Het superpaspoort

vrijheid contra veiligheid

Komende maand wordt Nederland geconfronteerd met een nieuw soort paspoort dat gereed is voor de opname van een chip. Over de technische vernieuwing daarvan is al eerder in 't Kleintje geschreven. Deze vernieuwingen zouden noodzakelijk zijn om de fraudegevoeligheid te verminderen. Deze ontwikkeling staat echter niet op zich zelf maar maakt deel uit van een grotere politiek technologische ontwikkeling die haaks staat op één van de fundamentelere mensenrechten, namelijk het recht op vrijheid.

door Johan van Someren

uit Kleintje Muurkrant nr 359, 31 augustus 2001

 

We mogen ons dan wel vrij bewegen binnen de EU maar, en daar meldt natuurlijk geen enkele voorlichtingsbrochure iets over, als tegenprestatie wordt er een indrukwekkend controle apparaat uit de grond gestampt. In 1994 werd Nederland als gevolg van het wegvallen van de Europese binnengrenzen met het onmogelijke geesteskindje van toenmalig minister van Justitie Hirsch Ballin geconfronteerd, namelijk de wet op de identificatieplicht. De meesten onder ons weten het nog wel. Ineens moesten we ons paspoort meenemen naar ons werk, het arbeidsbureau, de sociale dienst, het voetbalstadion, in de tram als we zwartrijden enz. "Het parlement heeft zitten slapen" schamperde de Groene Amsterdammer. In datzelfde jaar ging de Stichting Waakzaamheid Persoonsregistratie failliet juist op het moment dat verzet nodig was. Het Autonoom Centrum dat hulp biedt aan uitgeprocedeerde vluchtelingen begon de campagne "Stop de Identificatieplicht". De meeste mensen die op die campagne afkwamen wilden niet meewerken aan de uitsluiting van illegalen, daarnaast was er ook kritiek op de toenemende controledrang van de overheid en het oneigenlijk gebruik van het sofi-nummer.

het baadt niet maar schaadt wel
Het laatste wapenfeit van de Stichting Waakzaamheid Persoonsregistratie is het boekje "Identificatieplicht,
het baadt niet maar het schaadt wel", van Jan Holvast en André Mosshammer. Zowel de titel als de inhoud bleken een voorspellende waarde te hebben. Met name het hoofdstuk "identificatieplicht en technocratische samenleving", waaruit ik hier verkort een aantal punten zal samenvatten. De auteurs schetsen een technocratisch maatschappijbeeld aan de hand van het toekomstig chip-identificatiebewijs. De term informatiemaatschappij wordt toegedicht aan Daniel Bell. Naar zijn mening zijn kennis en informatie centrale begrippen geworden die vergelijkbaar zijn met kapitaal en arbeid in de industriële samenleving. Voor bewerking en verspreiding van die informatie zijn computers en telecommunicatieapparatuur steeds belangrijker, zij vormen de infrastructuur van die samenleving. De auteurs gaan verder. Men kan niet voorbijgaan aan een aantal sociale veranderingen die daarbij optreden:
- een aantal taken van de mens wordt door de techniek overgenomen
- er ontstaat een andere relatie tussen mens en machine waarbij de mens-mensrelatie in toenemende mate wordt overgenomen door een mens-machinerelatie
- er ontstaat informatie als eindproduct en het is niet
altijd even duidelijk wat daarmee wordt gedaan.
Het is dit laatste aspect wat zorgen baart wanneer we dit relateren aan de persoonlijke vrijheid van het individu. Tot zover de auteurs in 1993 (!).

We zijn nu inmiddels acht jaar verder; de wetgeving voor geïllegaliseerden kreeg het sluitstuk in de koppelingswet en ook de technische mogelijkheden met als doel de controle op de gewone burgerbevolking te intensiveren zijn ver genoeg gevorderd. Biometrie, door de gewone pers kritiekloos een nieuwe trend genoemd, wordt in 2004 voor het nieuwe paspoort ingevoerd. Er komt ook een nieuwe biometrische identiteitskaart om elektronisch contact op te kunnen nemen met de overheid. Daarmee wordt de identificatieplicht aangescherpt ook al doet minister Van Boxtel nog zo zijn best om dat te ontkennen. De paspoortgroep heeft een duidelijke interesse voor de oogscan. Asielzoekers in Rotterdam kunnen er al kennis mee maken. Het biometrisch kenmerk wordt opgeslagen op een chipkaart. In de Scandinavische landen is men al een stuk verder. Asielzoekers moeten daar hun oog laten inscannen en de informatie wordt rechtstreeks opgeslagen in een databank en met andere landen uitgewisseld. Als een asielzoeker in een ander Scandinavisch land asiel aanvraagt kan hij aan het oog herkend worden.
Biometrie wordt voorgesteld als verbetering van het paspoort en de registratiekamer geeft groen licht. "Wel moet de techniek met de nodige waarborgen worden omkleed. Anders gebeurt er het zelfde met biometrie wat we met het sofi-nummer wilden voorkomen. Het is heel erg verleidelijk om persoonsgegevens aan een biometrisch kenmerk te koppelen." Wat nog niemand schijnt te beseffen, zelfs de Registratiekamer niet is dat dit precies het scenario zal zijn. Dit is een proces dat privacydeskundigen "function creep" noemen. Men wil dit voorkomen door het biometrisch gegeven alleen op chipkaart op te slaan maar de eerste uitzondering is er al, namelijk het paspoort.
Wat biometrie betreft zijn de meningen verdeeld. Veel privacydeskundigen zijn positief omdat een biometriekaart niet door onbevoegden gebruikt kan worden. Dat men van mening verschilt heeft alles te maken met de achtergrond van waaruit men tegen het begrip privacy aankijkt. Het is een groot verschil of men privacy vanuit bestuurskundig of juridisch standpunt dan wel vanuit sociologisch of politiek (activistisch) standpunt benadert. Hoe laatdunkend de eersten tegenover de laatsten ook zijn, laten we niet vergeten dat de belangstelling voor dit onderwerp onder andere is ontstaan door het massale verzet tegen de volkstelling van 1971. Het grote verschil is dan ook dat de laatste categorie van mening is dat de overheid te veel registreert en controleert. Het registreren, categoriseren, en interpreteren van gegevens gebeurt bovendien op een manier die geen recht doet aan de mensen om wie het gaat. Het controleren met als argument fraudebestrijding leidt maar al te vaak tot gluren in het privéleven van de burger die niets misdeed. Identificatieplicht, koppelen van bestanden, dossiers op chipkaart, camerabewaking, registratie van telefoongesprekken en E-mail, DNA databanken en straks biometrische identificatie en/of opsporingsbevoegdheden worden steeds meer opgerekt waarbij de persoonlijke vrijheid wordt afgeknaagd, de overheid lijkt steeds meer op de wolf uit het sprookje die vlak voor iedere nieuwe hap zegt dat hij roodkapje niet helemaal zal opeten.

Wetgeving en biometrie
Om de invoering van een biometrische identiteitskaart en paspoort mogelijk te maken moet de bestaande wetgeving ingrijpend worden aangepast. Het belangrijkste punt is daarbij artikel 11 van de Grondwet waarbij het gaat om de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, men mag niet aan vernederende behandelingen worden blootgesteld. De gewetensvolle burger die uit ethische overweging of religieuze overtuiging een beroep op de grondwet wil doen komt bedrogen uit. In een privacy nota van het ministerie van justitie wordt eenvoudig gesteld dat biometrie niet op gespannen voet staat met de Grondwet als het door de wet wordt voorgeschreven. Vervolgens probeert men door een juridische argumentatie die aan alle kanten rammelt, en waar zelfs een minder begaafd advocaat geen spaan van heel zou laten te komen tot de aanpassing van een aantal wetsartikelen. Er wordt gegoocheld met begrippen als personaliserende en anonieme biometrie, en er wordt eenvoudig gesteld dat een losse biometrische template, het middel om een persoon nader te identificeren, geen persoonsgegeven is. In het licht van de Europese privacyrichtlijn kan dit echter anders worden opgevat. Om de lezer een beetje wegwijs te maken in het bestuursrechtelijke labyrint moet een en ander nader worden toegelicht. In het algemeen is voor biometrische persoonsverificatie toestemming nodig van de betrokkene. Na de inwerkingtreding van de nieuwe Wet Bescherming Persoonsgegevens is toestemming niet voldoende voor gegevens waaruit ras-kenmerken uit kunnen worden afgeleid zoals biometrische gezichtsherkenning of een oogscan. Voor dit soort gevoelige gegevens geldt in de toekomst een verbodstelsel. Maar het verbod is niet van toepassing als deze vorm van persoonsverificatie onvermijdelijk is. Dit zal de weg zijn die het paspoort gaat volgen. Juristen gebruiken de begrippen authenticatie en verificatie als zou het daarbij niet om identificatieplicht gaan. Leken kunnen echter makkelijk door deze mystificatie heenprikken. Het gaat om de vraag: "hoort deze kaart bij deze persoon? Als die kaart een identiteitsbewijs is gaat het om een identificatieplicht.

Het paspoort nader bekeken
Zonder dat we het in de gaten hebben wordt er nu er op het biometrische paspoort een voorschot genomen. Per 1 september mogen pasfoto's niet meer van opzij gefotografeerd worden maar recht van voren. Voor een camerasysteem met intelligente software voor gezichtsherkenning schept dit namelijk de meest optimale omstandigheden. Gezichtsherkenningssystemen werken op basis van verhoudingen van diverse plaatsen in het gezicht waarbij vooral het gebied rond de ogen belangrijk is. Per 1 oktober worden pasfoto's in een digitale databank opgeslagen. Kennelijk gaat dit nog niet ver genoeg. In een brief van 11 mei jongstleden van minister Van Boxtel aan de Tweede Kamer staat ondermeer dat het huidige paspoort een look-alike probleem heeft. Dit is met name bij mensen van Aziatische afkomst het geval. Om deze reden wil men een biometrisch kenmerk op de chip aan het paspoort toevoegen wat in de toekomst ook elektronische paspoortcontrole mogelijk maakt (door middel van een zendsignaal). Dat kenmerk -wat naar alle waarschijnlijkheid een oog of vingerscan zal zijn- wordt eveneens in de databank opgeslagen.
Wat kunnen we in de toekomst nog meer verwachten? Twee belangrijke toekomstige ontwikkelingen van het Big Brother-arsenaal zijn: ten eerste het digitale kluisje dat iedere Nederlander op internet gaat krijgen om al zijn persoonsgegevens in te stoppen om te kunnen communiceren met de overheid en waar je als burger alleen bij kunt met je biometrische identiteitskaart bijvoorbeeld de nieuwe Europese identiteitskaart of de Burger "Service" Kaart. Ten tweede de komst van een nieuw Europees Sofi-nummer voor iedere inwoner van de EU wat de uitwisseling van gegevens zal vergemakkelijken.

Uitwisseling van gegevens
Voor het opbouwen en uitbreiden van de meest moderne computernetwerken onder de noemer veiligheid en criminaliteitbestrijding worden kosten nog moeite gespaard. Het grootste netwerk in Europa is het "Schengen Informatie Systeem". Nationale databanken die voor verschillende opsporingsdoeleinden werden aangelegd, zoals het "Vreemdelingen Administratie Systeem" of het duitse AFIS ("Automatisiertes Fingerabdruck System") en Inpol, zijn hier op aangesloten. Wat binnen de verantwoordelijke ministeries in het geheim is uitgebroed, is door het verdrag van Schengen "legaal geworden" en onttrekt zich volledig aan de democratische controle van de diverse lidstaten. Via het relaisstation in Straatsburg kunnen Wiesbaden, Den Haag, Brussel, Luxemburg, Parijs, Lissabon en Madrid probleemloos miljoenen persoonsgegevens uitwisselen. Tegen deze achtergrond wordt de bedoeling van het streven om iedere Europeaan van een chipcard te voorzien duidelijker.

Identiteitsbewijzen en de plicht deze te tonen of in een kaartlezer in te voeren, computerregistratie, koppelen van bestanden, het zijn componenten van een heilloze technocratie en repressieve aanpak van onderandere asielzoekers waarbij de achterdocht zover is gevorderd dat controle volgens het principe van de omgekeerde bewijslast normaal moet worden gevonden. Mijn beste medeburgers, wat wij wel of niet te verbergen hebben mogen wij al lang niet meer zelf bepalen, maar bepaalt de controlemacht. In september worden de nieuwe wetsvoorstellen behandeld. Het gaat daarbij ondermeer om aanpassing van de Wet op de Identificatieplicht en de Paspoortwet, om biometrie mogelijk te maken. Burgers en volksvertegenwoordigers die menen het belang van het volk te representeren, dienen te beseffen dat we al lang niet meer met de verbetering van het paspoort alleen te maken hebben, maar dat het gaat om veel meer. Dit beseft men ook in Den Haag. In tegenstelling tot wat veel mensen denken is men wel degelijk bang voor krtiek. Ik roep daarom iedereen op die tegen dit soort ontwikkelingen is om contact op te nemen met de partij waar hij of zij op stemt of met de Tweede Kamer of met Binnenlandse Zaken Afdeling Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten en zijn bezwaren uiteen te zetten. Deze laatste club is te bereiken via Postbus 10451, 2501 HL, DenHaag.


Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 359, 31 augustus 2001