren van illegalitiet weer opgenomen in de asielopvang. Twee zullen legalisatie voorlopig zeker niet realiseren.

Het opvangproject

Op zes geheime locaties in Amsterdam wordt een illegaal door een woongroep opgenomen volgens het opvangproject van het Autonoom Centrum (AC). Elk van deze woongroepen maakt deel uit van een groter woon/werkpand. Het AC en de woongroep hebben een overeenkomst getekend waarin een aantal waarden wordt uitgewisseld in een win-win-scenario. Het gaat om een gezamenlijk avontuur, en dus om veel meer dan om het helpen van een zielige illegaal. De woongroep stelt haar manier van leven open voor iemand van een andere cultuur en stelt een concrete daad: "wij nemen een onderduiker in huis". Voor het AC gaat het om een concrete invulling van een verlangen, van een visie waarin migratie anders wordt benaderd. Op hele kleine schaal wordt aan een alternatief gewerkt door mensen te betrekken bij het migratievraagstuk, door hen te stimuleren verantwoordelijkheid te nemen in de eigen omgeving. De woongroep doet de dagelijkse begeleiding vanuit huis, het AC werkt aan het perspectief na de zes maanden periode. Elke jaar komen de woongroepen van het project bij elkaar en wisselen ervaring uit. Er wordt gepraat over de zin en onzin van het project. Er wordt gelachen en minder gelachen, lekker gegeten.

NO PEPERS

Aan de Frederik Hendrikstraat is No Pepers gevestigd. No Pepers is een ontmoetingsplek voor illegalen in Amsterdam, gecoördineerd vanauit het Autonoom Centrum. Bij een kopje koffie worden ervaringen uitgewisseld over het overleven. Een jaar lang werd er elke vrijdagavond uit diverse landen gekookt en samen gegeten. Op vrijdag tussen 12.00 en 14.00 uur is er een spreekuur waarin de individuele situatie besproken wordt - "Veel hoop is vervlogen. Waar liggen nu mijn kansen?" - en waar aanklachten tegen het repressief vreemdelingenbeleid worden ontwikkeld. No Pepers is een politiek inloopcentrum waarin het zich organiseren van mensen zonder verblijfsvergunning centraal staat. Want zíj zullen zich zelf moeten uitspreken om hun positie te verbeteren.

De inspiratie komt uit Frankrijk waar duizenden 'sans-papiers' kerken gingen bezetten en massale hongerstakingen gingen houden. Waar allerlei collectieven van illegalen uit alle nationaliteiten samen toen als paddestoelen uit de grond kwamen, een soort van de Parijse 'revolutie' van '68. No Pepers probeert een Nederlandse antwoord te vinden.

Er wordt twee keer per week Nederlandse les gegeven. De wil om de Nederlandse taal te leren is opmerkelijk groot. Zelfs analfabeten uit diverse continenten proberen zich onze germaanse taal meester te maken. Sommigen van hen slapen op straat of in een leegstaande boot.

Naar buiten toe is No Pepers erg open. Een persbericht bij de opening was voldoende om hordes journalisten en fotograven te laten opdraven, van Wereldomroep tot Telegraaf, van Japanse radio (live!) tot de daklozenkrant. De Amsterdamse persvoorlichter Klaas Wilting wilde slechts kwijt dat de politie andere prioriteiten had dan No Pepers te sluiten. Ook hier een Nederlands antwoord dus.

Het Autonoom Centrum

Het directe contact met de illegalen is voor Autonoom Centrum, dat zich een politiek actiegroep noemt, een belangrijk onderdeel. Want het AC wil niet slechts aantonen hoe schaamtevol het allemaal wel niet is gesteld met het vreemdelingenbeleid, met de Nederlandse samenleving, maar ook concreet werken aan een andere, meer open samenleving. Het AC is voor een wereld van iedereen. Zij probeert de gedachte van een vrije open wereld in praktijk te brengen door met een vaste groep van een zevental mensen te werken aan activiteiten als het spreekuur, de bezoekgroep van het Grenshospitium, campagnes tegen de Identificatieplicht en de Koppelingswet, het viermaandelijks uitkomende tijdschrift Op de Grens!, No Pepers, de website (url http://www.xs4 all.nl/~ac), de acties en de ideeën. Het AC is geen one-issue groep ook al werkt zij hoofdzakelijk met migratie. Onder het kopje 'Werken aan een alternatieve oplossing' vermeldt de AC-folder "oplossingen waarin de sleutelwoorden zijn: samenwerking, duurzaamheid, verdeling van welvaart, openheid en vernieuwing. We doen dit op eigen onafhankelijke wijze. Met een sterk besef van basisdemocratie. Het terugbrengen van beslissingen naar menselijk niveau, het kiezen uit veelvormigheid in plaats van meer van hetzelfde, dat noemen we Autonoom."

Het AC vervult dus geenszins de functie van vluchtelingengroep die hoofdzakelijk de slachtoffers van het overheidsbeleid ondersteunt. De kracht van het AC ligt in het samengaan van praktische hulpverlening met confrontatie met de besluitvormingsmacht. Het Autonoom Centrum wil samen met andere organisaties offensief omgaan met idealen en de vinger op de zere plek leggen. Creatieve antwoorden weten zo motivatie op te wekken. Het AC wil haar handelen niet laten bepalen door de poltitiek, maar door eigen verlangens en inzichten. Zo kan er perspectief op verandering opgebouwd worden.

Een belangrijk uitgangspunt is de wil om mensen te stimuleren zelf tot handelen over te gaan. Het AC wil energie uitstralen uit die mensen motiveert eigen verantwoordelijkheid op zich te nemen door o.a. het vreemdelingenbeleid aan te kaarten. Het is cruciaal dat mensen het vertrouwen krijgen dat zij de besluitvormingsmacht kunnen aanvechten en benvloeden. De combinatie van het bevechten van het vreemdelingenbeleid en het stimuleren van zelfverantwoordelijkheid is de basis van alle activiteiten van het Autonoom Centrum. Relaties met de omgeving, communicatie en uitstraling zijn hierbij belangrijke elementen.

BELEGERING VAN EEN HOSPITIUM

Op 16 juni 1997 tijdens de EU-rotop! in Amsterdam kwam bij de grensgevangenis, Grenshospitium genaamd, een fietsdemonstratie aan van zo'n 1200 mensen onder het motto "van uitsluiters naar uitgeslotenen". In de Nederlandse bank te Amsterdam, het vertrekpunt van de fietsdemonstratie, vergaderden toen de Europese regeringsleiders over de toekomst 'van ons allemaal', over wie kansen krijgt en wie niet, over wie wordt toegelaten tot Europa en wie niet. De fietstocht moest de mythe van het vrije verkeer van personen binnen de Europese Unie duidelijk maken. De grensgevangenis is de plek waar afgewezen asielzoekers die via Schiphol aankomen worden opgesloten. Daar aangekomen gingen de demonstranten meteen over tot een belegering van het hospitium symbool voor Fort Europa met een groots middeleeuws aandoend decor. Met twee grote blijdes, middeleeuwse catapults, werd de binnenplaats van de gevangenis beschoten met 700 tennisballen die demonstranten beschreven met boodschappen. De communicatie met de gevangenen stond gedurende de hele actie centraal. Van tevoren waren zij op de hoogte gesteld van de vorm en inhoud van het protest. Een aantal vluchtelingen had boodschappen achter de tralies gehangen. Buiten werd met heliumgevulde ballonnen een groot Free All Refugees-spandoek de lucht in. Een groep mensen waren bij het hek onder een afdakje bezig een 'eurotunnel naar de vrijheid' te graven. Ondertussen had Rampenplan de soep klaar ter versterking van de strijdbare mens. De politie dreigde even in te grijpen toen aan elkaar geknoopte lakens met ladders over de 6 meter hoge prikkeldraad-omheining werd gehangen. Op het allerlaatste moment besloot de ME niet met paarden te chargeren. Er was veel activiteit tijdens de demonstratie. Achteraf werd bekend dat de vluchtelingenop op de binnenplaats spontaan zelf gingen demonstreren. De directie vond de situatie dreigend en kon er met veel moeite een einde aan maken.

Netwerken en samenwerking

Met een weerzin aan dogmatisme besteedt het AC de nodige aandacht aan de vorm waarin kritiek en activiteiten worden gegoten. Daarom zwengelde het AC de discussie aan over netwerken, op zoek naar verbreding en verdieping. In het verleden heeft samenwerking herhaaldelijk problemen doen ontstaan waaraan verschillende oorzaken ten grondslag liggen. Deels hebben deze te maken met verschillen in doelen en verwachtingen en met de effectiviteit en vorm van samenwerkingsverbanden. Hierdoor is het AC soms in een te geïsoleerde positie terechtgekomen.

Het begrip 'samenwerking' heeft binnen links vaak een enorme lading. Bijna altijd impliceert het een inhoudelijke overeenstemming over kleinere en grotere doelen en verwachtingen. Te vaak wordt er bij het vreemdelingenthema een schijntegenstelling gecreëerd tussen 'politiek werk' en 'hulpverlening', waarbij automatisch wordt verondersteld dat 'hulpverlening' niet politiek gemotiveerd zou zijn of niet vertaalbaar is in politieke stellingname. Dat ook samengewerkt kan worden vanuit een meer praktische invalshoek speelt geen rol. Samenwerking moet aansluiten bij de behoefte die er bij de deelnemers bestaat.

Nu is het nog zo dat samenwerking vaak geforceerd wordt gezocht. Je ziet regelmatig gebeuren dat er gekozen wordt voor een organisatievorm waarin zoveel mogelijk groepen deelnemen. Er wordt een secretariaat ingericht en omdat het initiatief door zoveel groepen wordt ondersteund lijkt het geheel een grote politieke kracht te hebben. Wat er vervolgens gebeurt is dat de overlegstructuur die tot stand komt, helemaal niet breed gedragen wordt: het werk komt neer op een aantal groepen en de politieke kracht blijkt uiteindelijk een zeepbel te zijn die na verloop van tijd uiteen spat. In andere gevallen leidt de veelheid aan groepen tot een gematigde politieke stellingname, volledig gericht op de politieke haalbaarheid van het doel dat de samenwerkende groepen zich stellen. 'Politieke haalbaarheid' uit zich voornamelijk in de zoveelste lobby richting parlement.

Bij het Autonoom Centrum gaat de eigen voorkeur uit naar netwerken met losse samenwerkingsverbanden, waarbij de inhoudelijk overeenstemming niet direct voorop staat. De basis voor een netwerk is veel eerder een permanente uitwisseling van ideeën en ervaringen. Natuurlijk is het van belang om een minimale inhoudelijke basis voor het samenwerken te vinden. Het is echter niet de bedoeling om een strak ideologisch kader of een politieke blauwdruk voor een nieuwe beweging te vinden. Het gaat om het bewegen op zich en het vinden van een gemeenschappelijke basis in een voortdurende wisselwerking met de praktijk. Daarbij moeten deelnemende groepen hun eigen karakter kunnen behouden en ontwikkelen en bovendien op hun sterke punten actief kunnen zijn.

ER KOMT GEEN SECRETARIAAT

In 1997 heeft het Autonoom Centrum een bijeenkomst in Amsterdam georganiseerd van Europese basisorganisaties die zich fundamenteel verzetten tegen het asiel- en vreemdelingenbeleid. Vijfentwintig mensen die twaalf organisaties vertegenwoordigen uit acht landen (Denemarken, Frankrijk, Noorwegen, Duitsland, Zwitserland, Engeland, België en Nederland) richtten een Europees netwerk op. Een goede gelegenheid om elkaar persoonlijk beter te leren kennen.

Doel van het netwerk is om de onderlinge samenwerking en de communicatie tussen de buitenparlementaire basisgroepen te verbeteren. Door de afstand tussen de groepen te verkleinen wil men een bijdrage leveren aan het omzeilen en ondergraven van Fort Europa. Het gaat hierbij om een permanente uitwisseling van ideeën, ervaringen en informatie en het discussiëren over knelpunten en perspectieven. Het netwerk beschikt middels internet over een gezamelijke mailinglist en een electronisch openbaar archief. Jaarlijks komt men bij elkaar om het netwerk te evalueren. Het netwerk biedt de mogelijkheid om activiteiten op elkaar af te stemmen, te leren van anderen en creativiteit te stimuleren. Basisgroepen die aan de uitgangspunten van het netwerk voldoen, worden opgeroepen deel te nemen. Het kader wat gekozen is voor een effectieve informatie-uitwisseling dient niet om een nieuwe organisatie met politieke eisen op Europees niveau op te zetten. De kracht van het netwerk ligt in de actieve deelname en de diversiteit van groepen die elk hun eigen karakter, prioriteiten en idealen behouden en ontwikkelen. Het is zo een aanvulling op het reeds bestaande werk van deelnemende groepen. Het netwerk treedt ook niet als organisatie naar buiten, maar heeft een intern gerichte functie. Het is afhankelijk van de betrokkenheid en inzet van alle afzonderlijke organisaties. Er komt geen secretariaat.

Andere kijk op migratie

Migratie is van alle tijden. In het verleden werd migratie soms als probleem ervaren. Vaak werd het ook als positief gezien voor het land waar naar toe geëmigreerd werd. In onze tijd wordt migratie van niet-westerse mensen als negatief bestempeld.

Eén van de uitvloeisels van het huidige restrictieve vreemdelingenbeleid is dat de migrant wordt neergezet als een probleem in plaats van aandacht te schenken aan de achtergronden van zijn/haar komst naar Nederland. Uit onderzoek blijkt dat 46 procent van de Nederlanders niet of niet graag buitenlanders als buren wil. De vreemdeling wordt als bedreiging voor eigen welzijn ervaren; utopische of idealistische waarden spelen geen rol. De positieve inbreng die migranten kunnen hebben, blijft tevens buiten schot. Terwijl niet-westerse culturen ons veel te bieden hebben zoals de zorg voor de gemeenschap of ouderen, het op verschillende wijze benaderen van problemen en een gastvrijheid die wij niet kennen.

Tegenover deze ondernemende mensen die om verscheidene redenen migreren staat een maatschappij die individualiseert en zich afsluit voor zijn mede-wereldburgers. Tegelijkertijd heeft de 'vrije' markt steeds grotere delen van de wereld in haar greep en behandelt de politieke problemen vooral op korte termijn en dicht bij huis: hier en nu. Wellicht als reactie op het ontbreken van perspectieven en alternatieven voor alle grootschalige ontwikkelingen sluiten mensen zich af. Mensen proberen hun eigen leven te verbeteren binnen deze grenzen. We leven in een cultuur waarin navelstaren sterk in opkomst is. Het geluk, de zin, oorzaken van onvrede, het wordt allemaal in het innerlijke gezocht. Het werken aan de eigen persoonlijkheid is belangrijker dan het werken aan de sociale structuur waarin men leeft.

Doordat het denken over migratie en de praktijk vastzitten in beheersbaarheid, controle en efficiëntie wordt iedere discussie over - of liever gezegd ruimte om na te denken en te werken aan - een hele andere benadering van migratie zo goed als onmogelijk gemaakt. De discussie moet niet langer bepaald worden door de waan van de dag. De multiculturele samenleving, de vele vluchtelingen en migranten leveren zeker problemen op, maar er is ook een enorme uitdaging. Nog nooit in de geschiedenis zijn mensen van verschillende culturen zo direct met elkaar in contact geweest. Het heeft een enorme potentie in zich en kan wel eens een grote ontwikkeling vooruit brengen met ongekende mogelijkheden.

Er zijn genoeg aanzetten voor een alternatieve visie op migratie. Niet dat er al een consistent, volledig model is, maar het is heel goed mogelijk om een beargumenteerde alternatieve visie op asiel en migratie te poneren. Gedeeltelijk betreft dat het recht op asiel: zolang de aarde geen paradijs is, zal het instituut van het asiel onverkort gehandhaafd moeten blijven, en uitgebreid in plaats van ingeperkt. Daarnaast zou men recht moeten hebben op vrije migratie. Op het moment dat schrijnende armoede en totale perspectiefloosheid verdwijnt, kan migratie gewoon de bewegingen van de economie volgen. Met het werk van de economen in de hand kun je aantonen dat grootschalige migratie ook binnen de huidige economische verhoudingen heel goed mogelijk en zelfs wenselijk is.

Een positieve kijk is moeilijk van bovenaf op te leggen. Een aanzet tot een omslag in de ideologische/culturele benadering van migratie zal vooral gegeven moeten worden door degenen die niet binnen de bestaande politieke structuren functioneren. Mensen, ongebonden en met een open visie, die de discussie aan willen gaan. Ook is van belang dat een andere benadering in praktijk wordt gebracht en niet bij woorden alleen blijft. De laatstte jaren laten zien dat dat er rond het onderwerp migratie tal van groepen en mensen daadwerkelijk proberen tegen de heersende cultuur in, alternatieven te bedenken en uit te werken. Het belang daarbij is vooral veel mensen uit diverse culturen met elkaar in contact te brengen. Contact in het geval van vluchtelingen en illegalen moet niet bestaan uit enkel de verhouding tussen hulpverlener en hulpbehoevende, maar ook uit interesse in wat de ander beweegt.

DE STOELENDANS

De stoelendans is eigenlijk geen dans maar een spel. We zeiden dans omdat er meer beweging in zit, meer vreugde. Het gaat als volgt: Je speelt het met een twaalftal mensen, evenveel stoelen en een dertigtal vierkante meter. De ruimte waarin het spel zich afspeelt wordt in vijf continenten verdeeld. Mensen moeten zich eerst evenredig over de continenten verdelen als zijnde wereldbevolking. Daarna worden de stoelen, die de rijkdom vertegenwoordigt, over de continenten verdeeld. Men gaat zitten. Dan gaan de mensen zich als zijnde vluchtelingen over de continenten verdelen. Men gaat weer zitten.

Dit was dan het statisch gedeelte, het tweede deel is het dynamische. Hier wordt het officeel spel (met de juiste verhoudingen voor bovenstaande) verlaten. Er gaat vaart in zitten. De vluchtelingen gaan nu over de continenten schuiven naar waar zij wensen te gaan. De continenten met weinig mensen en veel zitoppervlak zijn daar niet blij mee en proberen de schade in te dammen. Er wordt her en der geduwd en getrokken. Iedereen gaat op in het spel. Er wordt bovenop anderen gezeten. Na een meestal snelle status quo krijgen degenen die wegens migratiebeperkingen niet tot een continent toegelaten zijn de kans door niet met mensen, maar met stoelen te mogen schuiven. De adrenaline stijgt verder omhoog. De rijkdom moet verdedigd of veroverd. Hier vallen de meeste ongelukken. Het spel vereist stevige stoelen, dat begrijpt u. De eerste stoel gaat al door de lucht. De chaos is compleet. Okay, daarna het losschudden van de spieren en een nieuwe status quo.

Deel drie vangt nu aan. We noemen het het utopische gedeelte. Het is het saaiste, maar wel het meest interessante gedeelte. De mensen moeten zichzelf en de stoelen verdelen op utopische wijze (?). Sommigen vragen wat dit betekent, je zegt dat je dat zelf ook niet precies weet en dat zij daar zelf een antwoord op moeten verzinnen. Je laat ze maar wat aankloten. Sommigen gaan serieus te werk en vinden het leuk, anderen vinden het niet zo leuk en dragen weinig bij. Maar toch gebeurt er heel wat.

Tussen de drie delen van het spel is er gelegenheid iets te vertellen over bv de organisatie en de ideeën. Aan het einde vraag je iedereen wat zij van het spel vonden en hoe het aangepast zou kunnen worden. Het spel wordt meestel gewaardeerd maar ook bekritiseerd. Dan krijg je discussie. Hoezo klopt het spel niet? "Typisch een westerse kijk op de wereld om rijkdom als de belichaming van migratie te zien." Het milieu is net zo belangrijk wordt in de discussie ingebracht. En zo wordt het utopisch deel afgesloten en is de stoelendans voorbij.

zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish