Inleiding

Ontwikkelingen in 15 jaar vreemdelingendetentie

Het verhaal van John

Vervreemdingscultuur

Het verhaal van Mahlil

Foto actie Grensgevangenis

Wie, waarom, waar

Het verhaal van Amir

Foto actie grensgevangenis tijdens de Euro-top

De dagelijkse praktijk en het regime

Het verhaal van Jaime

Foto actie grensgevangenis

Verzet en criminalisering

Het verhaal van Johan

Foto actie grensgevangenis tijdens de Euro-top

De hoorzitting over vreemdelingendetentie

Het verhaal van Maku

Foto actie Schutterswei

De schaamte voorbij

Het verhaal van Pieter

Foto actie Willem ll

Het ronde tafel gesprek

Het verhaal van Fred

Foto van een actie bij Willem II en bij Schiphol Oost

Conclusies

De positie van (strafrechtelijk) voorlopig gehechten en van vreemdelingen in vreemdelingendetentie, C. Kelk

Gastarbeid achter de tralies, G. de Jonge

Vreemdelingenbewaring en mensenrechten, B. Vermeulen

Open brief van Amir

Literatuur- en bronnenlijst



september 1998

Het verhaal van Amir


Amir moet zich op 17 mei 1996 om 9 uur bij de vreemdelingenpolitie te Rotterdam melden, maar komt niet opdagen. Direct daarop wordt hij in het AZC waar hij verblijft door de vreemdelingenpolitie opgepakt en gevangen gezet in HvB Zoetermeer.
In HvB Zoetermeer gaat Amir op 20 mei in hongerstaking tegen uitzetting naar Iran. Zijn situatie verslechtert, hij wordt overgebracht naar het Schevenings gevangenishospitaal en raakt in coma. Het ziekenhuis legt hem aan het infuus. Hij wordt teruggeplaatst naar Zoetermeer. Amir vervolgt daar zijn hongerstaking. Op 29 juli wordt hij overgeplaatst naar de Willem II in Tilburg. Daar bedreigt men hem met isolatie als hij niet gaat eten. Omdat hij zijn hongerstaking voortzet, wordt hij geïsoleerd op de zogenoemde X-afdeling, voor de standaardperiode van 14 dagen verlengd met 14 dagen.
Als hij zijn staking beëindigt, blijft hij in isolatie vanwege een passage uit een brief van hem in de krant waarin hij schrijft liever hier dood te gaan dan uitgezet te worden naar Iran. Wel wordt het regime in de isolatie voor hem iets milder nadat Amir een klacht heeft ingediend. Zo mocht hij zijn persoonlijke spullen zoals brieven aanvankelijk niet op zijn cel hebben, later wel. Hij mag sporten, werken, recreëren, TV kijken, maar terug naar een groepscel is er niet bij. Contact met andere gevangenen wordt door de gevangenis zoveel mogelijk vermeden.
Willem II kent een protocol bij honger- en dorststakingen. Het protocol bepaalt dat de waterkraan wordt dichtgedraaid en er om water verzocht moet worden middels een belletje. Dit waterregime is ter controle van de hoeveelheid water die de dorststaker al dan niet tot zich neemt. Gecontroleerd wordt of deze werkelijk niets drinkt.
Een journaliste van het dagblad Trouw die hij ondertussen op bezoek heeft gevraagd om zijn verhaal openbaar te maken, krijgt een bezoekverbod. Het argument van Justitie is artikel 4 eerste lid van de regeling ‘contacten tussen individuele gedetineerden en de pers’ van 19 april 1985. Het bezoek wordt afgewezen om de reden dat ‘de overweging nu een journalist te spreken niet in overeenstemming te brengen is met het belang van de uitvoering van het Nederlandse vreemdelingenbeleid in het algemeen en een ongestoorde tenuitvoerlegging van de bewaring ter fine van uitzetting in het bijzonder.’ De advocaat van Amir spant een kort geding aan. Justitie zwicht. Bang dit te verliezen en laat de journalist alsnog binnen.
Amir dient een tweede asielverzoek in wegens nieuwe informatie. Een vriend is in een gevangenis in Iran vermoord. Justitie wijst het verzoek af. Zijn advocaat gaat hiertegen in beroep. Ondertussen blijft Amir gevangen, terwijl hij zich niet heeft onttrokken aan de meldplicht. In vergelijkbare zaken van Iraniërs kunnen zij hun beroep wel afwachten in AZC’s. Op grond van het gelijkheidsbeginsel zou Amir eigenlijk ook die mogelijkheid moeten krijgen.
Elke voetstap die Amir hoort maakt hem angstiger voor uitzetting naar Iran; hij slaapt niet, hij waakt, vertelt hij ons. Elke dag telt, Amir is verzwakt, heel bang voor uitzetting en volhardt in zijn hongerstakingen.
Eind november 1996 krijgt hij een negatieve beschikking op zijn tweede asielverzoek. Na zeseneenhalve maand detentie en een zoveelste verloren opheffingsverzoek wordt hij nóg wanhopiger, doodsbenauwd naar Iran verwijderd te worden. Hij snijdt z’n polsen met een conservenblikje.
Na bijna 8 maanden detentie stuurt Justitie Amir de straat op. Met een enkele reis naar Venlo wordt hij op treinstation Tilburg de trein in geduwd.

zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish