Vluchtelingen

Opzet grensgevangenis

Dagelijkse praktijk

Medische zorg

Protesten

Vrijheidsbeperking

Uitzettingen

Het Reglement

Artikel 7a Vw

EVRM

Reacties

Conclusie



mei 1993, 1 jaar grensgevangenis

Opzet grensgevangenis
 

Al in mei '91 wordt de eerste paal voor de bouw van de grensgevangenis geslagen, terwijl nog nauwelijks gedebatteerd is door de Tweede Kamer over detentie van vluchtelingen. Op 5 juni '91 presenteert het kabinet voorstellen voor het nieuwe opvangregime voor asielzoekers, dat per 1 oktober '91 moet ingaan. Snelheid is geboden; nog voor de zomer wil de regering de plannen door de Tweede Kamer heen jagen. Het verwijderen van afgewezen asielzoekers moet volgens de plannen substantieel geïntensiveerd worden, gepland wordt ook een nog voor eind '91 te openen gesloten inrichting, ter vervanging van Schiphol-Oost. Het prijskaartje dat daaraan hangt is fl. 14 miljoen. Al in '89 komt Justitie met dergelijke plannen, maar deze worden gedwarsboomd door diverse gemeenten die niet akkoord gaan met detentie binnen hun grenzen. De argumentatie voor het bouwen van zo'n nieuwe inrichting is onder andere dat het ruimtegebrek in Schiphol-Oost grote spanningen oplevert, die leiden tot vandalisme en ontsnappingen. De spanningen moeten voorkomen worden in een 'grenshospitium'.

Het voorkomen van ontsnappingen is in de nieuwe opzet gelukt; de grensgevangenis heeft gevangenisraampjes die niet open kunnen, uitgebreide elektronische beveiliging en metershoge hekken die op hun beurt ook weer elektronisch beveiligd zijn.
De architect geeft aan dat dit gebouw, als het niet een grensgevangenis mocht worden, bijvoorbeeld een toekomstige uitbreiding zou kunnen worden van 't Nieuwe Lloyd, de ernaast gesitueerde jeugdgevangenis. De architect meldt ook dat het complex te zijner tijd eventueel weer afgebroken kan worden, tenslotte is het eenvoudige unit-bouw; een mobiele stapelbouw. Hij meldt dat, indien de capaciteit te klein blijkt, het gebouw ook uitgebreid kan worden. Dat wordt dan verder stapelen.
Van de gemeente Amsterdam, ruimtelijke ordening, horen we dat de grond aldaar in Amsterdam Zuid-Oost in erfpacht genomen is door Justitie voor de periode van 50 jaar, met verlengingsmogelijkheid van telkens een periode van 50 jaar.
Per jaar zal, om de zaak rendabel en haalbaar te maken, een capaciteit bereikt moeten worden van tussen de 800 en 1500 vluchtelingen. Dit wordt dan afhankelijk gesteld van de snelheid waarmee de rechtbank de kort gedingen voor uitstel van uitzetting behandelt. Er zouden 90 personeelsleden moeten zijn, waarvan 42 vreemdelingenbegeleiders.

CAPACITEIT

De officiële opening op 6 april '92 valt samen met de ingebruikname van de grensgevangenis. Dit is oorspronkelijk niet de bedoeling; er zou eerst proef gedraaid worden. Een massale ontsnappingspoging uit Schiphol-Oost eind maart '92 zorgt voor een vervroegde sluiting van deze opvang, waardoor de eerste gedetineerden in de grensgevangenis proefkonijn zijn.
De grensgevangenis is in eerste instantie uitsluitend bedoeld voor de opvang van vluchtelingen aan wie de toegang tot Nederland geweigerd wordt en die, op basis van artikel 7a Vw, verplicht zijn de uitkomst van hun asielverzoek in een tegen ongeoorloofd vertrek beveiligde ruimte af te wachten. Sinds 1 augustus '92 wordt een deel van de beschikbare capaciteit gebruikt voor de detentie van mensen op grond van artikel 26 Vw. Het gaat in eerste instantie om 48 plaatsen. In een brief van de Dienstcommissie Grenshospitium van 30 september '92 aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Justitie (zie bijlage, bladzijde 18) wordt vermeld dat de Dienstcommissie er geen bezwaar tegen heeft dat aantal uit te breiden tot 60 plaatsen. Tegelijk met deze verandering ligt er een voorstel van het ministerie van Justitie om in het budget voor '93 te snijden, en te bezuinigen op de grensgevangenis. De bezuiniging zou tot gevolg hebben dat de gedetineerden in het weekend langer op de cel moeten verblijven; ze zouden dan in het weekend slechts 9 uur per dag uit hun cel kunnen. Het personeel klaagt erover dat door dit voorstel, en door de detentie van mensen op grond van artikel 26 Vw, de voorgestelde 'semi-hotel functie' onmogelijk gerealiseerd kan worden. Als oplossing stelt de commissie voor extra personeel aan te trekken. Deze problemen, en onenigheid binnen de directie, leiden tot het vertrek van de eerste direkteur, begin november '92. Begin december wordt er een interim-directeur aangesteld; van Huet.

Begin maart '93 heeft de grensgevangenis een capaciteit van 108 plaatsen. Bij maximale personele bezetting bedraagt de capaciteit 120. Van die 108 zijn er op dat moment 48 gereserveerd voor artikel 26 Vw, 45 voor artikel 7a Vw en 15 voor 'transitgangers'. De laatste categorie wordt gevormd door vluchtelingen die op Schiphol toegang tot Nederland is geweigerd en in afwachting zijn van hun interview door de contactambtenaar van het ministerie. Op dat moment zitten er echter 69 mensen op grond van artikel 7a Vw.

PERSONEEL

De grensgevangenis valt onder de verantwoordelijkheid van de directie Gevangeniswezen, Jeugd- en Delinquentenzorg, van het ministerie van Justitie. Voor informatie over de grensgevangenis kom je uiteindelijk altijd bij deze afdeling terecht. De capaciteit van de grensgevangenis wordt meegeteld bij de totale capaciteit voor Huizen van Bewaring (HvBen). Volgens een medewerkster van de afdeling 'Beleidsinformatie' van het ministerie van Justitie wordt de onduidelijkheid over de status van de grensgevangenis vooral veroorzaakt door de aanwezigheid van gedetineerden op grond van artikel 7a Vw; als er alleen mensen op grond van artikel 26 Vw (in Nederland opgepakte illegalen) zouden zitten, zou de inrichting gewoon een HvB worden genoemd.
Van de huidige directie zijn twee van de drie leden afkomstig uit het gevangeniswezen; de interim-directeur van Huet is tevens werkzaam in de directie van de Penitentiaire Inrichting Over-Amstel (PIOA, beter bekend als Bijlmerbajes) en als projectmanager Jeugd- en Delinquentenzorg bij het ministerie van Justitie. De adjunct-directeur E. Politiek was voorheen werkzaam in het gevangeniswezen, naar eigen zeggen ruim dertien jaar.
P. Olie en de andere arts, die werkzaam zijn in de grensgevangenis, zijn tevens werkzaam in HvBen.
Hoeveel mensen er op dit moment werken is voor ons onduidelijk. De voorlichtingsfolder van het ministerie van Justitie noemt een getal van 90; de Telegraaf meldt in december '92 dat er 44 'vreemdelingenbegeleiders' werken. Waaruit de werkzaamheden van het grootste deel van de 46 anderen bestaan weten wij niet.
Een deel van het personeel heeft voorheen gewerkt in HvBen of strafinrichtingen als Haarlem, Scheveningen, Havenstraat, etcetera. Een deel van hen is tijdelijk gedetacheerd in de grensgevangenis vanwege het al sinds de opening heersende personeelstekort. Omdat de grensgevangenis officieel geen gevangenis is, heten de bewakers 'vreemdelingenbegeleiders'.

INTAKE

Bij aankomst in de grensgevangenis krijgt iedereen lakens, een kussen, bestek, een bord en een mok uitgereikt. Bovendien moet de gedetineerde aangeven wat hij wil eten in de periode dat hij in de grensgevangenis verblijft. Als basis voor de warme maaltijd kan gekozen worden tussen aardappels en rijst. Eens gekozen blijft gekozen; tussentijds wisselen van menu is niet mogelijk. De enige afwisseling is dat er af en toe macaroni wordt geserveerd.
Standaard bij iedereen is een medische intake. De grensgevangenis beschikt over een eigen Medische Dienst. Er werken twee artsen en drie verpleegkundigen. De artsen houden regelmatig spreekuur. De intake-gesprekken worden afgenomen door de verpleegkundigen. Deze worden geacht samen met de gedetineerden een vragenlijst door te lopen. Omdat de artsen maar iets meer dan twintig uur per week aanwezig zijn, moeten de verpleegkundigen een deel van het werk van de artsen doen. In een uitzending van 'NOS Binnenland' op 16 februari 1993 maken de verpleegkundigen duidelijk dat zij weigeren dit nog langer te doen.
De meeste gedetineerden worden in geval van diepgaander medisch onderzoek (bijvoorbeeld naar malaria of TBC) overgebracht naar het gevangenishospitaal in Scheveningen of naar het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam Zuid-Oost, waar in ieder geval sinds het overlijden van Jacqueline Muluta zwangerschapscontrole plaatsvindt (zie bladzijde 30).
De gedetineerden kunnen altijd een bezoek brengen aan de Medische Dienst; dit dient echter wel van te voren schriftelijk te worden aangevraagd. Zij krijgen dan de verpleegkundige te spreken.
De gang van zaken in en rondom de Medische Dienst roept zoveel vragen op dat er een apart hoofdstuk aan het functioneren van deze dienst is gewijd.

OPSLUITING

De opsluiting van de twee groepen gedetineerden (7a Vw en 26 Vw) gebeurt gescheiden; de 7a Vw-gedetineerden verblijven op de afdelingen A1, A2 en B1. De B2 wordt gebruikt voor de detentie van artikel 26 Vw-vreemdelingen. De derde groep gedetineerden, de zogeheten 'transitgangers', zitten in afzondering en mogen geen contact met de anderen hebben. Voor hen zijn 15 cellen gereserveerd.
Tot 29 december '92 was er een vrij strikte scheiding tussen de B-afdelingen en de overige afdelingen; zowel de B1 als de B2 werden gebruikt voor de detentie van zogeheten illegalen. Sinds die dag wordt ook de B1 gebruikt voor detentie van 7a Vw-vluchtelingen.
Één afdeling bestaat uit twee delen; de scheiding wordt gevormd door het trappenhuis. Normaal gesproken is het mogelijk vanaf de ene kant van de afdeling de andere kant te bezoeken. In tijden van spanning is dit vaak niet mogelijk. Bezoek van de ene afdeling aan de andere is slechts mogelijk in een op iedere afdeling aanwezige bezoekersruimte, gelegen tegenover de kamer waar de bewakers verblijven. Behalve de bezoekersruimte (aan beide kanten van het trappenhuis één) zijn er twee keukens, twee waslokalen en een kamertje voor personeel. Op iedere afdeling is een telefoon aanwezig, waarmee tegen betaling getelefoneerd kan worden.
De keukens hebben genoeg uitrusting om te kunnen koken; er is echter niets om te koken. Wel wordt er door de bewakers thee gezet en hebben de gedetineerden de mogelijkheid om hun eten op te warmen.
Iedere afdeling bestaat uit 24 cellen, kamers genoemd. De cellen zijn voorzien van een stapelbed, met plastic omklede matrassen en onbrandbare dekens. Iedere cel beschikt over een eigen douche, wc en wastafel.
Iedere gedetineerde beschikt over de sleutel van zijn eigen cel; hij kan als hij zijn cel verlaat de deur van buitenaf afsluiten. Van binnenuit kan dit niet. De gedetineerden kunnen tussen 07.30 uur en 17.00 uur en tussen 18.30 uur en 21.15 uur vrijelijk bewegen door delen van het gebouw. De cellen worden om 07.30 uur één voor één ontgrendeld. In de gemeenschappelijke huiskamer van de afdeling wordt thee neergezet. Om half tien is er opnieuw thee. Bij het verlaten van de afdeling krijg je je kaart mee; bij het binnenkomen dien je die weer af te geven.
Er wordt twee maal per dag eten geserveerd; om 12.00 uur kunnen de A-afdelingen eten, om 12.45 de B-afdelingen. Het eten vindt plaats in de eetzaal, dus buiten de afdelingen. Het warme eten wordt in de keuken van de PIOA bereid.

Om 17.00 uur wordt iedereen ingesloten in de eigen afdeling voor het nuttigen van de broodmaaltijd.
Om 18.30 uur worden de afdelingen weer ontgrendeld en kan iedereen tot 21.15 uur rondlopen. Van 21.15 uur tot 07.30 uur wordt iedereen ingesloten op zijn eigen cel. In totaal is een gedetineerde dus voor 11 uur en 45 minuten per dag in zijn bewegingsvrijheid beperkt.
De cellen hebben voor zover wij weten geen centrale ontgrendeling. Er is weliswaar een moedersleutel, waarover iedere bewaker beschikt, en die op alle cellen past, maar vanuit het oogpunt van brandveiligheid is dit toch een vreemde situatie.

FACILITEITEN

ZAKGELD
Iedere gedetineerde krijgt twintig gulden zakgeld per week. Deze kan hij geheel naar eigen inzicht besteden aan het huren van een televisie, een cassetterecorder, telefoneren, en het kopen van eten en drinken, waarvan hij te weinig krijgt. De huur van een TV bedraagt vijf gulden per week, van een cassetterecorder twee gulden vijftig. Ook voor kleding moet worden betaald; twee gulden vijftig per kledingstuk. In het winkeltje kan een gedetineerde sigaretten, fris en extra broodbeleg kopen. Groenten zijn niet verkrijgbaar, zodat het ondanks de aanwezigheid van keukens op de afdelingen niet mogelijk is zelf te koken.
De gedetineerde heeft overdag de mogelijkheid verschillende dingen te doen. Als het weer het toelaat kan de gedetineerde rondjes lopen op de binnenplaats. Tevens ligt daar een sportveldje van kunstgras, staan er voetbaldoeltjes en kan er gevolleybald worden.
In het gebouw zelf is er een 'crea-ruimte', waar gedetineerden kunnen naaien, schilderen, tekenen, knippen, plakken, etcetera. Er is een bibliotheek, er zijn twee winkeltjes, en er is een sportzaal.

SPORTEN
Ierereen heeft de mogelijkheid binnen de grensgevangenis aan sport te doen. Bij het sporten in de gymzaal worden de A en B-afdelingen van elkaar gescheiden gehouden. De A-afdelingen kunnen er voetballen van 14.00-15.30 uur, de B-afdelingen van 15.30-17.00 uur. A kan er volleyballen of basketballen van 18.30-19.30 uur, B van 19.30-20.30 uur. Er is gedurende de doordeweekse dagen een sportbegeleider aanwezig. In het weekend kan er alleen in de zaal gesport worden als er genoeg personeel is. Er wordt dan een bewaker die verstand van sport heeft aangesteld als begeleider.

WINKELTJES
Er zijn twee winkeltjes in de grensgevangenis. In één van de winkeltjes kunnen de gedetineerden eten en drinken kopen. De winkel is voor alle gedetineerden geopend op maandag (09.00-12.00 uur), woensdag (09.30-10.00 uur) en op vrijdag (09.30-10.00 uur). In een ander winkeltje kunnen tweedehands kleren worden gekocht. Op dinsdag kunnen de B-gedetineerden er terecht van 18.30-20.00 uur, op donderdag die van de A-afdelingen, eveneens van 18.30-20.00 uur.

KERKDIENSTEN
Op verschillende dagen zijn er kerkdiensten. Voor christenen en moslims zijn er aparte diensten. Er werken twee pastors in de grensgevangenis. Buiten de kerkdiensten houden zij vier dagen per week kantoor. Er is dan gelegenheid tot het bezoeken van de pastors om te praten over problemen die er zijn. Een deel van de tijd gebruiken de pastors om vluchtelingen op hun cel te bezoeken. Een deel van de gedetineerden maakt van deze gelegenheid nooit gebruik. De pastors worden door hen ten onrechte gezien als zijnde in dienst van Justitie, de instantie die verantwoordelijk is voor hun detentie.

Verder kan een gedetineerde kenbaar maken dat hij naar de dokter wil of iemand van VVN, Justitie, zijn advocaat of een pastor wil spreken. Hiertoe kan een voorgedrukt formulier worden ingevuld waarop aangekruist kan worden wie men wenst te spreken. Als iemand de directeur wil spreken dient hij dat schriftelijk kenbaar te maken aan de directie.

WERK
Om de verveling te doorbreken heeft een aantal gedetineerden de directie gevraagd werk te mogen verrichten. In eerste instantie bestond dit werk uit bezigheden ten behoeve van de grensgevangenis zelf; het schoonmaken van tafels, enzovoorts en het rapen van sigarettepeukjes op de binnenplaats (voor 20 gulden extra per week). Sinds kort (februari '93) komt er werk van buiten de gevangenis binnen. De gedetineerden kunnen nu 'Barcelona 1992' stickers verwijderen van een spel dat 'Scatch' wordt genoemd; twee 'handschoenen' en een bal die blijft plakken aan het materiaal waarvan de handschoenen zijn gemaakt. Er wordt in ieder geval van 's ochtends 09.00 uur tot het middageten gewerkt. Vaak werkt men ook nog 's middags tot 15.30 uur. Per week verdienen de werkenden fl. 27,25, wat neerkomt op iets meer dan één gulden per uur. 'Loon' mag het niet worden genoemd; dat levert problemen op met sociale zaken. Het wordt dus als zakgeld bestempeld.
In Nederland wordt in 25 inrichtingen gewerkt; één daarvan is de grensgevangenis. Het werk wordt landelijk gecoördineerd vanuit HvB Noordsingel te Rotterdam. Het werk komt in de grensgevangenis terecht via het HVB Havenstraat in Amsterdam. Verwacht wordt dat degenen die het werk doen hun quotum halen; 90 stuks per dag. Meer werk wordt niet beloond met meer zakgeld. De grensgevangenis neemt 90.000 stuks voor zijn rekening. Verwacht wordt dat het werk eind april '93 af is. De grensgevangenis factureert de gedetineerden-rekening naar de afdeling Arbeid HvB van het Gevangeniswezen (Justitie). Het bedrijf betaalt weer aan deze afdeling.
De vreemde situatie doet zich nu voor, dat vluchtelingen die niet tot Nederland zijn toegelaten iets mogen doen wat vluchtelingen die wél zijn toegelaten niet mogen doen; werken. Op deze manier wordt er misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin de vluchtelingen in de grensgevangenis verkeren. De verveling waartoe zij door het ministerie van Justitie zijn veroordeeld, wordt door datzelfde ministerie bestreden met onderbetaald werk, waarvan niet duidelijk is of de vluchtelingen dat wel mogen doen. De directie van de grensgevangenis is allang blij dat op deze manier voor een klein deel van de populatie één van de spanningsbronnen in de grensgevangenis is weggenomen. Half maart werkten er naar schatting 15 vluchtelingen.
De mogelijkheid te werken heeft niet geleid tot enige noemenswaardige verandering. Werken is slechts mogelijk voor een klein aantal gedetineerden. Een groot deel weigert bovendien te werken. Zij stellen zich op het standpunt dat zij hier gekomen zijn voor asiel, niet om in gevangenschap te werken.

BEZOEK
De gedetineerden kunnen tot 7 april '93, anders dan het geval is in andere inrichtingen, vrijwel onbeperkt bezoek ontvangen; dat wil zeggen dat bezoek niet aangevraagd hoeft te worden. Slechts in het weekend is er sprake van een bezoekregeling; bezoek dient zichzelf dan van te voren aan te melden. Sinds 7 april '93 geldt de regeling dat de gedetineerden zelf zullen moeten aangeven wie zij op bezoek willen hebben (zie hoofdstuk 3, bladzijde 27).

Bezoekers kunnen aan een oppervlakkig onderzoek worden onderworpen voordat zij worden toegelaten tot de bezoekersruimte van de grensgevangenis. De manier van onderzoeken verschilt nogal. Bij ons moet in ieder geval steevast alles worden uitgepakt. Bezoek dient zich, net als bezoek in andere inrichtingen, te legitimeren. Onze werkgroep vluchtelingen moet zich vanaf een zeker moment in de bezoekersruimte af en toe nogmaals legitimeren. Er zijn dan speciale lijsten aangelegd waarop geregistreerd wordt wie van ons voor hoelang met welke vluchteling spreekt.De bezoekersruimte bestaat uit 6 tafels met in totaal 24 stoelen. Nogal weinig voor een populatie van 108 personen.

HET BUREAU SOCIALE DIENSTVERLENING

Een bijzondere rol binnen de grensgevangenis wordt vervuld door het Bureau Sociale Dienstverlening (BSD). Eén van de taken van deze afdeling is de intake van de vluchtelingen. Bij binnenkomst wordt door het BSD van elke vluchteling een foto gemaakt. Iedereen ontvangt een pasje dat hij dient te gebruiken om zich binnen het gebouw te kunnen bewegen. Ook ontvangt iedereen er een sleutel van zijn cel. Bij verlies van pasje of sleutel dient men zelf een nieuwe te kopen (zie bijlage, bladzijde 16).
Bij binnenkomst ontvangt iedereen (volgens de directie) een in het Engels en het Frans opgestelde tekst over de grensgevangenis; het huishoudelijk reglement.
Het BSD verstrekt aanvullende informatie over de gang van zaken met betrekking tot de asielprocedure. Het is voorgekomen dat het BSD een andere advokaat regelt voor een vluchteling, zonder dat de eerste advokaat dat weet. Het BSD fungeert als een schakel tussen de vluchteling en het ministerie van Justitie. Ligt er een last tot uitzetting, dan meldt het BSD dit aan de vluchteling. Over het algemeen gebeurt dit zeer kort voor die op handen zijnde uitzetting. Het BSD zorgt er bovendien voor dat mensen de grensgevangenis ook verlaten als dat nodig wordt geacht; hetzij richting een Opvang- en Onderzoekscentrum (OC), hetzij richting Schiphol.

COMMISSIE VAN TOEZICHT

Zoals iedere andere gevangenis of elk HvB heeft ook de grensgevangenis een commissie van toezicht.
'De vreemdeling kan zich met elke grief die verband houdt met zijn verblijf in het grenslogies wenden tot de commissie van toezicht', aldus het Reglement grenslogies, artikel 11. De commissie is een door de minister van Justitie benoemde onafhankelijke organisatie - bestaande uit vijf personen - die moet toezien op de behandeling van de gedetineerden, hun klachten moet behandelen, en al dan niet naar aanleiding van een klacht aanbevelingen kan doen over behandeling van gedetineerden. De commissie heeft te allen tijde toegang tot de grensgevangenis, en ontvangt van de directeur de door haar verlangde informatie. Normaal gesproken komt de commissie één maal per maand bij elkaar; de directeur van de grensgevangenis is daarbij aanwezig, tenzij de commissie anders beslist.
Gedetineerden kunnen klagen over afzonderingsmaatregelen, de weigering bezoek toe te laten en het in beslag nemen van voorwerpen. Ook kan geklaagd worden over andere maatregelen die zij uitgevaardigd door de directie als deze niet in overeenstemming zijn met de regels van de grensgevangenis, en voor zover ze te maken hebben met de aanwezigheid van de gedetineerde in de inrichting. De commissie van toezicht vormt uit haar midden een beklagcommissie van drie personen. Tevens wijst zij zelf een zogeheten 'maandcommissaris' aan. Deze kan in die maand de grensgevangenis bezoeken, is belast met de behandeling van grieven en bezoekt mensen die geklaagd hebben. De bedoeling is dat de maandcommissaris wekelijks de grensgevangenis bezoekt. Dit gebeurt echter alleen in tijden van opgelopen spanning. De commissie van toezicht beschikt over een eigen brievenbus in de grensgevangenis. Probleem is dat bijna geen vluchteling weet waar die zich bevindt. Het postadres van de commissie staat niet vermeld in het huishoudelijk reglement. Veel klachten krijgt de commissie niet. Dit wordt deels veroorzaakt door de vaagheid van het Reglement grenslogies. Het Reglement bevat bijna geen bepalingen waaraan de gedetineerden enig recht kunnen ontlenen. Dit betekent tevens dat er over veel zaken niet geklaagd kan worden. Verder weten veel gedetineerden niet dat er een commissie van toezicht bestaat. Weliswaar wordt haar bestaan vermeld in het huishoudelijk reglement dat op iedere cel aanwezig zou moeten zijn, maar dit reglement is slechts aanwezig in het Engels en Frans; talen die niet iedereen voldoende beheerst. Anderen weten wel van het bestaan, maar hebben absoluut geen vertrouwen in de commissie omdat die in hun ogen niet onafhankelijk is; de leden worden immers benoemd door dezelfde minister die verantwoordelijk is voor hun detentie. De mensen die nog wel klagen schieten daar persoonlijk overigens niet veel mee op. Een groot deel van hen bevindt zich niet meer in de grensgevangenis op het moment dat de commissie uitspraak doet. Bovendien durft een groot deel van de mensen niet onder hun eigen naam te klagen, uit angst dat een klacht een negatieve uitwerking heeft op hun asielverzoek. Klachten die niet met een naam zijn ondertekend worden echter niet behandeld. Een brief of klacht die namens meerdere vluchtelingen geschreven wordt ook als anoniem beschouwd en daarom niet in behandeling genomen.
zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish